Crayestein / Kraaienstein
BASISREGISTRATIE [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Crayestein / Kraaienstein
Crayestein / Kraaienstein
Locatie
Adres: Laan van Crayestein 77, 4196 HK
Tricht
Gemeente Geldermalsen
Provincie Gelderland
Crayestein ligt direct ten noordwesten van Tricht, ten westen van de Laan van Crayestein, tegenover de Nieuwesteeg. Het kasteel stond op een klein eiland, los van de rest van het kasteelterrein, dat nu wel een geheel vormt. De bovenstaande hoekpunten geven het nu nog zichtbare omgrachte terrein aan, dat zowel de hoofd- als voorburcht omvat.
Adres: Laan van Crayestein 77, 4196 HK
Tricht
Gemeente Geldermalsen
Provincie Gelderland
Crayestein ligt direct ten noordwesten van Tricht, ten westen van de Laan van Crayestein, tegenover de Nieuwesteeg. Het kasteel stond op een klein eiland, los van de rest van het kasteelterrein, dat nu wel een geheel vormt. De bovenstaande hoekpunten geven het nu nog zichtbare omgrachte terrein aan, dat zowel de hoofd- als voorburcht omvat.
Typologie
Etymologie
Huidige situatie
Omgeving Tegenwoordig is Crayestein een rechthoekig deels omgracht terrein met in een grote vijver een rond eilandje waar ooit de toren stond. In 1667 behoorde bij Crayestein een visvijver, tuinen, grachten, boomgaarden met een omvang van twee morgen, twaalf morgen weiland aangeduid als Grote en Kleine Raam. Ruim zes morgen akkerland was leenroerig aan Buren, veertien morgen was ‘eigen goed’. In de directe omgeving bij de Koedam en de Broeksteeg bezat de eigenaar van Crayestein nog eens enkele tientallen morgens bouwland en twintig morgen aan rijswaard. Nu ligt op het omgrachte terrein een in de negentiende eeuw gebouwd herenhuis, op de plek maar kleiner dan het eerdere huis, met een flink aantal agrarische bijgebouwen. Crayestein is omgeven door akkers en laagstamboomgaarden. (F. Vogelzang, 24-01-2011).
Omgeving Tegenwoordig is Crayestein een rechthoekig deels omgracht terrein met in een grote vijver een rond eilandje waar ooit de toren stond. In 1667 behoorde bij Crayestein een visvijver, tuinen, grachten, boomgaarden met een omvang van twee morgen, twaalf morgen weiland aangeduid als Grote en Kleine Raam. Ruim zes morgen akkerland was leenroerig aan Buren, veertien morgen was ‘eigen goed’. In de directe omgeving bij de Koedam en de Broeksteeg bezat de eigenaar van Crayestein nog eens enkele tientallen morgens bouwland en twintig morgen aan rijswaard. Nu ligt op het omgrachte terrein een in de negentiende eeuw gebouwd herenhuis, op de plek maar kleiner dan het eerdere huis, met een flink aantal agrarische bijgebouwen. Crayestein is omgeven door akkers en laagstamboomgaarden. (F. Vogelzang, 24-01-2011).
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Het huidige 19e-eeuwse blokvormige landhuis staat ongeveer 20 meter ten noorden van de locatie van het middeleeuwse kasteel. Dat middeleeuwse huis bestaat niet meer. Het eiland waar dit kasteel op stond is inmiddels verbonden aan het grotere omgrachte terrein. De middeleeuwse gracht ligt er nog wel. Het 17e-eeuwse poortgebouw is een Rijksmonument.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Het huidige 19e-eeuwse blokvormige landhuis staat ongeveer 20 meter ten noorden van de locatie van het middeleeuwse kasteel. Dat middeleeuwse huis bestaat niet meer. Het eiland waar dit kasteel op stond is inmiddels verbonden aan het grotere omgrachte terrein. De middeleeuwse gracht ligt er nog wel. Het 17e-eeuwse poortgebouw is een Rijksmonument.
Afmetingen
Oudste vermelding
Datum:
Bron: leenacte 1595 Februaru 2/12. Uit het Leenregister van Buren. Als bijlage bij J. Belonje 'Crayestein onder Tricht' in Gelre Bydragen en Mededeelingen, 1944, 67-68.
"Wy Philips, grave van Hohenlo, vryheere tot Langenberch, lieutenantgenerael over Hollant, Zeelant, Westvrieslant etc., als heere ende manover Vrouwe Maria, gravinne van Hohenloe etc., geboorne princessevan Oraengien, gravinne van Nassauw Bueren etc., administratrice derlanden steden goederen ende heerlyckheden des doorluchtigen hoochgeborenfurst ende heeren, heeren Philips Wilhelm, prinche van Oraengien,grave van Nassau, Bueren etc.. Doen te weeten, dat voor onssenlyeven ende getrouwen Johan van Allendorff, drossart ende stadthoudervan de leenen des graeffschaps Bueren, ende de leenmannen naebenoemptgecommen ende gecomparert is Jor. Emont van Buchel, ende drouchop mit behoorlicke vertichtenisse van handt, halm ende monde, gelijckdie mannen van leen kenden ende wijsden dat recht was, een hoffstadt,huyze, getimmer, bepotinge, heyninghe ende allen synen toebehooren,mit noch acht margen landts, wesende tsamen leengoet daer achter aengelegen, geheeten die h o f f s t a t van Creysteyn, op Tricht in delande van Buren, daerboven naest gelegen is die gemeyn Bolck, datnederste eynde mitten Middelwech aen den Rijsacker, die overste zydeSophia Beernt Goortsz, ende die nederste syde den Oevelen Raem, zoevoorts streckende van de Singell langes den Bolck ofte Broeckstege, oftesoe wye rontsomme mit recht dese voorsz parcheelen van leengoederengeërft ende gelant mach syn, soe dat hy Buchell daeraff onterft endewy daeraen geërft worden en onssen vryen wille daermede doen mochte,als recht was. Dwelck gelijck voorsz geschiet zijnde, hebben wy verlijdtende verleent verlyen ende verleenen midts deser onsser bryeve Joncheere Emondt Gruyter, om tzelve leengoet soe dat hyer voorens bepaelt endegenoempt staet, te hebben ende te behouden van ons ende onsser naecommelingen,graven ende gravinnen thot Bueren, voor hem ende zynenerffgenamen, tot eenen onversterffelycken erffleen te Zutphensche leenrechtten,te verheergewaden mit een pont goet gelts, soe dick ende menichmaellalst ons verschijnt ende ledich wort. Ende hierop heeft Jor. EmontGruyter ons huldt ende eedt gedaen van trouwen als een goet man vanleen zynen leenheere schuldich is ende was te doen. Beheltelycken altijtons ende eenen ygelycken sijns goeden leenrechtten. Daer dit geschiedenwaeren by, over ende aen onsse mannen van leen Jor. Dierck van Bueren68 CRAYESTEYN ONDER TRICHTende Harman van Schayck. Des tot eenen oorconde der waerheyt, endealsoe wy in dese saeke voor dese tij t gheen leensegel en gebruycken,heeft ons belieft te bevelen onszen stadthouder voorsz. tot corroboratievan dien sijn segel an desen openen bryeff te hangen, ende een vanonse leenmannen te beteeckenen vermidts d'afflyvicheit des Greffiers.Gegeven op den huyze Bueren dessen tweeden dach Februarii annovijftien hondert vijff ende tnegentich stilo veteri."
Datum:
Bron: leenacte 1595 Februaru 2/12. Uit het Leenregister van Buren. Als bijlage bij J. Belonje 'Crayestein onder Tricht' in Gelre Bydragen en Mededeelingen, 1944, 67-68.
"Wy Philips, grave van Hohenlo, vryheere tot Langenberch, lieutenantgenerael over Hollant, Zeelant, Westvrieslant etc., als heere ende manover Vrouwe Maria, gravinne van Hohenloe etc., geboorne princessevan Oraengien, gravinne van Nassauw Bueren etc., administratrice derlanden steden goederen ende heerlyckheden des doorluchtigen hoochgeborenfurst ende heeren, heeren Philips Wilhelm, prinche van Oraengien,grave van Nassau, Bueren etc.. Doen te weeten, dat voor onssenlyeven ende getrouwen Johan van Allendorff, drossart ende stadthoudervan de leenen des graeffschaps Bueren, ende de leenmannen naebenoemptgecommen ende gecomparert is Jor. Emont van Buchel, ende drouchop mit behoorlicke vertichtenisse van handt, halm ende monde, gelijckdie mannen van leen kenden ende wijsden dat recht was, een hoffstadt,huyze, getimmer, bepotinge, heyninghe ende allen synen toebehooren,mit noch acht margen landts, wesende tsamen leengoet daer achter aengelegen, geheeten die h o f f s t a t van Creysteyn, op Tricht in delande van Buren, daerboven naest gelegen is die gemeyn Bolck, datnederste eynde mitten Middelwech aen den Rijsacker, die overste zydeSophia Beernt Goortsz, ende die nederste syde den Oevelen Raem, zoevoorts streckende van de Singell langes den Bolck ofte Broeckstege, oftesoe wye rontsomme mit recht dese voorsz parcheelen van leengoederengeërft ende gelant mach syn, soe dat hy Buchell daeraff onterft endewy daeraen geërft worden en onssen vryen wille daermede doen mochte,als recht was. Dwelck gelijck voorsz geschiet zijnde, hebben wy verlijdtende verleent verlyen ende verleenen midts deser onsser bryeve Joncheere Emondt Gruyter, om tzelve leengoet soe dat hyer voorens bepaelt endegenoempt staet, te hebben ende te behouden van ons ende onsser naecommelingen,graven ende gravinnen thot Bueren, voor hem ende zynenerffgenamen, tot eenen onversterffelycken erffleen te Zutphensche leenrechtten,te verheergewaden mit een pont goet gelts, soe dick ende menichmaellalst ons verschijnt ende ledich wort. Ende hierop heeft Jor. EmontGruyter ons huldt ende eedt gedaen van trouwen als een goet man vanleen zynen leenheere schuldich is ende was te doen. Beheltelycken altijtons ende eenen ygelycken sijns goeden leenrechtten. Daer dit geschiedenwaeren by, over ende aen onsse mannen van leen Jor. Dierck van Bueren68 CRAYESTEYN ONDER TRICHTende Harman van Schayck. Des tot eenen oorconde der waerheyt, endealsoe wy in dese saeke voor dese tij t gheen leensegel en gebruycken,heeft ons belieft te bevelen onszen stadthouder voorsz. tot corroboratievan dien sijn segel an desen openen bryeff te hangen, ende een vanonse leenmannen te beteeckenen vermidts d'afflyvicheit des Greffiers.Gegeven op den huyze Bueren dessen tweeden dach Februarii annovijftien hondert vijff ende tnegentich stilo veteri."
Bezitsgeschiedenis
Eigendom- en bewoningsgeschiedenis In 1470 is Arnout van Steyn eigenaar van een stuk grond van acht morgen nabij Tricht, dat na hem in handen komt van Margaretha van Buren en daarna van Emond van Buchell, drost van Buren, die in 1548 overleed. Na de dood van diens zoon, op de vlucht voor de Spanjaarden vermoord, werd het leen in 1595 door Philips van Hohenlohe, getrouwd met Maria van Nassau, overgedaan op Emond de Gruyter, die aangetrouwde familie was van de Van Buchells en hofmeester van Philips. Emond wilde zijn status uitdrukken in een passende woning en bouwde in 1595 een huis op dit stuk grond. In 1609 werd dit Crayestein omschreven als een herenhuis, toren, schuren, hooibergen en een hof. Het geheel werd omgeven door grachten en ook singels, boomgaarden, weilanden en bossen hoorden bij het goed. De Gruyter kocht nog meer land in de omgeving. Hij overleed in 1631 en zijn zoon Arnold nam Crayestein over. Deze militair maakte grote schulden en moest telkens delen van zijn bezit verkopen. Een van zijn belangrijkste schuldeisers was kapitein Pieter Kemp, die onder admiraal De Ruyter had gevochten en in dienst van de VOC schatrijk werd. Crayestein kwam in zijn handen. In 1667 verhuisden Pieter en Marie van Asperen van Vuren naar Crayestein, maar omdat ze de schulden aan Kemp niet konden inlossen, bleef die laatste eigenaar. De nieuwe bewoners vestigden zich in het herenhuis, omdat hen expliciet werd verboden intrek in de toren te nemen. De zoon van Pieter Kemp verkocht in 1697 het huis aan Elizabeth Lammens, die ging speculeren. Haar broer en zuster waren er ook bij betrokken en de zaken werden zo ondoorzichtig dat ze het verstandiger achtten, Crayestein van de hand te doen. De volgende eigenaar, Robbert Hoogh, substituut rentmeester van IJsselstein, bleek financieel al net zo’n brokkenpiloot en stierf in 1714 met grote schulden. Na zijn begrafenis in de kerk van Tricht veilde zijn weduwe Crayestein. Het hoogste bod kwam van Jacob Ridders, in dienst van de graaf van Culemborg. Ook hij stierf vrij vlot en werd in 1722 eveneens in de kerk van Tricht begraven. Zijn weduwe, Willemina van Nes, beschikte op haar sterfdag dat Crayestein verkocht zou worden. Dat leidde tot ruzie tussen de kinderen uit haar eerste en die uit haar tweede huwelijk. Een van haar dochters, Alida Heynen, die getrouwd was met de militair Johannes d’Everdinge van der Nijpoort, moet in deze tijd op Crayestein gewoond hebben. Enkele van haar kinderen werden in deze jaren in Tricht gedoopt en zelf ondertekende ze een aantal officiële stukken op het huis Crayestein. Na 1731 vertrok zij naar Maastricht, waar ook een halfzus woonde. Later ging ze met haar man rentenieren in het belastingparadijs IJsselstein. Uiteindelijk verkochten Van Nes’ nazaten het huis in 1737 aan de Amsterdammer Jan Claeszoon Lely. Deze betrok met zijn vrouw Marretje Klaas Hoogwater het huis en werd schepen in Buurmalsen en Tricht. Na haar dood hertrouwde hij met Catharine Elisabeth Kemp. Kemp woonde eveneens op Crayestein en leefde daar ook met haar tweede man. Toen die in 1810 overleed, vestigde ze zich als rentenier in Beusichem en verkocht haar kasteel aan haar neef Hendrik Nicolaas. Het is mogelijk dat deze landbouwer de toren heeft afgebroken. Toen zijn kinderen het huis uit waren, verkocht hij Crayestein in 1845 aan Jan van Reekum, een plaatselijke wethouder en boer in wiens familie het huis tot heden gebleven is. (F. Vogelzang, 24-01-2011).
Eigendom- en bewoningsgeschiedenis In 1470 is Arnout van Steyn eigenaar van een stuk grond van acht morgen nabij Tricht, dat na hem in handen komt van Margaretha van Buren en daarna van Emond van Buchell, drost van Buren, die in 1548 overleed. Na de dood van diens zoon, op de vlucht voor de Spanjaarden vermoord, werd het leen in 1595 door Philips van Hohenlohe, getrouwd met Maria van Nassau, overgedaan op Emond de Gruyter, die aangetrouwde familie was van de Van Buchells en hofmeester van Philips. Emond wilde zijn status uitdrukken in een passende woning en bouwde in 1595 een huis op dit stuk grond. In 1609 werd dit Crayestein omschreven als een herenhuis, toren, schuren, hooibergen en een hof. Het geheel werd omgeven door grachten en ook singels, boomgaarden, weilanden en bossen hoorden bij het goed. De Gruyter kocht nog meer land in de omgeving. Hij overleed in 1631 en zijn zoon Arnold nam Crayestein over. Deze militair maakte grote schulden en moest telkens delen van zijn bezit verkopen. Een van zijn belangrijkste schuldeisers was kapitein Pieter Kemp, die onder admiraal De Ruyter had gevochten en in dienst van de VOC schatrijk werd. Crayestein kwam in zijn handen. In 1667 verhuisden Pieter en Marie van Asperen van Vuren naar Crayestein, maar omdat ze de schulden aan Kemp niet konden inlossen, bleef die laatste eigenaar. De nieuwe bewoners vestigden zich in het herenhuis, omdat hen expliciet werd verboden intrek in de toren te nemen. De zoon van Pieter Kemp verkocht in 1697 het huis aan Elizabeth Lammens, die ging speculeren. Haar broer en zuster waren er ook bij betrokken en de zaken werden zo ondoorzichtig dat ze het verstandiger achtten, Crayestein van de hand te doen. De volgende eigenaar, Robbert Hoogh, substituut rentmeester van IJsselstein, bleek financieel al net zo’n brokkenpiloot en stierf in 1714 met grote schulden. Na zijn begrafenis in de kerk van Tricht veilde zijn weduwe Crayestein. Het hoogste bod kwam van Jacob Ridders, in dienst van de graaf van Culemborg. Ook hij stierf vrij vlot en werd in 1722 eveneens in de kerk van Tricht begraven. Zijn weduwe, Willemina van Nes, beschikte op haar sterfdag dat Crayestein verkocht zou worden. Dat leidde tot ruzie tussen de kinderen uit haar eerste en die uit haar tweede huwelijk. Een van haar dochters, Alida Heynen, die getrouwd was met de militair Johannes d’Everdinge van der Nijpoort, moet in deze tijd op Crayestein gewoond hebben. Enkele van haar kinderen werden in deze jaren in Tricht gedoopt en zelf ondertekende ze een aantal officiële stukken op het huis Crayestein. Na 1731 vertrok zij naar Maastricht, waar ook een halfzus woonde. Later ging ze met haar man rentenieren in het belastingparadijs IJsselstein. Uiteindelijk verkochten Van Nes’ nazaten het huis in 1737 aan de Amsterdammer Jan Claeszoon Lely. Deze betrok met zijn vrouw Marretje Klaas Hoogwater het huis en werd schepen in Buurmalsen en Tricht. Na haar dood hertrouwde hij met Catharine Elisabeth Kemp. Kemp woonde eveneens op Crayestein en leefde daar ook met haar tweede man. Toen die in 1810 overleed, vestigde ze zich als rentenier in Beusichem en verkocht haar kasteel aan haar neef Hendrik Nicolaas. Het is mogelijk dat deze landbouwer de toren heeft afgebroken. Toen zijn kinderen het huis uit waren, verkocht hij Crayestein in 1845 aan Jan van Reekum, een plaatselijke wethouder en boer in wiens familie het huis tot heden gebleven is. (F. Vogelzang, 24-01-2011).
Bouwgeschiedenis
Bouwgeschiedenis De Tegenwoordige Staat beschrijft Crayestein als ‘Eene oude adelyke Ridder- Hofstad, Kraaiestein, geheeten. Tot dezelfde behooren ruim veertig morgen Lands. Het Huis legt rondsom in zyne Graften.’ De ouderdom is schijn. De muurankers zijn een indicatie dat het niet om een verdedigbaar huis gaat, maar om een gebouw dat de indruk moet wekken oeroude wortels te hebben, om zo de status van de familie De Gruyter te verhogen. Op de tekening van Jan de Beyer uit het midden van de achttiende eeuw is een vierkante toren zichtbaar met aan twee zijden een maniëristische gevel met voluten. Daartussen bevindt zich een zadeldak. Het op basis van de in 1940 nog vagelijk herkenbare wapenstenen eveneens in 1600 te dateren poortgebouwtje heeft een trapgevel met daarin een duifhuis. Het biedt toegang tot de voorburcht. De toren, die bereikt wordt via een houten loopbrug, ligt op een eilandje. Hij heeft twee verdiepingen en een zolder boven een souterrain, dat boven het water uitsteekt. In een van de gevelwanden is een privaatafvoer te zien. Naast het door bomen goeddeels aan het zicht onttrokken hoofdgebouw met trapgevels, die ook een bouw rond 1600 aanduiden, is nog een kleiner gebouwtje zichtbaar, dat misschien als koetshuis dienst deed. Een afbeelding van Crayestein uit 1728 lijkt deels op fantasie te berusten, met een vreemde aanbouw aan de toren. Vóór 1832 is deze toren verdwenen. Het poortgebouwtje is als enige nog over van het oorspronkelijke huis. Het is tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd en daarna onder bescherming geplaatst. (F. Vogelzang, 24-01-2011).
Bouwgeschiedenis De Tegenwoordige Staat beschrijft Crayestein als ‘Eene oude adelyke Ridder- Hofstad, Kraaiestein, geheeten. Tot dezelfde behooren ruim veertig morgen Lands. Het Huis legt rondsom in zyne Graften.’ De ouderdom is schijn. De muurankers zijn een indicatie dat het niet om een verdedigbaar huis gaat, maar om een gebouw dat de indruk moet wekken oeroude wortels te hebben, om zo de status van de familie De Gruyter te verhogen. Op de tekening van Jan de Beyer uit het midden van de achttiende eeuw is een vierkante toren zichtbaar met aan twee zijden een maniëristische gevel met voluten. Daartussen bevindt zich een zadeldak. Het op basis van de in 1940 nog vagelijk herkenbare wapenstenen eveneens in 1600 te dateren poortgebouwtje heeft een trapgevel met daarin een duifhuis. Het biedt toegang tot de voorburcht. De toren, die bereikt wordt via een houten loopbrug, ligt op een eilandje. Hij heeft twee verdiepingen en een zolder boven een souterrain, dat boven het water uitsteekt. In een van de gevelwanden is een privaatafvoer te zien. Naast het door bomen goeddeels aan het zicht onttrokken hoofdgebouw met trapgevels, die ook een bouw rond 1600 aanduiden, is nog een kleiner gebouwtje zichtbaar, dat misschien als koetshuis dienst deed. Een afbeelding van Crayestein uit 1728 lijkt deels op fantasie te berusten, met een vreemde aanbouw aan de toren. Vóór 1832 is deze toren verdwenen. Het poortgebouwtje is als enige nog over van het oorspronkelijke huis. Het is tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd en daarna onder bescherming geplaatst. (F. Vogelzang, 24-01-2011).
Afbeeldingen
Gewassen pentekening, 174?, 'Huis Krayestein bij Tricht' , door J. De Beijer (Romers 1987, nr. 189).Kadastrale minuut 1826, Gemeente Buurmalsen, Gelderland. Sectie E, blad 1, nr. 70 (kasteeleiland), 64-69 (voorburcht en gracht) (http://watwaswaar.nl/#WW-QK-6-ed-1v-1-3IZM-1n5k---lJ, geraadpleegd op 28-04-2010). Google Earth foto, 2010, Locatie terrein Crayestein/Kraaienstein (Documentatiecentrum NKS).
Gewassen pentekening, 174?, 'Huis Krayestein bij Tricht' , door J. De Beijer (Romers 1987, nr. 189).Kadastrale minuut 1826, Gemeente Buurmalsen, Gelderland. Sectie E, blad 1, nr. 70 (kasteeleiland), 64-69 (voorburcht en gracht) (http://watwaswaar.nl/#WW-QK-6-ed-1v-1-3IZM-1n5k---lJ, geraadpleegd op 28-04-2010). Google Earth foto, 2010, Locatie terrein Crayestein/Kraaienstein (Documentatiecentrum NKS).
Bronnen
Literatuur
Bavel, B.J. P. van, Transitie en continuïteit. De bezitsverhoudingen en de plattelandseconomie in het westelijke gedeelte van het Gelderse rivierengebied ca 1300- ca 1570, Hilversum 1999 Beaufort, R.F.P. de, H.M. van den Berg, 1968, De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst. De provincie Gelderland. Het kwartier van Nijmegen. De Betuwe, ‘s Gravenhage, 141, afb. 123,125. Belonje, J., 1944, “Crayestein onder Tricht” in: Gelre Bijdragen en Mededeelingen, deel 47, p. 41-72. Kort, J.C., Repertorium op de lenen van de hofstede Buren, 1328-1794 Romers, H., 1987, Achttiende-eeuwse gezichten van steden, dorpen en huizen, naar het leven getekend door J. De Beijer. Deel 1. Gelderland en Overijssel, Alphen aan den Rijn , nr. 189. Schilfgaarde, A.P. van, ‘d’Everdinge van der Nijpoort’, De Nederlandse Leeuw, 1940, kolom 147-153 Stenvert, R., e.a., R., 1999, Monumenten in Nederland. Gelderland, Zeist/Zwolle, p. 301. Tegenwoordige staat der Vereenigde Nederlanden. Derde deel. Vervattende de beschryving der provincie Gelderland, met naauwkeurige landkaarten en fraaye printverbeeldingen, 1741, Amsterdam, 343. Zandstra, E., z.j., Kastelen en huizen in de Betuwe, ’s-Gravenhage, 65, 98.
Bavel, B.J. P. van, Transitie en continuïteit. De bezitsverhoudingen en de plattelandseconomie in het westelijke gedeelte van het Gelderse rivierengebied ca 1300- ca 1570, Hilversum 1999 Beaufort, R.F.P. de, H.M. van den Berg, 1968, De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst. De provincie Gelderland. Het kwartier van Nijmegen. De Betuwe, ‘s Gravenhage, 141, afb. 123,125. Belonje, J., 1944, “Crayestein onder Tricht” in: Gelre Bijdragen en Mededeelingen, deel 47, p. 41-72. Kort, J.C., Repertorium op de lenen van de hofstede Buren, 1328-1794 Romers, H., 1987, Achttiende-eeuwse gezichten van steden, dorpen en huizen, naar het leven getekend door J. De Beijer. Deel 1. Gelderland en Overijssel, Alphen aan den Rijn , nr. 189. Schilfgaarde, A.P. van, ‘d’Everdinge van der Nijpoort’, De Nederlandse Leeuw, 1940, kolom 147-153 Stenvert, R., e.a., R., 1999, Monumenten in Nederland. Gelderland, Zeist/Zwolle, p. 301. Tegenwoordige staat der Vereenigde Nederlanden. Derde deel. Vervattende de beschryving der provincie Gelderland, met naauwkeurige landkaarten en fraaye printverbeeldingen, 1741, Amsterdam, 343. Zandstra, E., z.j., Kastelen en huizen in de Betuwe, ’s-Gravenhage, 65, 98.
Documentatie
N.v.t.
N.v.t.
Bescherming gebouw
Status: (Alleen het 16e-eeuwse poortgebouw is een Rijksmonument.)
Monumentnummer: 16523
Alleen van toepassing op het poortgebouw.
Status: (Alleen het 16e-eeuwse poortgebouw is een Rijksmonument.)
Monumentnummer: 16523
Alleen van toepassing op het poortgebouw.
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: Maartje Verhoeckx
Beschrijving gemaakt: 28-04-2010
Auteur: Maartje Verhoeckx
Beschrijving gemaakt: 28-04-2010
Bouwhistorisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Archeologisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Overig onderzoek
N.v.t.
N.v.t.
Geomorfologische codering
2M22, Rivierkom en oeverwalachtige vlakte.
2M22, Rivierkom en oeverwalachtige vlakte.
Bodemkundige codering
Rn46A-VI, Kalkhoudende poldervaaggronden; zware klei, profielverloop 3, of 3 en 4, of 4.
Rn46A-VI, Kalkhoudende poldervaaggronden; zware klei, profielverloop 3, of 3 en 4, of 4.
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.