Waede, de / De Poll
IN BEWERKING [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Waede, de / De Poll
Waede, de / De Poll
Locatie
Adres: Polseweg 32
Huissen
Gemeente Lingewaard
Provincie Gelderland
Het kasteel lag ten zuiden van de Polseweg, achter de woning op nr. 32, maar werd in oorsprong ontsloten vanaf de Papesestraat.
Adres: Polseweg 32
Huissen
Gemeente Lingewaard
Provincie Gelderland
Het kasteel lag ten zuiden van de Polseweg, achter de woning op nr. 32, maar werd in oorsprong ontsloten vanaf de Papesestraat.
Typologie
De typologie van het middeleeuwse kasteel De Waede is niet bekend.
De typologie van het middeleeuwse kasteel De Waede is niet bekend.
Etymologie
De naam De Waede hangt vermoedelijk samen met de ligging van het huis aan de 'waai' of kolk 'De Bloem' geheten. Deze waai is mogelijk ontstaan door een dijkdoorbraak, of is een restant van een zijarm van de Rijn. De naam De Poll komt pas voor vanaf het begin van de 17de eeuw. Het is niet duidelijk waarom de naam is gewijzigd. Het huis lag echter wel op een pol.
De naam De Waede hangt vermoedelijk samen met de ligging van het huis aan de 'waai' of kolk 'De Bloem' geheten. Deze waai is mogelijk ontstaan door een dijkdoorbraak, of is een restant van een zijarm van de Rijn. De naam De Poll komt pas voor vanaf het begin van de 17de eeuw. Het is niet duidelijk waarom de naam is gewijzigd. Het huis lag echter wel op een pol.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: 11 maart 2007
Van het kasteel De Waede is niets meer zichtbaar. Het terrein wordt deels gebruikt als grasland, deels als paardrijveld.
Laatst bijgewerkt: 11 maart 2007
Van het kasteel De Waede is niets meer zichtbaar. Het terrein wordt deels gebruikt als grasland, deels als paardrijveld.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Grondgebruik:
Van het kasteel De Waede is thans niets meer waarneembaar.
Zichtbaar:
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Grondgebruik:
Van het kasteel De Waede is thans niets meer waarneembaar.
Afmetingen
Het kasteelterrein was rechthoekig en had een maat van 85 x 65 meter, met in de noordwesthoek een nagenoeg vierkant terrein met een hoofdburcht van 27 x 22 meter en daaromheen een L-vormige voorburcht waarvan het grootste deel een maat had van 49 x 33 meter. De maten zijn ontleend aan de kadastrale minuut.
Het kasteelterrein was rechthoekig en had een maat van 85 x 65 meter, met in de noordwesthoek een nagenoeg vierkant terrein met een hoofdburcht van 27 x 22 meter en daaromheen een L-vormige voorburcht waarvan het grootste deel een maat had van 49 x 33 meter. De maten zijn ontleend aan de kadastrale minuut.
Oudste vermelding
Datum: onbekend
Bron: onbekend
"onbekend"
In de literatuur wordt vermeld dat Hendrik van Wittenhorst tot Endt of zijn zoon Johan eind zestiende, begin zeventiende eeuw een adellijk huis lieten bouwen op De Waede. (Janssen 1984, 11, onder verwijzing naar Zentrales Staatsarchiv der DDR Merseburg, Bestand Kleve Mark Ravensbrug und Niederlande, Rep. 34, nr. 101, Bd 2 (1661)) Waarschijnlijk ging het hier echter niet om de bouw van het middeleeuwse huis, maar werd er, mogelijk met gebruikmaking van oude elementen, een nieuwe buitenplaats opgetrokken.
Datum: onbekend
Bron: onbekend
"onbekend"
In de literatuur wordt vermeld dat Hendrik van Wittenhorst tot Endt of zijn zoon Johan eind zestiende, begin zeventiende eeuw een adellijk huis lieten bouwen op De Waede. (Janssen 1984, 11, onder verwijzing naar Zentrales Staatsarchiv der DDR Merseburg, Bestand Kleve Mark Ravensbrug und Niederlande, Rep. 34, nr. 101, Bd 2 (1661)) Waarschijnlijk ging het hier echter niet om de bouw van het middeleeuwse huis, maar werd er, mogelijk met gebruikmaking van oude elementen, een nieuwe buitenplaats opgetrokken.
Bezitsgeschiedenis
De naam 'De Waede' komt voor het eerst voor in de bronnen in 1360 en 1364. In het cartularium van het St. Elisabethsconvent te Huissen wordt dan een 'Johannes Wolteri ex Wada' of 'Johannes Wolters uiter Waden' genoemd. Mogelijk was deze Johannes al in bezit van een goed De Waede. Dit goed De Waede wordt echter pas voor het eerst genoemd in een oorkonde van 8 juni 1347, wanneer Philippus De Heecker 'dat goeth in der Waden' afstaat aan Theodericus de Bilandt, ridder. De familie Van Bylandt heeft het vervolgens bezeten tot 1487, waarna het bij een boedelscheiding overging op Adolf van Wylich, heer van Diersfordt en diens echtgenote Elizabeth van Bylandt. Zowel de familie Van Bylandt als de familie Van Wylich heeft het goed in leen uitgegeven. Over de leenmannen onder de Van Bylandts is niet veel bekend, over die van de Van Wylichs iets meer. In de bronnen is er tot dan toe steeds sprake geweest van een 'goed' De Waede. Het (nieuwe?) adellijk huis zou gebouwd zijn door Hendrik van Wittenhorst tot Endt (na 1561 en voor 1579 in bezit gekomen van De Waede) en/of diens zoon Johan (1609-1629) (Janssen 1984, 11). In 1629 moest de weduwe van Johan het goed De Waede verkopen om zijn schulden af te kunnen lossen. Het kwam toen in handen van Maximiliaan van Frentz. Zijn zoon Johan verkocht het in 1651 aan zijn schoonvader Johan Creusen. Diens erfgenamen verkochten het vervolgens in 1656 aan Eustachius Puchler, waarna het vererfde op diens zoon Frantz Puchler. Nadat deze in 1673 gesneuveld was bij de verdediging van Maastricht tegen de Fransen verkochten zijn weduwe en kinderen het goed aan Johan van Alphen. Na diens dood vererfde het op zijn nicht Wilhelmina Adriana van Overpelt (dochter van Christina van Alphen en Jan Aryssen Overpelt), getrouwd met Hendrik Juliaan van Spittaell tot Gruethuys. Hun kleindochter Wilhelmina Juliana van Spittaell trouwde met Johannes Carolus Ferdinandus Adrianus baron van Laer van Hoenlo. Wilhelmina overleed al snel, waarna de baron hertrouwde. De zoon uit dit tweede huwelijk, Alexander Josephus Ludovicus, baron van Laer van Hoenlo, was de laatste bewoner van De Poll. Na zijn dood in 1875 werd het goed door de erfgenamen in kavels verkocht en werden huis en bijgebouwen gesloopt. Op het terrein werd vervolgens een nieuwe boerderij gebouwd.
De naam 'De Waede' komt voor het eerst voor in de bronnen in 1360 en 1364. In het cartularium van het St. Elisabethsconvent te Huissen wordt dan een 'Johannes Wolteri ex Wada' of 'Johannes Wolters uiter Waden' genoemd. Mogelijk was deze Johannes al in bezit van een goed De Waede. Dit goed De Waede wordt echter pas voor het eerst genoemd in een oorkonde van 8 juni 1347, wanneer Philippus De Heecker 'dat goeth in der Waden' afstaat aan Theodericus de Bilandt, ridder. De familie Van Bylandt heeft het vervolgens bezeten tot 1487, waarna het bij een boedelscheiding overging op Adolf van Wylich, heer van Diersfordt en diens echtgenote Elizabeth van Bylandt. Zowel de familie Van Bylandt als de familie Van Wylich heeft het goed in leen uitgegeven. Over de leenmannen onder de Van Bylandts is niet veel bekend, over die van de Van Wylichs iets meer. In de bronnen is er tot dan toe steeds sprake geweest van een 'goed' De Waede. Het (nieuwe?) adellijk huis zou gebouwd zijn door Hendrik van Wittenhorst tot Endt (na 1561 en voor 1579 in bezit gekomen van De Waede) en/of diens zoon Johan (1609-1629) (Janssen 1984, 11). In 1629 moest de weduwe van Johan het goed De Waede verkopen om zijn schulden af te kunnen lossen. Het kwam toen in handen van Maximiliaan van Frentz. Zijn zoon Johan verkocht het in 1651 aan zijn schoonvader Johan Creusen. Diens erfgenamen verkochten het vervolgens in 1656 aan Eustachius Puchler, waarna het vererfde op diens zoon Frantz Puchler. Nadat deze in 1673 gesneuveld was bij de verdediging van Maastricht tegen de Fransen verkochten zijn weduwe en kinderen het goed aan Johan van Alphen. Na diens dood vererfde het op zijn nicht Wilhelmina Adriana van Overpelt (dochter van Christina van Alphen en Jan Aryssen Overpelt), getrouwd met Hendrik Juliaan van Spittaell tot Gruethuys. Hun kleindochter Wilhelmina Juliana van Spittaell trouwde met Johannes Carolus Ferdinandus Adrianus baron van Laer van Hoenlo. Wilhelmina overleed al snel, waarna de baron hertrouwde. De zoon uit dit tweede huwelijk, Alexander Josephus Ludovicus, baron van Laer van Hoenlo, was de laatste bewoner van De Poll. Na zijn dood in 1875 werd het goed door de erfgenamen in kavels verkocht en werden huis en bijgebouwen gesloopt. Op het terrein werd vervolgens een nieuwe boerderij gebouwd.
Bouwgeschiedenis
Ook het middeleeuwse huis De Waede is niets bekend. Uit archeologische vondsten ter plaatse blijkt dat het gebied vanaf de veertiende eeuw bewoond is geweest. Of er toen al een versterkt huis heeft gestaan, is onbekend. Bij de verkoop in 1656 wordt het omschreven als een omgracht huis van twee bouwlagen boven een kelder met 'daer aen een poorthuys met een optreckende brug'. Het huis lijkt niet bijster groot te zijn geweest en bevatte 'twee verscheyde kelders', op de begane grond een 'schoone camer' en een 'sallet' (vermoedelijk van elkaar gescheiden door een entree met hal en trap), op de verdieping drie 'schoone camers' en tot slot 'koorn en duyff solders'. Of dit het huis is zoals Stellingwerf het rond 1720 tekende is niet duidelijk. Hij tekende een rechthoekig huis met een ronde hoektoren. Dat rechthoekige huis zou kunnen kloppen, maar de ronde toren is dan in 1656 niet vermeld.Op de 'bovenste plaats' bevond zich in 1656 een wagenhuis met paardenstal. Buiten het terrein lagen een bouwhuis en schuur. Dit omgrachte huis is waarschijnlijk anders georiënteerd geweest dan het middeleeuwse huis. Op de kadastrale minuut van 1830 is te zien dat de oude voorburcht achter dit huis ligt in plaats van ervoor, en dat er toen al geen bebouwing meer aanwezig was op de voorburcht. Alleen ten noorden van het terrein bevinden zich twee bijgebouwen.Afgaande op de kadastrale minuut van 1830 had het huis toen een U-vorm met mogelijk een traptoren in een van de binnenhoeken.Huis en bijgebouwen zijn in 1875 gesloopt. Ten noorden van het oorspronkelijke bouwhuis is een nieuwe boerderij gebouwd. Naar verluidt zou in het achterhuis een deel van een van de schuren van het kasteel zijn opgenomen, maar of dit zo is, is niet bekend en kan niet meer worden geverifieerd. De boerderij is namelijk in 1990 afgebrand en op de funderingen is een nieuw huis gebouwd.Van het bouwhuis is in 1983 bij een onderzoek op het terrein de kelder teruggevonden. De toen geuite veronderstelling dat op de hoofdburcht, gezien de geringe maat van het terrein, een woontoren had gestaan en dat het 17de-eeuwse huis op de voorburcht gezocht moest worden is niet juist. Op de kadastrale minuut wordt immers op de hoofdburcht het 17de-eeuwse huis duidelijk afgebeeld en blijkt deze hoofdburcht helemaal niet zo klein te zijn, namelijk 27 x 22 m.Naar verluidt zou de kelder van het huis nog lange tijd dienst hebben gedaan als winteropslag voor groente en tenslotte zijn gesloopt, maar vermoedelijk wordt hiermee de in 1983 teruggevonden kelder bedoeld.
Ook het middeleeuwse huis De Waede is niets bekend. Uit archeologische vondsten ter plaatse blijkt dat het gebied vanaf de veertiende eeuw bewoond is geweest. Of er toen al een versterkt huis heeft gestaan, is onbekend. Bij de verkoop in 1656 wordt het omschreven als een omgracht huis van twee bouwlagen boven een kelder met 'daer aen een poorthuys met een optreckende brug'. Het huis lijkt niet bijster groot te zijn geweest en bevatte 'twee verscheyde kelders', op de begane grond een 'schoone camer' en een 'sallet' (vermoedelijk van elkaar gescheiden door een entree met hal en trap), op de verdieping drie 'schoone camers' en tot slot 'koorn en duyff solders'. Of dit het huis is zoals Stellingwerf het rond 1720 tekende is niet duidelijk. Hij tekende een rechthoekig huis met een ronde hoektoren. Dat rechthoekige huis zou kunnen kloppen, maar de ronde toren is dan in 1656 niet vermeld.Op de 'bovenste plaats' bevond zich in 1656 een wagenhuis met paardenstal. Buiten het terrein lagen een bouwhuis en schuur. Dit omgrachte huis is waarschijnlijk anders georiënteerd geweest dan het middeleeuwse huis. Op de kadastrale minuut van 1830 is te zien dat de oude voorburcht achter dit huis ligt in plaats van ervoor, en dat er toen al geen bebouwing meer aanwezig was op de voorburcht. Alleen ten noorden van het terrein bevinden zich twee bijgebouwen.Afgaande op de kadastrale minuut van 1830 had het huis toen een U-vorm met mogelijk een traptoren in een van de binnenhoeken.Huis en bijgebouwen zijn in 1875 gesloopt. Ten noorden van het oorspronkelijke bouwhuis is een nieuwe boerderij gebouwd. Naar verluidt zou in het achterhuis een deel van een van de schuren van het kasteel zijn opgenomen, maar of dit zo is, is niet bekend en kan niet meer worden geverifieerd. De boerderij is namelijk in 1990 afgebrand en op de funderingen is een nieuw huis gebouwd.Van het bouwhuis is in 1983 bij een onderzoek op het terrein de kelder teruggevonden. De toen geuite veronderstelling dat op de hoofdburcht, gezien de geringe maat van het terrein, een woontoren had gestaan en dat het 17de-eeuwse huis op de voorburcht gezocht moest worden is niet juist. Op de kadastrale minuut wordt immers op de hoofdburcht het 17de-eeuwse huis duidelijk afgebeeld en blijkt deze hoofdburcht helemaal niet zo klein te zijn, namelijk 27 x 22 m.Naar verluidt zou de kelder van het huis nog lange tijd dienst hebben gedaan als winteropslag voor groente en tenslotte zijn gesloopt, maar vermoedelijk wordt hiermee de in 1983 teruggevonden kelder bedoeld.
Afbeeldingen
Fantasietekening van Stellingwerf, circa 1720, Gemeentebibliotheek Rotterdam. Afgebeeld bij Belonje 1958, t.o. 26.Plattegrond van het kasteel De Waede op de kadastrale minuut van 1830, gemeente Huissen, sectie E, blad 1, perceel nr. 109 tot en met 111.
Fantasietekening van Stellingwerf, circa 1720, Gemeentebibliotheek Rotterdam. Afgebeeld bij Belonje 1958, t.o. 26.Plattegrond van het kasteel De Waede op de kadastrale minuut van 1830, gemeente Huissen, sectie E, blad 1, perceel nr. 109 tot en met 111.
Literatuur
Belonje, J., 1958, 'Het 'Adellijke Gesees' de Poll bij Huissen', in: Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie, deel XII, blz. 26-42.Derksen, H.W.J., ; Verkoop van 'De Poll' in 1656', in: Mededelingen Historische Kring Huessen 4(1978/1979) nr 4/5, blz. 204-207.Janssen, Th.H., 1984, 'Het voormalige Adellijke Goed: 'De Waede' of 'De Poll', in: Mededelingen Historische Kring Huessen, 9(1984) nr 1/2, blz. 4-19.Melchers, R.J.H., 'Herinneringen aan landgoed De Pol', in: Mededelingen Historische Kring Huessen 24(1999) nr 1, blz. 22-23, 40.
Belonje, J., 1958, 'Het 'Adellijke Gesees' de Poll bij Huissen', in: Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie, deel XII, blz. 26-42.Derksen, H.W.J., ; Verkoop van 'De Poll' in 1656', in: Mededelingen Historische Kring Huessen 4(1978/1979) nr 4/5, blz. 204-207.Janssen, Th.H., 1984, 'Het voormalige Adellijke Goed: 'De Waede' of 'De Poll', in: Mededelingen Historische Kring Huessen, 9(1984) nr 1/2, blz. 4-19.Melchers, R.J.H., 'Herinneringen aan landgoed De Pol', in: Mededelingen Historische Kring Huessen 24(1999) nr 1, blz. 22-23, 40.
Documentatie
Bescherming gebouw
Status:
Status:
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: T. Hermans en M.D. Saan
Beschrijving gemaakt: 11-04-2007
Auteur: T. Hermans en M.D. Saan
Beschrijving gemaakt: 11-04-2007
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Archeologisch onderzoek RCE
Overig onderzoek
1983, Historische Kring Huessen
1983, Historische Kring Huessen
Geomorfologische codering
Bodemkundige codering
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.