Rijnhuizen
IN BEWERKING [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Rijnhuizen
Rijnhuizen
Locatie
Adres: Edisonbaan 14 (was Overeindseweg 2), 3439 MN
Nieuwegein
Gemeente Nieuwegein
Provincie Utrecht
Rijnhuizen is gelegen ten zuiden van de Jutphasewetering en ten oosten van de Vaartse Rijn.
Adres: Edisonbaan 14 (was Overeindseweg 2), 3439 MN
Nieuwegein
Gemeente Nieuwegein
Provincie Utrecht
Rijnhuizen is gelegen ten zuiden van de Jutphasewetering en ten oosten van de Vaartse Rijn.
Typologie
Vermoedelijk is Rijnhuizen ontstaan uit een woontoren, gezien de vierkante ruimte die is gevonden in de kelder van het huis die uit de veertiende of vijftiende eeuw zou stammen (Olde Meierink 1995, 394 (Zie tekening aldaar)).
Vermoedelijk is Rijnhuizen ontstaan uit een woontoren, gezien de vierkante ruimte die is gevonden in de kelder van het huis die uit de veertiende of vijftiende eeuw zou stammen (Olde Meierink 1995, 394 (Zie tekening aldaar)).
Etymologie
De naam heeft mogelijk te maken met het geslacht Van Rijn of Van Rijn van Jutphaas. Een andere mogelijkheid is dat de naam afgeleid is van de locatie van het kasteel: een 'nederzetting aan de (Vaartse) Rijn'.
De naam heeft mogelijk te maken met het geslacht Van Rijn of Van Rijn van Jutphaas. Een andere mogelijkheid is dat de naam afgeleid is van de locatie van het kasteel: een 'nederzetting aan de (Vaartse) Rijn'.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: november 2010
Het kasteel Rijnhuizen is in gebruik als kantoorruimte. Het kasteel wordt omringd door een park dat door de FOM beperkt is opengesteld voor recreanten.
Laatst bijgewerkt: november 2010
Het kasteel Rijnhuizen is in gebruik als kantoorruimte. Het kasteel wordt omringd door een park dat door de FOM beperkt is opengesteld voor recreanten.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
De resten van een middeleeuws vierkante bouw zijn te vinden in de kelder van Rijnhuizen en tussen de vensters van de noordgevel zou nog oud metselwerk aanwezig kunnen zijn.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
De resten van een middeleeuws vierkante bouw zijn te vinden in de kelder van Rijnhuizen en tussen de vensters van de noordgevel zou nog oud metselwerk aanwezig kunnen zijn.
Afmetingen
Archis meldt: Het oudst bekende gebouw, een vierkante, gemetselde woontoren (donjon), met een omvang van circa 6 x 6 m en een muurdikte van 1,0 tot 1,5 meter, dateert uit de 14e of 15e eeuw.
Archis meldt: Het oudst bekende gebouw, een vierkante, gemetselde woontoren (donjon), met een omvang van circa 6 x 6 m en een muurdikte van 1,0 tot 1,5 meter, dateert uit de 14e of 15e eeuw.
Fysisch-geografische situering
Zoals vermeld in Archis: geomorfologie en bodemkunde - Bebouwing.
Zoals vermeld in Archis: geomorfologie en bodemkunde - Bebouwing.
Oudste vermelding
Datum: 1459
Bron: Gaasbeekse leenregisters
"'enen huysinge gelegen tot Jutphaes met achte hont lants dair dat voirs huysz op staet aen die oestersyde van de Ryn. In Johansz [Johan van Rijn, ook wel Johan van Jutphaas genoemd] voirsz gerichte dair maest gelant syn Gysbertsz erfgenamen van muden aen die zyde van der huysinge voirs ende aen die ander zyde henr. witten erfgen.'"
In 1459 is er in het Gaasbeeks leenregister sprake van 'enen huysinge gelegen in Jutphaes' waarmee Johan van Jutphaas beleend wordt. Bij deze belening kunnen we met redelijke zekerheid ervan uitgaan dat het hier inderdaad om Rijnhuizen ging. In de literatuur over Rijnhuizen wordt ook wel gesteld dat het huis ouder is, en wellicht al in de veertiende eeuw bestaan zou hebben. Verder onderzoek is nodig om hier meer duidelijkheid over te krijgen.
Datum: 1459
Bron: Gaasbeekse leenregisters
"'enen huysinge gelegen tot Jutphaes met achte hont lants dair dat voirs huysz op staet aen die oestersyde van de Ryn. In Johansz [Johan van Rijn, ook wel Johan van Jutphaas genoemd] voirsz gerichte dair maest gelant syn Gysbertsz erfgenamen van muden aen die zyde van der huysinge voirs ende aen die ander zyde henr. witten erfgen.'"
In 1459 is er in het Gaasbeeks leenregister sprake van 'enen huysinge gelegen in Jutphaes' waarmee Johan van Jutphaas beleend wordt. Bij deze belening kunnen we met redelijke zekerheid ervan uitgaan dat het hier inderdaad om Rijnhuizen ging. In de literatuur over Rijnhuizen wordt ook wel gesteld dat het huis ouder is, en wellicht al in de veertiende eeuw bestaan zou hebben. Verder onderzoek is nodig om hier meer duidelijkheid over te krijgen.
Bezitsgeschiedenis
In 1459 werd Rijnhuizen beleend aan Johan van Rijn (ook wel Johan van Jutphaas genoemd). Tot 1607 zou Rijnhuizen in dit geslacht blijven. Johans oudste zoon Adriaan was getrouwd met Lysbeth van Hemert en werd in 1468 met Rijnhuizen beleend. Hun oudste zoon Dirk verkreeg het huis in 1497. Dirks oudste zoon Johan was getrouwd met Margreet van Voorst. Hun huwelijk bleef kinderloos en Rijnhuizen kwam toe aan Johans broer Gerrit. Deze bleef ongehuwd, zodat het huis toe kwam aan zijn zuster Johanna, de weduwe van Wolter van Baexem. Als zij in 1607 sterft, komt Rijnhuizen in het bezit van haar nicht Wilhelmina van Riebeeck. Zij verkoopt in 1608 de heerlijkheid Rijnhuizen aan Nicolaas de Malapert; in 1620 verkoopt zij om financiële redenen het huis. De nieuwe eigenaar is Hendrik van Tuyll van Serooskerken. Zijn dochter Alexandrine trouwt met Carel van Utenhove, heer van het nabij gelegen Rijnestein; zijn zoon Reynoud volgt hem op als heer van Rijnhuizen. Als Reynoud in 1652 sterft, laat hij alleen minderjarige kinderen na. Rijnhuizen wordt dan gekocht door Louis de Geer, Amsterdams koopman. Zijn zoon jhr. mr. Jan Jacob de Geer erft Rijnhuizen. Hij sterft in 1884; het huis valt dan aan zijn dochter jonkvrouw Ada Mathilda de Geer toe. Zij is getrouwd met Gijsbert Carel Duco baron van Hardenbroek van Lockhorst. Tot 1943 blijft het huis in handen van dit geslacht, daarna gaat het over in handen van M.R. van der Molen, die getrouwd was met de kleindochter van barones van Hardenbroek van Lockhorst. In 1958 droeg hij Rijnhuizen over aan de Stichting Fundamenteel Onderzoek van de Materie (FOM), die op de buitenplaats een onderzoeksinstituut met laboratoria vestigde.
In 1459 werd Rijnhuizen beleend aan Johan van Rijn (ook wel Johan van Jutphaas genoemd). Tot 1607 zou Rijnhuizen in dit geslacht blijven. Johans oudste zoon Adriaan was getrouwd met Lysbeth van Hemert en werd in 1468 met Rijnhuizen beleend. Hun oudste zoon Dirk verkreeg het huis in 1497. Dirks oudste zoon Johan was getrouwd met Margreet van Voorst. Hun huwelijk bleef kinderloos en Rijnhuizen kwam toe aan Johans broer Gerrit. Deze bleef ongehuwd, zodat het huis toe kwam aan zijn zuster Johanna, de weduwe van Wolter van Baexem. Als zij in 1607 sterft, komt Rijnhuizen in het bezit van haar nicht Wilhelmina van Riebeeck. Zij verkoopt in 1608 de heerlijkheid Rijnhuizen aan Nicolaas de Malapert; in 1620 verkoopt zij om financiële redenen het huis. De nieuwe eigenaar is Hendrik van Tuyll van Serooskerken. Zijn dochter Alexandrine trouwt met Carel van Utenhove, heer van het nabij gelegen Rijnestein; zijn zoon Reynoud volgt hem op als heer van Rijnhuizen. Als Reynoud in 1652 sterft, laat hij alleen minderjarige kinderen na. Rijnhuizen wordt dan gekocht door Louis de Geer, Amsterdams koopman. Zijn zoon jhr. mr. Jan Jacob de Geer erft Rijnhuizen. Hij sterft in 1884; het huis valt dan aan zijn dochter jonkvrouw Ada Mathilda de Geer toe. Zij is getrouwd met Gijsbert Carel Duco baron van Hardenbroek van Lockhorst. Tot 1943 blijft het huis in handen van dit geslacht, daarna gaat het over in handen van M.R. van der Molen, die getrouwd was met de kleindochter van barones van Hardenbroek van Lockhorst. In 1958 droeg hij Rijnhuizen over aan de Stichting Fundamenteel Onderzoek van de Materie (FOM), die op de buitenplaats een onderzoeksinstituut met laboratoria vestigde.
Bouwgeschiedenis
In het souterrain van het huidige huis zijn restanten teruggevonden van een vierkante ruimte van 5,7 x 5 meter buitenwerks, met een muurdikte van 1,1 m. en een baksteenformaat van 28/29 x 15 x8 cm, die mogelijk de kelder van een woontoren is geweest. Het is waarschijnlijk dat deze ruimte tegelijk met een woonvleugel is gebouwd. Op een kaart uit 1626 is Rijnhuizen afgebeeld als een omgracht huis van twee bouwlagen onder twee evenwijdige zadeldaken en met een toren in het midden van de achterzijde. In 1637 is het middeleeuwse huis met een vrijwel vierkante plattegrond door middel van een zuidvleugel en de verlenging van de beide middeleeuwse vleugels naar het westen door Reynoud van Tuyll van Serooskerken vergroot tot een blokvormig landhuis met een driebeukige plattegrond. Rechts- en linksachter zijn funderingen van achthoekige torens aangetroffen, die uit de zeventiende eeuw dateren, maar die niet verder zijn opgetrokken. In de achttiende en negentiende eeuw heeft het huis weinig veranderingen ondergaan. In de negentiende eeuw werd het huis inwendig gemoderniseerd. In 1959 werd Rijnhuizen gerestaureerd en enigszins aangepast. Van Gulick (samenst.) p. 263 meldt dat er in 1959 tijdens een verbouwing nog restanten van de toren op de begane grond zichtbaar waren.
In het souterrain van het huidige huis zijn restanten teruggevonden van een vierkante ruimte van 5,7 x 5 meter buitenwerks, met een muurdikte van 1,1 m. en een baksteenformaat van 28/29 x 15 x8 cm, die mogelijk de kelder van een woontoren is geweest. Het is waarschijnlijk dat deze ruimte tegelijk met een woonvleugel is gebouwd. Op een kaart uit 1626 is Rijnhuizen afgebeeld als een omgracht huis van twee bouwlagen onder twee evenwijdige zadeldaken en met een toren in het midden van de achterzijde. In 1637 is het middeleeuwse huis met een vrijwel vierkante plattegrond door middel van een zuidvleugel en de verlenging van de beide middeleeuwse vleugels naar het westen door Reynoud van Tuyll van Serooskerken vergroot tot een blokvormig landhuis met een driebeukige plattegrond. Rechts- en linksachter zijn funderingen van achthoekige torens aangetroffen, die uit de zeventiende eeuw dateren, maar die niet verder zijn opgetrokken. In de achttiende en negentiende eeuw heeft het huis weinig veranderingen ondergaan. In de negentiende eeuw werd het huis inwendig gemoderniseerd. In 1959 werd Rijnhuizen gerestaureerd en enigszins aangepast. Van Gulick (samenst.) p. 263 meldt dat er in 1959 tijdens een verbouwing nog restanten van de toren op de begane grond zichtbaar waren.
Afbeeldingen
- Rijnhuizen gezien vanuit het noordoosten, tekening, Roelant Roghman, 1646/47. Particuliere collectie (Olde Meierink 1995, 391).- Rijnhuyse, naar een gravure van Caspar Specht, 1698 (De Rijcke 1981, B18).- Rijnhuizen vanuit het westen gezien, tekening, Cornelis Pronk, 1731. Particuliere collectie (Olde Meierink 1995, 393).- Plattegrond kelder en bel-etage, tekening, R.G. Bosch van Drakenstein (Olde Meierink 1995, 394).- Kadastrale minuut, 1819-1821, gemeente Jutphaas, Utrecht, sectie D, blad 2, nr. 373 (http://watwaswaar.nl/#VU-UE-A-ed-1v-1-39BQ-20vY---3Dp, geraadpleegd op 08-07-2010)- Google Earth foto, 2010, locatie Rijnhuizen (Documentatiecentrum NKS, digitale documentatie).
- Rijnhuizen gezien vanuit het noordoosten, tekening, Roelant Roghman, 1646/47. Particuliere collectie (Olde Meierink 1995, 391).- Rijnhuyse, naar een gravure van Caspar Specht, 1698 (De Rijcke 1981, B18).- Rijnhuizen vanuit het westen gezien, tekening, Cornelis Pronk, 1731. Particuliere collectie (Olde Meierink 1995, 393).- Plattegrond kelder en bel-etage, tekening, R.G. Bosch van Drakenstein (Olde Meierink 1995, 394).- Kadastrale minuut, 1819-1821, gemeente Jutphaas, Utrecht, sectie D, blad 2, nr. 373 (http://watwaswaar.nl/#VU-UE-A-ed-1v-1-39BQ-20vY---3Dp, geraadpleegd op 08-07-2010)- Google Earth foto, 2010, locatie Rijnhuizen (Documentatiecentrum NKS, digitale documentatie).
Bronnen
Kort, J.C., 2001, Repertorium op de lenen van Gaasbeek, Hilversum, 90-91.
Kort, J.C., 2001, Repertorium op de lenen van Gaasbeek, Hilversum, 90-91.
Literatuur
- Dommerholt, J., 2005, Kastelen en buitens in 'Oud'-Nieuwegein, Nieuwegein, 55-62. - Kolman, C., B. Olde Meierink, R. Stenvert, 1996, Monumenten in Nederland. Utrecht, Zeist/Zwolle, 174-176.- Olde Meierink, B., 1995, 'Rijnhuizen', in: Olde Meierink, B., e.a. (red.), Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht, 391-395. - Rientjes, A.E., 1947, Het kerspel Jutfaas, 129-133. - Rijcke, P. de, 1981, Wetenswaardigheden betreffende het Kasteel Rijnhuizen en Omstreken. - Schut, J., en G.H.P. de Waard, 1979, Van ridderhofstad tot buitenplaats, 39-48. - Wittert van Hoogland, E.B.F.F., 1909-1912, Bijdragen tot de geschiedenis der Utrechtsche ridderhofsteden en heerlijkheden 's-Gravenhage, II, 545-558.
- Dommerholt, J., 2005, Kastelen en buitens in 'Oud'-Nieuwegein, Nieuwegein, 55-62. - Kolman, C., B. Olde Meierink, R. Stenvert, 1996, Monumenten in Nederland. Utrecht, Zeist/Zwolle, 174-176.- Olde Meierink, B., 1995, 'Rijnhuizen', in: Olde Meierink, B., e.a. (red.), Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht, 391-395. - Rientjes, A.E., 1947, Het kerspel Jutfaas, 129-133. - Rijcke, P. de, 1981, Wetenswaardigheden betreffende het Kasteel Rijnhuizen en Omstreken. - Schut, J., en G.H.P. de Waard, 1979, Van ridderhofstad tot buitenplaats, 39-48. - Wittert van Hoogland, E.B.F.F., 1909-1912, Bijdragen tot de geschiedenis der Utrechtsche ridderhofsteden en heerlijkheden 's-Gravenhage, II, 545-558.
Documentatie
Bescherming gebouw
Status: (30420)
Monumentnummer: 30420
ODB Beschrijving (www.kich.nl): 'Rhijnhuizen. 17e eeuws statig landhuis, middenpartij tympanen met de wapens van Geer Tamminga, hoge brug, dakruiter. Voorplein wordt door lage bouwhuizen afgesloten, 17e eeuw. Toegangshek met wapendragende leeuwen, 18e eeuw. Inwendig zaal met jute beschilderde bespanning, 18e eeuw, waarboven oudere stuczoldering, alles in de oude bruine beschildering. Theekoepel, 18e eeuw'.
Status: (30420)
Monumentnummer: 30420
ODB Beschrijving (www.kich.nl): 'Rhijnhuizen. 17e eeuws statig landhuis, middenpartij tympanen met de wapens van Geer Tamminga, hoge brug, dakruiter. Voorplein wordt door lage bouwhuizen afgesloten, 17e eeuw. Toegangshek met wapendragende leeuwen, 18e eeuw. Inwendig zaal met jute beschilderde bespanning, 18e eeuw, waarboven oudere stuczoldering, alles in de oude bruine beschildering. Theekoepel, 18e eeuw'.
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: J (Bestemmingsplan Plettenburg-De Wiers)
Bestemming: (Kantoren)
Bestemming: (Het betreft het omringende kasteelpark.)
Bestemmingsplan: J (Bestemmingsplan Plettenburg-De Wiers)
Bestemming: (Kantoren)
Bestemming: (Het betreft het omringende kasteelpark.)
Auteur en datum
Auteur: J. Reijnders
Beschrijving gemaakt: 20 maart 2001
Auteur: J. Reijnders
Beschrijving gemaakt: 20 maart 2001
Bouwhistorisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Archeologisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Overig onderzoek
2006, archeologische begeleiding uitgevoerd door Oranjewoud BV.
2006, archeologische begeleiding uitgevoerd door Oranjewoud BV.
Geomorfologische codering
B, Bebouwing.
B, Bebouwing.
Bodemkundige codering
|h, Bebouwing.
|h, Bebouwing.
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.