Drakenburg
VOLLEDIG [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Drakenburg
Drakenburg
Locatie
Adres: Zandheuvelweg 5
Baarn
Gemeente Baarn
Provincie Utrecht
Drakenburg was gelegen op het perceel aan Zandheuvelweg 5 in Baarn, direct ten noorden van de huidige buitenplaats Groeneveld.
Adres: Zandheuvelweg 5
Baarn
Gemeente Baarn
Provincie Utrecht
Drakenburg was gelegen op het perceel aan Zandheuvelweg 5 in Baarn, direct ten noorden van de huidige buitenplaats Groeneveld.
Typologie
Het is niet bekend hoe Drakenburg er in de middeleeuwen heeft uitgezien.
Het is niet bekend hoe Drakenburg er in de middeleeuwen heeft uitgezien.
Etymologie
Onbekend
Onbekend
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: 2-4-2009
Van het middeleeuwse huis zijn bovengronds geen resten bewaard gebleven. De langhuisboerderij op perceel Zandheuvelweg 5, die tot 2005 op het kasteelterrein stond, is afgebroken om plaats te maken voor de huidige villa. Er is toestemming ook gevraagd om opnieuw grachten aan te brengen, en er is een plan voor de aanleg van een bos op het nu nogal kale terrein.
Laatst bijgewerkt: 2-4-2009
Van het middeleeuwse huis zijn bovengronds geen resten bewaard gebleven. De langhuisboerderij op perceel Zandheuvelweg 5, die tot 2005 op het kasteelterrein stond, is afgebroken om plaats te maken voor de huidige villa. Er is toestemming ook gevraagd om opnieuw grachten aan te brengen, en er is een plan voor de aanleg van een bos op het nu nogal kale terrein.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Van het middeleeuwse kasteel zijn bovengronds vrijwel geen sporen bewaard gebleven. Mogelijk bevinden zich in de bodem nog sporen van het middeleeuwse huis. In de het midden van de oostelijke en in de noordelijke gracht kunnen zich nog resten bevinden van oude bruggen.
Zichtbaar:
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Van het middeleeuwse kasteel zijn bovengronds vrijwel geen sporen bewaard gebleven. Mogelijk bevinden zich in de bodem nog sporen van het middeleeuwse huis. In de het midden van de oostelijke en in de noordelijke gracht kunnen zich nog resten bevinden van oude bruggen.
Afmetingen
Het gehele terrein mat ca 40 x 38 m, inclusief de buitenste grachten. Te midden van dit terrein lag het omgrachte hoofdhuis. Dit omgrachte terrein mat ca. 6 x 7 m. Deze afmetingen zijn gebaseerd op de kadastrale minuut van 1824.
Het gehele terrein mat ca 40 x 38 m, inclusief de buitenste grachten. Te midden van dit terrein lag het omgrachte hoofdhuis. Dit omgrachte terrein mat ca. 6 x 7 m. Deze afmetingen zijn gebaseerd op de kadastrale minuut van 1824.
Fysisch-geografische situering
Het kasteel was gelegen op een zandspoelgebied tussen twee stuwwallen. Wat geomorfologie betreft, gaat het om een zandspoelwaaier.
Het kasteel was gelegen op een zandspoelgebied tussen twee stuwwallen. Wat geomorfologie betreft, gaat het om een zandspoelwaaier.
Oudste vermelding
Datum: 1434
Bron: (Maris 1956, 24)
"Dat huys metter hofstede tot Drakensteyn met den cingelen ende cingel graven, also als dat geleegen is in 't Wilde veen in den Kerspel van Baern."
In 1434 werd Frederik van Drakenborg beleend met 'die hoffstede toe Drakensteyn gelegen an der nonnenlant', het huidige Drakenstein, en bovendien met 'dat huys metter hofstede tot Drakensteyn met den cingelen ende cingel graven, also als dat geleegen is in 't Wilde veen in den Kerspel van Baern.', waarmee Drakenburg wordt genoemd.
Datum: 1434
Bron: (Maris 1956, 24)
"Dat huys metter hofstede tot Drakensteyn met den cingelen ende cingel graven, also als dat geleegen is in 't Wilde veen in den Kerspel van Baern."
In 1434 werd Frederik van Drakenborg beleend met 'die hoffstede toe Drakensteyn gelegen an der nonnenlant', het huidige Drakenstein, en bovendien met 'dat huys metter hofstede tot Drakensteyn met den cingelen ende cingel graven, also als dat geleegen is in 't Wilde veen in den Kerspel van Baern.', waarmee Drakenburg wordt genoemd.
Bezitsgeschiedenis
In 1340 komt de naam Drakenborg voor het eerst voor. Werner van Drakenborg, later schepen te Utrecht, was toen de eerste die zich Van Drakenburg noemde. Mogelijk noemde hij zich naar het stadskasteel Drakenburg aan de Oudegracht in Utrecht dat zijn vader Frederik al in 1300 in bezit had. In 1434 wordt kasteel Drakenburg voor het eerst genoemd. Frederik van Drakenborg werd toen door de Utrechtse bisschop beleend met zowel Drakenburg als het kasteel Drakenstein in Lage Vuursche. Mogelijk houdt de stichting van Drakenburg verband met de aanleg van de Drakenburgergracht of -wetering. Frederik van Drakenborg heeft deze met toestemming van Floris van Wevelinkhoven, de bisschop van Utrecht tussen 1378 en 1393, aangelegd. De wetering werd aangelegd om turf af te voeren uit de Wilde Venen, de veengebieden op de overgang naar de hogere grond van het Gooi. Mogelijk werd Drakenburg gebouwd om de belangen van de familie Van Drakenborg in de vervening veilig te stellen. De familie Van Drakenborg bleef in het bezit van Drakenburg tot 1520 toen Johan van Drakenborg overleed. Zijn dochter Josina, getrouwd met Dirk van Zuylen, droeg in 1570 Drakenburg over aan haar zoon Nicolaas van Drakenburg, waarbij zij zelf het vruchtgebruik behield. Nicolaas droeg voor zijn dood Drakenburg in 1602 over aan zijn zoon Dirck van Zuylen. In 1635 overleed Dirck, waarbij Drakenburg in handen kwam van zijn broer Johan. Bij diens dood in 1641 ging Drakenburg over op zijn neef Johan van Renesse van Moermont, de zoon van zijn zuster Cornelia, op voorwaarde dat zijn weduwe er tot haar dood (in 1635) mocht blijven wonen. Johan van Renesse overleed in 1664, terwijl zijn enige dochter en erfgename, Gijsberta Antonia nog minderjarig was. Haar voogden verkochten Drakenburg in 1672 aan Willem Joseph van Ghent, luitenant-admiraal van Holland en West-Friesland. Hij sneuvelde drie maanden in de zeeslag bij het Engelse Soleday, waarna zijn zoon Nicolaas hem opvolgde. Deze overleed ongehuwd in 1710. Drakenburg werd verkocht aan Georg Roeters, lid van een Amsterdams regentengeslacht. Bij deze gelegenheid werd het zuidelijke deel van het landgoed apart verkocht. Op dit terrein werd de buitenplaats Groeneveld gesticht. Na het overlijden van de weduwe van Georg Roeters in 1768 verkochten de erfgenamen Drakenburg aan Pieter baron van Reede van Oudshoorn tot Nederhorst. Deze was na 25 jaar in het buitenland in dienst van de VOC weer naar Nederland teruggekeerd. Waarschijnlijk heeft de baron Drakenburg gekocht omdat hij daardoor een zetel in de Staten van Utrecht verkreeg. Al in 1772 nam hij echter zijn oude functie bij de VOC weer aan, en vertrok het gezin naar de Kaap. De baron overleed onderweg, en zijn weduwe en kinderen bleven in Zuid-Afrika wonen. Zij verkochten Drakenburg in 1777 aan mr. Willem Nicolaas Roëll. Vervolgens werd het in 1791 verkocht aan Gijsbert Hermannus Mulders. Na zijn overlijden in 1809 kwam het huis in handen van Johan Holstein, die het in 1811 liet afbreken. Zijn weduwe verkocht het goed in 1823 aan Gerard Vrolik, die bevriend was met Jacob van Lennep. Drakenburg speelde onder de naam 'Guldenhof' een belangrijke rol in diens roman 'Ferdinand Huyck'. In 1860 werd het landgoed Drakenburg aangekocht door Frederik Lodewijk Bosch van Drakenstein, die in 1894 ook Drakenstein van zijn vader erfde, waarmee Drakenburg en Drakenstein weer in één hand verenigd waren. Sindsdien is Drakenburg verschillende malen verkocht. Heden ten dage is het in handen van een bankier uit Blaricum die op de plek van de huidige boerderij met behoud van de resten van het oude huis Drakenburg een nieuwe villa heeft opgetrokken.
In 1340 komt de naam Drakenborg voor het eerst voor. Werner van Drakenborg, later schepen te Utrecht, was toen de eerste die zich Van Drakenburg noemde. Mogelijk noemde hij zich naar het stadskasteel Drakenburg aan de Oudegracht in Utrecht dat zijn vader Frederik al in 1300 in bezit had. In 1434 wordt kasteel Drakenburg voor het eerst genoemd. Frederik van Drakenborg werd toen door de Utrechtse bisschop beleend met zowel Drakenburg als het kasteel Drakenstein in Lage Vuursche. Mogelijk houdt de stichting van Drakenburg verband met de aanleg van de Drakenburgergracht of -wetering. Frederik van Drakenborg heeft deze met toestemming van Floris van Wevelinkhoven, de bisschop van Utrecht tussen 1378 en 1393, aangelegd. De wetering werd aangelegd om turf af te voeren uit de Wilde Venen, de veengebieden op de overgang naar de hogere grond van het Gooi. Mogelijk werd Drakenburg gebouwd om de belangen van de familie Van Drakenborg in de vervening veilig te stellen. De familie Van Drakenborg bleef in het bezit van Drakenburg tot 1520 toen Johan van Drakenborg overleed. Zijn dochter Josina, getrouwd met Dirk van Zuylen, droeg in 1570 Drakenburg over aan haar zoon Nicolaas van Drakenburg, waarbij zij zelf het vruchtgebruik behield. Nicolaas droeg voor zijn dood Drakenburg in 1602 over aan zijn zoon Dirck van Zuylen. In 1635 overleed Dirck, waarbij Drakenburg in handen kwam van zijn broer Johan. Bij diens dood in 1641 ging Drakenburg over op zijn neef Johan van Renesse van Moermont, de zoon van zijn zuster Cornelia, op voorwaarde dat zijn weduwe er tot haar dood (in 1635) mocht blijven wonen. Johan van Renesse overleed in 1664, terwijl zijn enige dochter en erfgename, Gijsberta Antonia nog minderjarig was. Haar voogden verkochten Drakenburg in 1672 aan Willem Joseph van Ghent, luitenant-admiraal van Holland en West-Friesland. Hij sneuvelde drie maanden in de zeeslag bij het Engelse Soleday, waarna zijn zoon Nicolaas hem opvolgde. Deze overleed ongehuwd in 1710. Drakenburg werd verkocht aan Georg Roeters, lid van een Amsterdams regentengeslacht. Bij deze gelegenheid werd het zuidelijke deel van het landgoed apart verkocht. Op dit terrein werd de buitenplaats Groeneveld gesticht. Na het overlijden van de weduwe van Georg Roeters in 1768 verkochten de erfgenamen Drakenburg aan Pieter baron van Reede van Oudshoorn tot Nederhorst. Deze was na 25 jaar in het buitenland in dienst van de VOC weer naar Nederland teruggekeerd. Waarschijnlijk heeft de baron Drakenburg gekocht omdat hij daardoor een zetel in de Staten van Utrecht verkreeg. Al in 1772 nam hij echter zijn oude functie bij de VOC weer aan, en vertrok het gezin naar de Kaap. De baron overleed onderweg, en zijn weduwe en kinderen bleven in Zuid-Afrika wonen. Zij verkochten Drakenburg in 1777 aan mr. Willem Nicolaas Roëll. Vervolgens werd het in 1791 verkocht aan Gijsbert Hermannus Mulders. Na zijn overlijden in 1809 kwam het huis in handen van Johan Holstein, die het in 1811 liet afbreken. Zijn weduwe verkocht het goed in 1823 aan Gerard Vrolik, die bevriend was met Jacob van Lennep. Drakenburg speelde onder de naam 'Guldenhof' een belangrijke rol in diens roman 'Ferdinand Huyck'. In 1860 werd het landgoed Drakenburg aangekocht door Frederik Lodewijk Bosch van Drakenstein, die in 1894 ook Drakenstein van zijn vader erfde, waarmee Drakenburg en Drakenstein weer in één hand verenigd waren. Sindsdien is Drakenburg verschillende malen verkocht. Heden ten dage is het in handen van een bankier uit Blaricum die op de plek van de huidige boerderij met behoud van de resten van het oude huis Drakenburg een nieuwe villa heeft opgetrokken.
Bouwgeschiedenis
De oudste afbeelding van Drakenburg staat op een kaart van het Gooiland uit 1619. Hierop is Drakenburg een L-vormig huis, bestaande uit twee evenwijdige vleugels onder zadeldaken haaks op een vleugel aan de noordzijde, gelegen op een vierkant omgracht terrein. Een achttiende-eeuwse kopie van een zeventiende-eeuwse kaart toont Drakenburg als een complex gebouwen rond een binnenplaats met op de noordwesthoek een grote vierkante toren en op de zuidoosthoek een kleinere ronde toren, gelegen op een terrein omgeven door een dubbele gracht. Deze ronde toren is ook zichtbaar op de tekening van Drakenburg uit ca. 1665 in het Ridderhofstedenboek, hoewel de indeling van de gebouwen rond de binnenplaats anders lijkt te zijn. Aan de noordzijde en de westzijde (achter) bevonden zich twee haaks op elkaar staande woonvleugels bestaande uit een woonlaag boven een kelder met zadeldaken tussen bakstenen trapgevels. Waarschijnlijk is Drakenburg na ca. 1673 ingrijpend verbouwd. Op de tekeningen van Cornelis Pronk uit ca. 1730 en Jan de Beyer uit ca. 1744 is te zien dat de vierkante toren bewaard is gebleven, maar dat de andere bouwdelen zijn veranderd. Aan de westzijde van de hoofdburcht lag de woonvleugel, met aan weerskanten van de binnenplaats twee uitspringende zijvleugels. De ingang was verplaatst naar het midden van de hoofdvleugel, in een vierkante toren die boven de gootlijn achthoekig werd. Van der Aa meldt dat dit huis in de achttiende eeuw gesloopt en vervangen is door een ander huis, dat op zijn beurt in 1811 gesloopt zou zijn om plaats te maken voor een landhuis met een neoclassicistisch uiterlijk van een bouwlaag onder een schilddak, aan de voorzijde voorzien van een portico. Dit wordt echter niet bevestigd door de kadastrale kaart van ca. 1820. Hierop is alleen een rechthoekig omgracht terrein zichtbaar zonder enige verbouwing. Hetzelfde beeld biedt de topografische militaire kaart uit 1847. Ook de gracht is dan al grotendeels verdwenen. Van huis Drakenburg zelf is dus niets bewaard gebleven. Op de voormalige voorburcht zijn nog wel de fundamenten aangetroffen van het linkerbouwhuis en de achtermuur van het rechterbouwhuis, die was opgenomen in de voormalige boerderij en de huidige villa. Deze bouwhuizen zijn te zien op de tekening van Cornelis Pronk, en stammen dus waarschijnlijk uit de periode tussen 1673 en 1730.In 2005 zijn de boerderij en de bijgebouwen op het terrein onder archeologische begeleiding gesloopt. Daarbij zijn losse vondsten aangetroffen in de vorm van keramiekscherven, bot, houtskool en bouwmaterialen daterend vanaf de late Middeleeuwen. Ook zijn verschillende sporen aangetroffen, zoals sporen van de voormalige buitengrachten van het kasteel. Het oudste materiaal uit deze grachten dateert uit de veertiende eeuw, maar de meeste vondsten dateren uit de zeventiende en achttiende eeuw. Mogelijk zijn deze grachten dan ook aangelegd rond 1700 tijdens de verbouwing van het kasteel.
De oudste afbeelding van Drakenburg staat op een kaart van het Gooiland uit 1619. Hierop is Drakenburg een L-vormig huis, bestaande uit twee evenwijdige vleugels onder zadeldaken haaks op een vleugel aan de noordzijde, gelegen op een vierkant omgracht terrein. Een achttiende-eeuwse kopie van een zeventiende-eeuwse kaart toont Drakenburg als een complex gebouwen rond een binnenplaats met op de noordwesthoek een grote vierkante toren en op de zuidoosthoek een kleinere ronde toren, gelegen op een terrein omgeven door een dubbele gracht. Deze ronde toren is ook zichtbaar op de tekening van Drakenburg uit ca. 1665 in het Ridderhofstedenboek, hoewel de indeling van de gebouwen rond de binnenplaats anders lijkt te zijn. Aan de noordzijde en de westzijde (achter) bevonden zich twee haaks op elkaar staande woonvleugels bestaande uit een woonlaag boven een kelder met zadeldaken tussen bakstenen trapgevels. Waarschijnlijk is Drakenburg na ca. 1673 ingrijpend verbouwd. Op de tekeningen van Cornelis Pronk uit ca. 1730 en Jan de Beyer uit ca. 1744 is te zien dat de vierkante toren bewaard is gebleven, maar dat de andere bouwdelen zijn veranderd. Aan de westzijde van de hoofdburcht lag de woonvleugel, met aan weerskanten van de binnenplaats twee uitspringende zijvleugels. De ingang was verplaatst naar het midden van de hoofdvleugel, in een vierkante toren die boven de gootlijn achthoekig werd. Van der Aa meldt dat dit huis in de achttiende eeuw gesloopt en vervangen is door een ander huis, dat op zijn beurt in 1811 gesloopt zou zijn om plaats te maken voor een landhuis met een neoclassicistisch uiterlijk van een bouwlaag onder een schilddak, aan de voorzijde voorzien van een portico. Dit wordt echter niet bevestigd door de kadastrale kaart van ca. 1820. Hierop is alleen een rechthoekig omgracht terrein zichtbaar zonder enige verbouwing. Hetzelfde beeld biedt de topografische militaire kaart uit 1847. Ook de gracht is dan al grotendeels verdwenen. Van huis Drakenburg zelf is dus niets bewaard gebleven. Op de voormalige voorburcht zijn nog wel de fundamenten aangetroffen van het linkerbouwhuis en de achtermuur van het rechterbouwhuis, die was opgenomen in de voormalige boerderij en de huidige villa. Deze bouwhuizen zijn te zien op de tekening van Cornelis Pronk, en stammen dus waarschijnlijk uit de periode tussen 1673 en 1730.In 2005 zijn de boerderij en de bijgebouwen op het terrein onder archeologische begeleiding gesloopt. Daarbij zijn losse vondsten aangetroffen in de vorm van keramiekscherven, bot, houtskool en bouwmaterialen daterend vanaf de late Middeleeuwen. Ook zijn verschillende sporen aangetroffen, zoals sporen van de voormalige buitengrachten van het kasteel. Het oudste materiaal uit deze grachten dateert uit de veertiende eeuw, maar de meeste vondsten dateren uit de zeventiende en achttiende eeuw. Mogelijk zijn deze grachten dan ook aangelegd rond 1700 tijdens de verbouwing van het kasteel.
Afbeeldingen
- Tekening in het Ridderhofstedenboek, anoniem, ca. 1665. RUA TA 1119-7 (Olde Meierink 1995, 170).- Tekening van Drakenburg, door L.P. Serrurier, 1729. RUA TA 1260 (Gaasbeek 1994, 499). - Pentekening van Drakenburg, door Cornelis Pronk, ca. 1730. KHA, MCS/665 (Olde Meierink 1995, 171).- Tekening van Drakenburg, door Jan de Beyer, uit 1744. KHA, MCS/664 (Olde Meierink 1995, 172).- Kaart, achttiende-eeuwse kopie naar een zeventiende-eeuws origineel. Stichting Taets van Amerongen, Kasteel Renswoude (repro FGU) (Olde Meierink 1995, 173).- Kaart uit 1619, gemaakt n.a.v. een grenscorrectie tussen Utrecht en Holland. ARA VTH 2582 (Zie ook Documentatiecentrum Nederlandse Kastelenstichting). - Kadastrale minuut, 1824, kadastrale gemeente Baarn, sectie C, blad 1. Hoofdhuis perceel 93 t/m 98. (Bewerking door door A. Viersen in: Olde Meierink 1995, 174; en http://watwaswaar.nl/#Wm-Xo-6-ed-1v-1-3IWm-2J28---1fd, geraadpleegd op 06-03-2010).- Kadastrale minuut (1824) over Google Earth foto, 2010, Locatie Terrein Drakenburg. (NKS digitale documentatie)
- Tekening in het Ridderhofstedenboek, anoniem, ca. 1665. RUA TA 1119-7 (Olde Meierink 1995, 170).- Tekening van Drakenburg, door L.P. Serrurier, 1729. RUA TA 1260 (Gaasbeek 1994, 499). - Pentekening van Drakenburg, door Cornelis Pronk, ca. 1730. KHA, MCS/665 (Olde Meierink 1995, 171).- Tekening van Drakenburg, door Jan de Beyer, uit 1744. KHA, MCS/664 (Olde Meierink 1995, 172).- Kaart, achttiende-eeuwse kopie naar een zeventiende-eeuws origineel. Stichting Taets van Amerongen, Kasteel Renswoude (repro FGU) (Olde Meierink 1995, 173).- Kaart uit 1619, gemaakt n.a.v. een grenscorrectie tussen Utrecht en Holland. ARA VTH 2582 (Zie ook Documentatiecentrum Nederlandse Kastelenstichting). - Kadastrale minuut, 1824, kadastrale gemeente Baarn, sectie C, blad 1. Hoofdhuis perceel 93 t/m 98. (Bewerking door door A. Viersen in: Olde Meierink 1995, 174; en http://watwaswaar.nl/#Wm-Xo-6-ed-1v-1-3IWm-2J28---1fd, geraadpleegd op 06-03-2010).- Kadastrale minuut (1824) over Google Earth foto, 2010, Locatie Terrein Drakenburg. (NKS digitale documentatie)
Bronnen
Literatuur
- Bronkhorst, H., 2000, 'Drakenburg, een verdwenen Baarns kasteel', in: Baerne, tijdschrift van de Historische Kring Baerne, september 2000. - Gaasbeek, F., J. van 't Hoff en M. Koenders, 1994, Baarn, Geschiedenis en architectuur. Monumenteninventarisatie provincie Utrecht, Zeist, 498-500.- Jordanov, M.S., P.A.M.M. van Kempen m.m.v. S.Oskamp en J.W. Bloemink, 2005, Plangebied Drakenburg, gemeente Baarn; archeologische begeleiding van de graaf- en sloopwerkzaamheden, Amsterdam 2005. RAAP-rapport 1193. - Kempen, P.A.M.M., 2003, Beschermd archeologisch monument Drakenburg, een inventariserend archeologisch en bouwhistorisch onderzoek, Amsterdam 2003, RAAP-rapport 974.- Laan, J. van der, 2005, 'Kasteelterrein Drakenburg, in: Baerne', tijdschrift van de Historische Kring Baerne, maart 2005.- Molenaar, S, Beschermd archeologisch monument Drakenburg, kelderaanleg boerderij, gemeente Baarn. Een inventariserend archeologisch onderzoek, Amsterddam 2004. RAAP-notitie 598.- Olde Meierink, B., 'Drakenburg', in: Olde Meierink, B., e.a. (red.), 1995, Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht, 170-174.- Out, J., 1994, 'Drakenburg en zijn bewoners, van ridderhofstad tot buitenhuis', in: Historische Kring Eemnes 16 (1994) nr. 87 p. 11-17. - Pluim, T. , 1932, Uit de geschiedenis van Baarn, Hilversum, 113-117.- Runhaar, H., 'Exotische villa op plek Drakenburg', De Gooi- en Eemlander, 5 februari 2004.
- Bronkhorst, H., 2000, 'Drakenburg, een verdwenen Baarns kasteel', in: Baerne, tijdschrift van de Historische Kring Baerne, september 2000. - Gaasbeek, F., J. van 't Hoff en M. Koenders, 1994, Baarn, Geschiedenis en architectuur. Monumenteninventarisatie provincie Utrecht, Zeist, 498-500.- Jordanov, M.S., P.A.M.M. van Kempen m.m.v. S.Oskamp en J.W. Bloemink, 2005, Plangebied Drakenburg, gemeente Baarn; archeologische begeleiding van de graaf- en sloopwerkzaamheden, Amsterdam 2005. RAAP-rapport 1193. - Kempen, P.A.M.M., 2003, Beschermd archeologisch monument Drakenburg, een inventariserend archeologisch en bouwhistorisch onderzoek, Amsterdam 2003, RAAP-rapport 974.- Laan, J. van der, 2005, 'Kasteelterrein Drakenburg, in: Baerne', tijdschrift van de Historische Kring Baerne, maart 2005.- Molenaar, S, Beschermd archeologisch monument Drakenburg, kelderaanleg boerderij, gemeente Baarn. Een inventariserend archeologisch onderzoek, Amsterddam 2004. RAAP-notitie 598.- Olde Meierink, B., 'Drakenburg', in: Olde Meierink, B., e.a. (red.), 1995, Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht, 170-174.- Out, J., 1994, 'Drakenburg en zijn bewoners, van ridderhofstad tot buitenhuis', in: Historische Kring Eemnes 16 (1994) nr. 87 p. 11-17. - Pluim, T. , 1932, Uit de geschiedenis van Baarn, Hilversum, 113-117.- Runhaar, H., 'Exotische villa op plek Drakenburg', De Gooi- en Eemlander, 5 februari 2004.
Documentatie
Bescherming gebouw
Status:
Status:
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: J (ontwerpbestemmingsplan landelijk gebied 2008)
Bestemming: (('landgoed/buitenplaats'))
Bestemmingsplan: J (ontwerpbestemmingsplan landelijk gebied 2008)
Bestemming: (('landgoed/buitenplaats'))
Auteur en datum
Auteur: M.D. Saan
Beschrijving gemaakt: 13-04-2005
Auteur: M.D. Saan
Beschrijving gemaakt: 13-04-2005
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Archeologisch onderzoek RCE
Visuele inspectie ROB 1965 door P.C. Houttuin en F.A. Groen.In het kader van het AMR-project is het terrein op 22 september 2004 bezocht.
Visuele inspectie ROB 1965 door P.C. Houttuin en F.A. Groen.In het kader van het AMR-project is het terrein op 22 september 2004 bezocht.
Overig onderzoek
Geomorfologische codering
2M9, Vlakte van ten dele verspoelde dekzanden.
2M9, Vlakte van ten dele verspoelde dekzanden.
Bodemkundige codering
pZn21-II, Gooreerdgronden; leemarm en zwak lemig fijn zand.
pZn21-II, Gooreerdgronden; leemarm en zwak lemig fijn zand.
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.