Loenersloot
VOLLEDIG [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Loenersloot
Loenersloot
Locatie
Adres: Rijksstraatweg 211
Loenersloot
Gemeente Loenen
Provincie Utrecht
Loenersloot is gelegen aan de westzijde van het dorpje Loenersloot in de gemeente Loenen, op de westelijke oeverwal van het riviertje de Angstel. Het dorpje is ontstaan bij het kasteel.
Adres: Rijksstraatweg 211
Loenersloot
Gemeente Loenen
Provincie Utrecht
Loenersloot is gelegen aan de westzijde van het dorpje Loenersloot in de gemeente Loenen, op de westelijke oeverwal van het riviertje de Angstel. Het dorpje is ontstaan bij het kasteel.
Typologie
Loenersloot was waarschijnlijk voor de gedeeltelijke transformatie tot een vierkant kasteel een polygonale burcht.
Loenersloot was waarschijnlijk voor de gedeeltelijke transformatie tot een vierkant kasteel een polygonale burcht.
Etymologie
De naam is ontleend aan het riviertje de Angstel dat oorspronkelijk Loenersloot of Lonoralaca heette.
De naam is ontleend aan het riviertje de Angstel dat oorspronkelijk Loenersloot of Lonoralaca heette.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: 22-2-2000.
Het nog omgrachte kasteel bevindt zich nog in de toestand zoals deze bij de verbouwingen in de jaren 1767-1777 en omstreeks 1900 ontstond. Het koetshuis uit 1770 bevat nog delen van ouder muurwerk. Ook de dwarshuisboerderij halverwege de oprijlaan, die op een afzonderlijke eiland lag, heeft mogelijk nog een oudere kern. Bij de brug ligt een portierswoning. Ten noorden van het kasteel ligt een parkbos in landschapstijl uit omstreeks 1800.
Laatst bijgewerkt: 22-2-2000.
Het nog omgrachte kasteel bevindt zich nog in de toestand zoals deze bij de verbouwingen in de jaren 1767-1777 en omstreeks 1900 ontstond. Het koetshuis uit 1770 bevat nog delen van ouder muurwerk. Ook de dwarshuisboerderij halverwege de oprijlaan, die op een afzonderlijke eiland lag, heeft mogelijk nog een oudere kern. Bij de brug ligt een portierswoning. Ten noorden van het kasteel ligt een parkbos in landschapstijl uit omstreeks 1800.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Van het middeleeuwse kasteel, gebouwd in de late 13de en vroege 14de eeuw, resteren de toren, een deel van de ringmuur, alsmede de 14de-eeuwse oostvleugel, noord- en zuidvleugel.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Van het middeleeuwse kasteel, gebouwd in de late 13de en vroege 14de eeuw, resteren de toren, een deel van de ringmuur, alsmede de 14de-eeuwse oostvleugel, noord- en zuidvleugel.
Afmetingen
De hoofdburcht heeft een buitenomtrek van ca. 23 x 30 m. en was verbonden met een brug naar de voorburcht van ongeveer vergelijkbare grootte. De buitenomtrek van huis en voorburcht exclusief grachten was ongeveer 30 x 60 meter. Ten zuiden van het huis, bij de huidige boerderij, lag de omgrachtte voorhof waarvan de omtrek zonder archeologisch onderzoek niet bekend is. Het totale terrein inclusief de buitengracht was ca. 120 x 150 m.
De hoofdburcht heeft een buitenomtrek van ca. 23 x 30 m. en was verbonden met een brug naar de voorburcht van ongeveer vergelijkbare grootte. De buitenomtrek van huis en voorburcht exclusief grachten was ongeveer 30 x 60 meter. Ten zuiden van het huis, bij de huidige boerderij, lag de omgrachtte voorhof waarvan de omtrek zonder archeologisch onderzoek niet bekend is. Het totale terrein inclusief de buitengracht was ca. 120 x 150 m.
Fysisch-geografische situering
[Zoals vermeld in Archis: geomorfologie - Bebouwing , bodemkunde - Kalkloze drechtvaaggrondn; profielverloop 1.] Het kasteel is gebouwd op de westelijke oeverwal van de veenrivier de Angstel. Het kasteel is gefundeerd op zand van de oeverwal en op geulafzettingen. Deze vormen heden een rivierinversierug in de uitgestrekte veenweidegebieden in het oosten en westen. Voor de bouw van een zandlichaam voor het kasteel en voor de consolidatie van de grachten moest eerst een laag veen van maximaal 2 meter dik worden afgegraven. Zodoende werden de geulafzettingen opgehoogd, die het resultaat waren van de verzanding van een oude tak van de Rijn (Coppelman 2005, nr. 50).
[Zoals vermeld in Archis: geomorfologie - Bebouwing , bodemkunde - Kalkloze drechtvaaggrondn; profielverloop 1.] Het kasteel is gebouwd op de westelijke oeverwal van de veenrivier de Angstel. Het kasteel is gefundeerd op zand van de oeverwal en op geulafzettingen. Deze vormen heden een rivierinversierug in de uitgestrekte veenweidegebieden in het oosten en westen. Voor de bouw van een zandlichaam voor het kasteel en voor de consolidatie van de grachten moest eerst een laag veen van maximaal 2 meter dik worden afgegraven. Zodoende werden de geulafzettingen opgehoogd, die het resultaat waren van de verzanding van een oude tak van de Rijn (Coppelman 2005, nr. 50).
Oudste vermelding
Datum: 1258, 24 februari.
Bron: OSU, dl. III, nr. 1455.
In 1258 vermeldt als 'Curia Loinrescloet' terwijl in de oudste lijst van leenmannen van Gelre (1270) sprake is van '...curiam que dicitur Odehof'(In latere bronnen 'Aldehof' genoemd). De familienaam wordt reeds in de 12de eeuw genoemd. De eerste was Henricus de Lonreslothe (1156).
Datum: 1258, 24 februari.
Bron: OSU, dl. III, nr. 1455.
In 1258 vermeldt als 'Curia Loinrescloet' terwijl in de oudste lijst van leenmannen van Gelre (1270) sprake is van '...curiam que dicitur Odehof'(In latere bronnen 'Aldehof' genoemd). De familienaam wordt reeds in de 12de eeuw genoemd. De eerste was Henricus de Lonreslothe (1156).
Bezitsgeschiedenis
De eerste bezitters waren leden van het geslacht (Splinter) van Loenersloot. De naam Van Loenersloot komt voor het eerst voor in 1156, wanneer een Hendricus de Lonreslothe vermeld wordt als een getuige. In 1185 worden Henricus de Lonreslote et zijn broer Gerardus Splinter vermeld. Dirk gezegd Splinter de Loenresloe, ridder droeg in 1258 het hof te Loinrescloet' in leen op aan Graaf Otto van Gelre. In de lijst van Gelderse lenen uit omstreeks 1270 werd het genoemd 'curia que dicitur O[l]dehof..' Hoewel sprake is van een 'Hof'(grote agrarische eenheid) zou men uit de context kunnen opmaken dat er wel een versterkt huis aanwezig was. Dirk Splinter, die in 1373 door de hertog van Gelre met het kasteel beleend was, gedroeg zich als een roofridder en maakte zich daardoor onmogelijk. Door een opvolgingsstrijd was er in Gelre geen feitelijke leenheer, de Utrechtse bisschop zag de kans schoon Dirk Splinter te dwingen hem in 1386 zijn kasteel als een 'open huis' in leen op te dragen. Dirk Splinter' s dochter Elsabee en haar man Willem van IJzendoorn raakten diep in de schulden en moesten het kasteel in 1428 verkopen aan de Hollandse edelman Boudewijn van Zwieten. Na zijn dood in 1454 werd hij opgevolgd door zijn kleinzoon Arend, die moest beloven het kasteel niet verder te versterken en het als een open huis aan de bisschop op moest dragen. Arends kleinzoon Dirk van Zwieten verkocht Loenersloot in 1516 aan Amelis van Amstel van Mijnden. Loenersloot bleef in handen van de familie Van Amstel van Mijnden tot 1684 toen Maria Johanna van Amstel van Mijnden stierf. Haar zoon Diederik van Stepraedt erfde Loenersloot toen hij in 1707 meerderjarig werd. Aangezien hij en ook zijn dochter Maria Agnes elders verbleven, werd het verhuurd. In 1766 besloot men Loenersloot te verkopen. Koper was Hendrik Willem van Hoorn, die het kasteel begon te verbouwen. Doordat hij na vier jaar failliet ging, moest hij het echter verkopen aan mr. Andries Jan Strick van Linschoten. Zowel Via het huwelijk van Stricks'dochter Geertruida Johanna Antonia met mr. Paulus Hubert Martini Buys kwam het in een nieuw geslacht. Het bleef in de familie Marini Buys tot omstreeks 1990, toen mevrouw M.F.M. baronesse van Nagell, geboren Martini Buys het onderbracht in de Stichting Kasteel Loenersloot, de huidige eigenaar.
De eerste bezitters waren leden van het geslacht (Splinter) van Loenersloot. De naam Van Loenersloot komt voor het eerst voor in 1156, wanneer een Hendricus de Lonreslothe vermeld wordt als een getuige. In 1185 worden Henricus de Lonreslote et zijn broer Gerardus Splinter vermeld. Dirk gezegd Splinter de Loenresloe, ridder droeg in 1258 het hof te Loinrescloet' in leen op aan Graaf Otto van Gelre. In de lijst van Gelderse lenen uit omstreeks 1270 werd het genoemd 'curia que dicitur O[l]dehof..' Hoewel sprake is van een 'Hof'(grote agrarische eenheid) zou men uit de context kunnen opmaken dat er wel een versterkt huis aanwezig was. Dirk Splinter, die in 1373 door de hertog van Gelre met het kasteel beleend was, gedroeg zich als een roofridder en maakte zich daardoor onmogelijk. Door een opvolgingsstrijd was er in Gelre geen feitelijke leenheer, de Utrechtse bisschop zag de kans schoon Dirk Splinter te dwingen hem in 1386 zijn kasteel als een 'open huis' in leen op te dragen. Dirk Splinter' s dochter Elsabee en haar man Willem van IJzendoorn raakten diep in de schulden en moesten het kasteel in 1428 verkopen aan de Hollandse edelman Boudewijn van Zwieten. Na zijn dood in 1454 werd hij opgevolgd door zijn kleinzoon Arend, die moest beloven het kasteel niet verder te versterken en het als een open huis aan de bisschop op moest dragen. Arends kleinzoon Dirk van Zwieten verkocht Loenersloot in 1516 aan Amelis van Amstel van Mijnden. Loenersloot bleef in handen van de familie Van Amstel van Mijnden tot 1684 toen Maria Johanna van Amstel van Mijnden stierf. Haar zoon Diederik van Stepraedt erfde Loenersloot toen hij in 1707 meerderjarig werd. Aangezien hij en ook zijn dochter Maria Agnes elders verbleven, werd het verhuurd. In 1766 besloot men Loenersloot te verkopen. Koper was Hendrik Willem van Hoorn, die het kasteel begon te verbouwen. Doordat hij na vier jaar failliet ging, moest hij het echter verkopen aan mr. Andries Jan Strick van Linschoten. Zowel Via het huwelijk van Stricks'dochter Geertruida Johanna Antonia met mr. Paulus Hubert Martini Buys kwam het in een nieuw geslacht. Het bleef in de familie Marini Buys tot omstreeks 1990, toen mevrouw M.F.M. baronesse van Nagell, geboren Martini Buys het onderbracht in de Stichting Kasteel Loenersloot, de huidige eigenaar.
Historische betekenis
Belangrijk nog bestaand voorbeeld van een 13de-eeuwse polygonale burcht die men in de 14de eeuw heeft trachten te transformeren in een vierkante burcht.
Belangrijk nog bestaand voorbeeld van een 13de-eeuwse polygonale burcht die men in de 14de eeuw heeft trachten te transformeren in een vierkante burcht.
Bouwgeschiedenis
In 1258 droeg Dirk Splinter van Loenersloot het Hof te Loenrersloot op in leen aan de graaf van Gelre. Hoewel de aanduiding Hof Loenersloot geen aanwijzing is voor de aanwezigheid van een versterkt huis, is het gezien de historisch context mogelijk dat het kasteel rond die tijd in aanbouw of recentelijk voltooid was. Gezien de polygonale vorm en gebruikte steenformaat (30 x 14 x 8 cm) is een datering in de tweede helft van de 13de eeuw waarschijnlijk. Het oudste gedeelte van Loenersloot bestaat uit hoge ronde toren en een deel van een als keermuur gebruikte veelhoekige ringmuur, voorzien van een weergang op bogen. De ligging van de toren direct aan de ringmuur behoort bij het concept van de polygonale burcht en maakt een ontstaan uit een motte niet erg waarschijnlijk. Aan de oostzijde verrees in de eerste helft van de 14de eeuw de huidige oostvleugel, een forse zaalbouw van 23,5 x 9,5 m alsmede een dwars verbindingslid met de toren. In de tweede helft van de 14de eeuw bouwde men de noord- en zuidvleugel waardoor een min of meer vierkant kasteel ontstond. In 1386 werd het een 'open huis' van de Utrechtse bisschop. In het tweede kwart van de 16de eeuw vonden opnieuw verbouwingen en moderniseringen plaats, waarbij ondermeer het poortgebouw werd verbouwd. zijn. Aan het eind van de 16de eeuw werd het kasteel hersteld. Jacob van Amstel van Mijnden heeft het kasteel in 1619-'20 en in 1630 verbouwd. Aan de noordzijde verrees omstreeks 1630 een gallerijvleugel, die vrij snel zal zijn verdwenen. Ook Jacobs zoon Joost van Amstel van Mijnden heeft in 1648-'53 verbouwingen uitgevoerd. Vanaf 1679 zal het zelden meer zijn bewoond en in de eerste helft van de 18de eeuw werd Loenersloot verhuurd. Om die reden zal weinig zijn veranderd, waardoor het in 1766 toen Hendrik Willem van Hoorn het kocht, niet meer aan de toenmalige wooneisen voldeed. Van Hoorn wilde het kasteel veranderen in een 'modern' buitenhuis, waarvoor de ringmuur en het poortgebouw werden gesloopt en ook de voorburcht vrijwel verdween. Aangezien hij door zijn faillissement genoodzaakt was Loenersloot te verkopen voor de verbouwing afgerond was, heeft de nieuwe eigenaar Andries Jan Strick van Linschoten de verbouwing voortgezet. Er werd een tweede oostvleugel toegevoegd, waarin de vestibule en trappenhal zijn opgenomen terwijl de vrijwel geheel werd vernieuwd. Het huidige interieur dateert grotendeels uit die tijd. Zowel Van Hoorn als Strick wilden er een comfortabel buitenhuis van maken, maar het middeleeuwse verleden van Loenersloot moest wel zichtbaar blijven. Aan het begin van de 19de eeuw heeft men het huis voorzien van een pleisterlaag, die weer verdween toen rond 1900 Paulus Martini Buys het kasteel weer een enigszins `middeleeuws' exterieur wilde geven. De vensters werden weer kruisvensters, terwijl de gevels werden voorzien van boogfriezen en de toren wederom van kantelen voorzien. In 2011 is men gestart met een omvangrijke restauratie.
In 1258 droeg Dirk Splinter van Loenersloot het Hof te Loenrersloot op in leen aan de graaf van Gelre. Hoewel de aanduiding Hof Loenersloot geen aanwijzing is voor de aanwezigheid van een versterkt huis, is het gezien de historisch context mogelijk dat het kasteel rond die tijd in aanbouw of recentelijk voltooid was. Gezien de polygonale vorm en gebruikte steenformaat (30 x 14 x 8 cm) is een datering in de tweede helft van de 13de eeuw waarschijnlijk. Het oudste gedeelte van Loenersloot bestaat uit hoge ronde toren en een deel van een als keermuur gebruikte veelhoekige ringmuur, voorzien van een weergang op bogen. De ligging van de toren direct aan de ringmuur behoort bij het concept van de polygonale burcht en maakt een ontstaan uit een motte niet erg waarschijnlijk. Aan de oostzijde verrees in de eerste helft van de 14de eeuw de huidige oostvleugel, een forse zaalbouw van 23,5 x 9,5 m alsmede een dwars verbindingslid met de toren. In de tweede helft van de 14de eeuw bouwde men de noord- en zuidvleugel waardoor een min of meer vierkant kasteel ontstond. In 1386 werd het een 'open huis' van de Utrechtse bisschop. In het tweede kwart van de 16de eeuw vonden opnieuw verbouwingen en moderniseringen plaats, waarbij ondermeer het poortgebouw werd verbouwd. zijn. Aan het eind van de 16de eeuw werd het kasteel hersteld. Jacob van Amstel van Mijnden heeft het kasteel in 1619-'20 en in 1630 verbouwd. Aan de noordzijde verrees omstreeks 1630 een gallerijvleugel, die vrij snel zal zijn verdwenen. Ook Jacobs zoon Joost van Amstel van Mijnden heeft in 1648-'53 verbouwingen uitgevoerd. Vanaf 1679 zal het zelden meer zijn bewoond en in de eerste helft van de 18de eeuw werd Loenersloot verhuurd. Om die reden zal weinig zijn veranderd, waardoor het in 1766 toen Hendrik Willem van Hoorn het kocht, niet meer aan de toenmalige wooneisen voldeed. Van Hoorn wilde het kasteel veranderen in een 'modern' buitenhuis, waarvoor de ringmuur en het poortgebouw werden gesloopt en ook de voorburcht vrijwel verdween. Aangezien hij door zijn faillissement genoodzaakt was Loenersloot te verkopen voor de verbouwing afgerond was, heeft de nieuwe eigenaar Andries Jan Strick van Linschoten de verbouwing voortgezet. Er werd een tweede oostvleugel toegevoegd, waarin de vestibule en trappenhal zijn opgenomen terwijl de vrijwel geheel werd vernieuwd. Het huidige interieur dateert grotendeels uit die tijd. Zowel Van Hoorn als Strick wilden er een comfortabel buitenhuis van maken, maar het middeleeuwse verleden van Loenersloot moest wel zichtbaar blijven. Aan het begin van de 19de eeuw heeft men het huis voorzien van een pleisterlaag, die weer verdween toen rond 1900 Paulus Martini Buys het kasteel weer een enigszins `middeleeuws' exterieur wilde geven. De vensters werden weer kruisvensters, terwijl de gevels werden voorzien van boogfriezen en de toren wederom van kantelen voorzien. In 2011 is men gestart met een omvangrijke restauratie.
Afbeeldingen
Alleen de belangrijkste afbeeldingen voor de bouwgeschiedenis zijn opgenomen. Zie ook Koen & Stoppelenburg 1997. - Loenersloot gezien vanuit het westen, tekening, Claes Janszoon Visscher, ca. 1615. Kopenhagen, Statens Museum for kunst, dept. of prints and drawings, TU 65.3 (Olde Meierink e.a. 1995, 13).- Loenersloot gezien vanuit het noordwesten, tekening, Roelant Roghman, 1646/47. Frankfurt am Main, Städelsches Kunstinstitut, 2839 (Olde Meierink e.a. 1995, 289).- Loenersloot gezien vanuit het zuidoosten, tekening door Roelant Roghman, 1646/47. Part. coll (Olde Meierink e.a. 1995, 290).- Loenersloot gezien vanuit het noorden, schilderij van Jan van der Heijden, 1670.Frankfurt am Main, Städelsches Kunstinstitut, 590 (Olde Meierink e.a. 1995, 33).- Loenersloot gezien vanuit het Zuiden, schilderij, omgeving Jan van der Heijden, Amsterdam. RMA 3491.- Loenersloot gezien vanuit het oosten, tekening door Jan de Beijer, 1745. KHA, MCK/356 (Olde Meierink e.a. 1995, 291).- Kadastrale minuut, 1828, gemeente Baambrugge, sectie B blad 3, nr. 897 (http://watwaswaar.nl/#US-Ya-7-ed-1v-1-32xc-2JsW---N, geraadpleegd op 06-07-2010).- Loenersloot gezien vanuit het zuidoosten, aquarel door P.J. Lutgers, 1869. CMU, 9379-38 (Olde Meierink e.a. 1995, 292).- Doorsnede, west-oost over toren, trappehuis en oostvleugel, tekening R.G. Bosch van Drakestein 1995, naar ir. L. Streefkerk 1945. (Olde Meierink e.a., 1995, 292). - Plattegrond van de kelder, tekening R.G. Bosch van Drakestein 1995, naar ir. L. Streefkerk 1945 (Olde Meierink e.a. 1995, 293). - Plattegrond van de bel-etage, tekening R.G. Bosch van Drakestein 1995, naar ir. L. Streefkerk 1945 (Olde Meierink e.a. 1995, 293).- Google Earth foto, 2010, Locatie Kasteel Loenersloot (Documentatiecentrum NKS, digitale documentatie).
Alleen de belangrijkste afbeeldingen voor de bouwgeschiedenis zijn opgenomen. Zie ook Koen & Stoppelenburg 1997. - Loenersloot gezien vanuit het westen, tekening, Claes Janszoon Visscher, ca. 1615. Kopenhagen, Statens Museum for kunst, dept. of prints and drawings, TU 65.3 (Olde Meierink e.a. 1995, 13).- Loenersloot gezien vanuit het noordwesten, tekening, Roelant Roghman, 1646/47. Frankfurt am Main, Städelsches Kunstinstitut, 2839 (Olde Meierink e.a. 1995, 289).- Loenersloot gezien vanuit het zuidoosten, tekening door Roelant Roghman, 1646/47. Part. coll (Olde Meierink e.a. 1995, 290).- Loenersloot gezien vanuit het noorden, schilderij van Jan van der Heijden, 1670.Frankfurt am Main, Städelsches Kunstinstitut, 590 (Olde Meierink e.a. 1995, 33).- Loenersloot gezien vanuit het Zuiden, schilderij, omgeving Jan van der Heijden, Amsterdam. RMA 3491.- Loenersloot gezien vanuit het oosten, tekening door Jan de Beijer, 1745. KHA, MCK/356 (Olde Meierink e.a. 1995, 291).- Kadastrale minuut, 1828, gemeente Baambrugge, sectie B blad 3, nr. 897 (http://watwaswaar.nl/#US-Ya-7-ed-1v-1-32xc-2JsW---N, geraadpleegd op 06-07-2010).- Loenersloot gezien vanuit het zuidoosten, aquarel door P.J. Lutgers, 1869. CMU, 9379-38 (Olde Meierink e.a. 1995, 292).- Doorsnede, west-oost over toren, trappehuis en oostvleugel, tekening R.G. Bosch van Drakestein 1995, naar ir. L. Streefkerk 1945. (Olde Meierink e.a., 1995, 292). - Plattegrond van de kelder, tekening R.G. Bosch van Drakestein 1995, naar ir. L. Streefkerk 1945 (Olde Meierink e.a. 1995, 293). - Plattegrond van de bel-etage, tekening R.G. Bosch van Drakestein 1995, naar ir. L. Streefkerk 1945 (Olde Meierink e.a. 1995, 293).- Google Earth foto, 2010, Locatie Kasteel Loenersloot (Documentatiecentrum NKS, digitale documentatie).
Bronnen
N.v.t.
N.v.t.
Literatuur
- Bouwman, W.P., 1989, Aantekeningen uit het Missaal van het kasteel Loenersloot, Goes.- Gulick, F.W. van, ed., 1960, Nederlandse kastelen en landhuizen, z.p., p. 270-277. - Koen, D.T., en P.M. Stoppelenburg 1997, Catalogus van de collectie tekeningen en prenten van Kasteel Loenersloot, Loenersloot/Utrecht.- Kolman, C., B. Olde Meierink, R. Stenvert, 1996, Monumenten in Nederland. Utrecht, Zeist/Zwolle, 153.- Martini Buys, P.H.A, 1937, `Schets van de geschiedenis van Loenersloot', in: Jaarboek Nifterlake, 1-37.- Mey, G.M.J. de, 1984, Inventaris van de archieven van de familie Martini Buys 1559-1966 en van het huis en heerlijkheid Loenersloot (1276) 1569-1954, Utrecht. - Olde Meierink, B.,' Loenersloot' in: Olde Meierink e.a., 1995, Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, 289-294.- Schaik, J.W.C. van, 1992, 'Het kasteel Loenersloot' De Woonstede door de eeuwen heen, nr. 96, 19-32.- Velzen, P.W.M. van, en E. Munnig Schmidt, 1985, `De verbouwing van de Ridderhofstad Loenersloot tot 18e-eeuws landhuis', in: Jaarboek Nifterlake, 45-86. Wittert van Hoogla
- Bouwman, W.P., 1989, Aantekeningen uit het Missaal van het kasteel Loenersloot, Goes.- Gulick, F.W. van, ed., 1960, Nederlandse kastelen en landhuizen, z.p., p. 270-277. - Koen, D.T., en P.M. Stoppelenburg 1997, Catalogus van de collectie tekeningen en prenten van Kasteel Loenersloot, Loenersloot/Utrecht.- Kolman, C., B. Olde Meierink, R. Stenvert, 1996, Monumenten in Nederland. Utrecht, Zeist/Zwolle, 153.- Martini Buys, P.H.A, 1937, `Schets van de geschiedenis van Loenersloot', in: Jaarboek Nifterlake, 1-37.- Mey, G.M.J. de, 1984, Inventaris van de archieven van de familie Martini Buys 1559-1966 en van het huis en heerlijkheid Loenersloot (1276) 1569-1954, Utrecht. - Olde Meierink, B.,' Loenersloot' in: Olde Meierink e.a., 1995, Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, 289-294.- Schaik, J.W.C. van, 1992, 'Het kasteel Loenersloot' De Woonstede door de eeuwen heen, nr. 96, 19-32.- Velzen, P.W.M. van, en E. Munnig Schmidt, 1985, `De verbouwing van de Ridderhofstad Loenersloot tot 18e-eeuws landhuis', in: Jaarboek Nifterlake, 45-86. Wittert van Hoogla
Documentatie
- Velzen, P.W.M. van, Restauratie Kasteel Loenersloot, afstudeerproject, TH Delft 1982.
- Velzen, P.W.M. van, Restauratie Kasteel Loenersloot, afstudeerproject, TH Delft 1982.
Coördinaten
Coordinaten: 52°13'45.84''N, 4°59'50.19''O
Kaartblad: 31E , x: 128.36, y: 471.33, precisie 2
Coordinaten: 52°13'45.84''N, 4°59'50.19''O
Kaartblad: 31E , x: 128.36, y: 471.33, precisie 2
Bescherming gebouw
Status:
Monumentnummer: 511837
ODB Beschrijving (www.kich.nl): 'Omschrijving onderdeel 1 HOOFDHUIS van het complex historische buitenplaats Loenersloot. Het op een vrijwel vierkant kasteeleiland gelegen en in oorsprong uit de late 13de- en de 14de eeuw daterende kasteel Loenersloot, verkreeg zijn huidige uiterlijk door ingrijpende verbouwingen in de periode 1772-1777 en omstreeks 1900. Het deels onderkelderde kasteel heeft een nagenoeg U-vormige plattegrond en bestaat uit een cilindervormige woontoren die omgeven wordt door een organisch gegroeide woonbebouwing; de toren dateert waarschijnlijk uit de tweede helft van de 13de eeuw en werd omstreeks de eerste helft van de 14de eeuw aan de oostzijde uitgebreid met een onderkelderde zaalbouw met zadeldak. In de tweede helft van de 14de eeuw werd haaks op deze vleugel een niet onderkelderde woonlaag geplaatst en waarschijnlijk verrees eveneens in deze tijd aan de zuidzijde van de toren een ondiepe, onderkelderde en twee bouwlagen hoge vleugel. In de 16de eeuw vonden enkele verbouwingen aan het kasteel plaats, evenals in 1630 en in de periode 1648-1653. Welke veranderingen toen aan het huis plaats hebben gevonden is niet precies bekend. In 1766 kocht Hendrik Willem van Hoorn Loenersloot. Hij vond het gebouw ouderwets en bereidde een grootscheepse modernisering voor; de weermuur werd gesloopt, evenals het poortgebouw op de voorburcht, tevens werd de gracht rondom de voorburcht voor een deel gedempt. In 1771 ging hij failliet en zal de verbouwing van het kasteel nog niet tot uitvoer zijn gekomen. De volgende eigenaar van Loenersloot was mr Andries Jan Strick van Linschoten (1736-1806), in 1765 gehuwd met Catharina Geertruida Coenen van 's-Gravesloot. Vijf jaar lang, van 1772 tot 1777 liet Strick zijn nieuw verworven bezit ingrijpend verbouwen. Loenersloot moest een gerieflijk buitenhuis worden en verkreeg in deze periode grotendeels zijn huidige uiterlijk. Het werk werd aangenomen door de Utrechtse timmermansbaas Hendrik van Doornenburg en de metselaarsbaas Albert Maag. De kruisvensters werden verplaatst en vervangen door schuifvensters, de oostvleugel behield, met uitzondering van het vervangen van de topgevels door dakschilden, haar oude vorm. Het ingangsportaal werd gesloopt en vervangen door een nieuw voorhuis, dat aan de zijde van de binnenplaats werd voorzien van een frontgevel. Ingrijpend was ook de verandering van de aansluitende noordvleugel: de vleugel werd van een verdieping voorzien terwijl de gehele gevel aan de binnenplaats werd gesloopt en werd vervangen door een muur met een enigszins afwijkend verloop. Mogelijk heeft Van Hoorn dit nog uitgevoerd. Ook andere delen van het huis ondergingen ingrijpende veranderingen. Aan de zijde van de binnenplaats werd een nieuwe vestibule gebouwd. De keuken die zich tot die tijd in de zuidvleugel bevond werd verplaatst naar een aanbouw tegen de toren, zodat deze nabij de eetkamer in de oostvleugel kwam te liggen. Omstreeks 1900 wilde een nazaat van Strick van Linschoten, Paulus Hubert Andries Martini Buys (1835-1915) die zich omstreeks 1900 intensief met de geschiedenis van het kasteel heeft bezig gehouden, het exterieur een meer 'middeleeuws' uiterlijk geven. Het kasteel werd ontpleisterd, de gevels werden aan de bovenzijde voorzien van boogfriezen en de noordkant van de oostgevel werd voorzien van een trapgevel. De schuifvensters werden weer vervangen door de huidige houten kruiskozijnen en de toren werd voorzien van kantelen. De gevels van het kasteel zijn voorzien van een niet regelmatige venster- en deurindeling met ondermeer houten kruiskozijnen en meerruits schuifvensters onder licht getoogde strekken. De hoofdingang bevindt zich in de westgevel en bestaat uit een, boven een natuurstenen trap, buitenpands gelegen tochtportaal waarboven zich een groot en licht getoogd meerruits bovenlicht bevindt, aan weerszijden voorzien van een dichtgezet venster waarin een kleiner getoogd venster met roedenverdeling met luik, op de verdieping bevinden zich drie vensters, waarvan de middelste een getoogd kruisvenster is en de buitenste vensters zijn dichtgezet, waarna er kleinere vensters in werden geplaatst. Interieur; Het thans nog bewaard gebleven interieur dateert vrijwel geheel uit de periode 1772-1777. Zo werden ondermeer de schoorsteenmantels van eetkamer en een kamer op de verdieping gemaakt door de steenhouwer Hendrik Ogert. De Italiaanse stucadoor Francesco Peretti werd het stucwerk op de schoorstenen opgedragen. Hij maakte ook de stucplafonds in de zaal, de tussenkamer, de gang en in de traphal. Het snijwerk van de schoorsteen in de eetkamer en de snijstukken boven de deuren werden uitgevoerd door de Utrechtse beeldhouwer Arnoldus Koopman. Ook het nog bestaande interieur van de zaal en de eetkamer in de oostvleugel dateert uit de jaren 1772-1777 en is van de hand van de timmerman Hendrik van Doornenburg en Arnoldus Koopman. De bijzonder fraaie beschilderde behangsels werden geleverd door C. van Breezijn. De keuken heeft eveneens nog de inrichting uit 1773. Deze bestaat ondermeer uit een grote schouw, een aanrecht, een servieskast en een turfkist. De wanden zijn betegeld met witte tegels. Waardering HOOFDHUIS (Kasteel Loenersloot) behorende tot de historische buitenplaats Loenersloot is van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege de architectonische vormgeving; - vanwege de hoge mate van gaafheid van het exterieur en het interieur; - vanwege de nagenoeg oorspronkelijke plattegrond en indeling van de binnenruimten, waardoor het gebouw als zodanig een karakteristiek en zeldzaam voorbeeld is van een in oorsprong uit de late 13de- en de 14de eeuw daterende kasteel, dat zijn huidige karakter door verbouwingen in de periode 1772-1777 en omstreeks 1900 kreeg; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats; - vanwege de kenmerkende ligging binnen de laat-18de-eeuwse parkaanleg in (vroege) landschapsstijl, gecreëerd binnen een formele 17de-eeuwse structuur'.
Status:
Monumentnummer: 511837
ODB Beschrijving (www.kich.nl): 'Omschrijving onderdeel 1 HOOFDHUIS van het complex historische buitenplaats Loenersloot. Het op een vrijwel vierkant kasteeleiland gelegen en in oorsprong uit de late 13de- en de 14de eeuw daterende kasteel Loenersloot, verkreeg zijn huidige uiterlijk door ingrijpende verbouwingen in de periode 1772-1777 en omstreeks 1900. Het deels onderkelderde kasteel heeft een nagenoeg U-vormige plattegrond en bestaat uit een cilindervormige woontoren die omgeven wordt door een organisch gegroeide woonbebouwing; de toren dateert waarschijnlijk uit de tweede helft van de 13de eeuw en werd omstreeks de eerste helft van de 14de eeuw aan de oostzijde uitgebreid met een onderkelderde zaalbouw met zadeldak. In de tweede helft van de 14de eeuw werd haaks op deze vleugel een niet onderkelderde woonlaag geplaatst en waarschijnlijk verrees eveneens in deze tijd aan de zuidzijde van de toren een ondiepe, onderkelderde en twee bouwlagen hoge vleugel. In de 16de eeuw vonden enkele verbouwingen aan het kasteel plaats, evenals in 1630 en in de periode 1648-1653. Welke veranderingen toen aan het huis plaats hebben gevonden is niet precies bekend. In 1766 kocht Hendrik Willem van Hoorn Loenersloot. Hij vond het gebouw ouderwets en bereidde een grootscheepse modernisering voor; de weermuur werd gesloopt, evenals het poortgebouw op de voorburcht, tevens werd de gracht rondom de voorburcht voor een deel gedempt. In 1771 ging hij failliet en zal de verbouwing van het kasteel nog niet tot uitvoer zijn gekomen. De volgende eigenaar van Loenersloot was mr Andries Jan Strick van Linschoten (1736-1806), in 1765 gehuwd met Catharina Geertruida Coenen van 's-Gravesloot. Vijf jaar lang, van 1772 tot 1777 liet Strick zijn nieuw verworven bezit ingrijpend verbouwen. Loenersloot moest een gerieflijk buitenhuis worden en verkreeg in deze periode grotendeels zijn huidige uiterlijk. Het werk werd aangenomen door de Utrechtse timmermansbaas Hendrik van Doornenburg en de metselaarsbaas Albert Maag. De kruisvensters werden verplaatst en vervangen door schuifvensters, de oostvleugel behield, met uitzondering van het vervangen van de topgevels door dakschilden, haar oude vorm. Het ingangsportaal werd gesloopt en vervangen door een nieuw voorhuis, dat aan de zijde van de binnenplaats werd voorzien van een frontgevel. Ingrijpend was ook de verandering van de aansluitende noordvleugel: de vleugel werd van een verdieping voorzien terwijl de gehele gevel aan de binnenplaats werd gesloopt en werd vervangen door een muur met een enigszins afwijkend verloop. Mogelijk heeft Van Hoorn dit nog uitgevoerd. Ook andere delen van het huis ondergingen ingrijpende veranderingen. Aan de zijde van de binnenplaats werd een nieuwe vestibule gebouwd. De keuken die zich tot die tijd in de zuidvleugel bevond werd verplaatst naar een aanbouw tegen de toren, zodat deze nabij de eetkamer in de oostvleugel kwam te liggen. Omstreeks 1900 wilde een nazaat van Strick van Linschoten, Paulus Hubert Andries Martini Buys (1835-1915) die zich omstreeks 1900 intensief met de geschiedenis van het kasteel heeft bezig gehouden, het exterieur een meer 'middeleeuws' uiterlijk geven. Het kasteel werd ontpleisterd, de gevels werden aan de bovenzijde voorzien van boogfriezen en de noordkant van de oostgevel werd voorzien van een trapgevel. De schuifvensters werden weer vervangen door de huidige houten kruiskozijnen en de toren werd voorzien van kantelen. De gevels van het kasteel zijn voorzien van een niet regelmatige venster- en deurindeling met ondermeer houten kruiskozijnen en meerruits schuifvensters onder licht getoogde strekken. De hoofdingang bevindt zich in de westgevel en bestaat uit een, boven een natuurstenen trap, buitenpands gelegen tochtportaal waarboven zich een groot en licht getoogd meerruits bovenlicht bevindt, aan weerszijden voorzien van een dichtgezet venster waarin een kleiner getoogd venster met roedenverdeling met luik, op de verdieping bevinden zich drie vensters, waarvan de middelste een getoogd kruisvenster is en de buitenste vensters zijn dichtgezet, waarna er kleinere vensters in werden geplaatst. Interieur; Het thans nog bewaard gebleven interieur dateert vrijwel geheel uit de periode 1772-1777. Zo werden ondermeer de schoorsteenmantels van eetkamer en een kamer op de verdieping gemaakt door de steenhouwer Hendrik Ogert. De Italiaanse stucadoor Francesco Peretti werd het stucwerk op de schoorstenen opgedragen. Hij maakte ook de stucplafonds in de zaal, de tussenkamer, de gang en in de traphal. Het snijwerk van de schoorsteen in de eetkamer en de snijstukken boven de deuren werden uitgevoerd door de Utrechtse beeldhouwer Arnoldus Koopman. Ook het nog bestaande interieur van de zaal en de eetkamer in de oostvleugel dateert uit de jaren 1772-1777 en is van de hand van de timmerman Hendrik van Doornenburg en Arnoldus Koopman. De bijzonder fraaie beschilderde behangsels werden geleverd door C. van Breezijn. De keuken heeft eveneens nog de inrichting uit 1773. Deze bestaat ondermeer uit een grote schouw, een aanrecht, een servieskast en een turfkist. De wanden zijn betegeld met witte tegels. Waardering HOOFDHUIS (Kasteel Loenersloot) behorende tot de historische buitenplaats Loenersloot is van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege de architectonische vormgeving; - vanwege de hoge mate van gaafheid van het exterieur en het interieur; - vanwege de nagenoeg oorspronkelijke plattegrond en indeling van de binnenruimten, waardoor het gebouw als zodanig een karakteristiek en zeldzaam voorbeeld is van een in oorsprong uit de late 13de- en de 14de eeuw daterende kasteel, dat zijn huidige karakter door verbouwingen in de periode 1772-1777 en omstreeks 1900 kreeg; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats; - vanwege de kenmerkende ligging binnen de laat-18de-eeuwse parkaanleg in (vroege) landschapsstijl, gecreëerd binnen een formele 17de-eeuwse structuur'.
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: B. Olde Meierink
Beschrijving gemaakt: 23 februari 2000
Auteur: B. Olde Meierink
Beschrijving gemaakt: 23 februari 2000
Bouwhistorisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Archeologisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Overig onderzoek
N.v.t.
N.v.t.
Geomorfologische codering
B, Bebouwing
B, Bebouwing
Bodemkundige codering
Rv01C-II, Kalkloze drechtvaaggrondn; profielverloop 1.
Rv01C-II, Kalkloze drechtvaaggrondn; profielverloop 1.
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.