Cannenburg
IN BEWERKING [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Cannenburg
Cannenburg
Locatie
Adres: Maarten van Rossumplein 4, 8171 EB
Vaassen
Gemeente Epe
Provincie Gelderland
Kasteel Kannenburg is gelegen vlak ten noorden van het dorp Vaassen.
Adres: Maarten van Rossumplein 4, 8171 EB
Vaassen
Gemeente Epe
Provincie Gelderland
Kasteel Kannenburg is gelegen vlak ten noorden van het dorp Vaassen.
Typologie
Het is niet precies bekend hoe het 14e-eeuwse kasteel Kannenburg eruit zag. In de 15e eeuw was het een rechthoekige burcht met op iedere hoek een vierkante toren.
Het is niet precies bekend hoe het 14e-eeuwse kasteel Kannenburg eruit zag. In de 15e eeuw was het een rechthoekige burcht met op iedere hoek een vierkante toren.
Etymologie
Het is niet bekend waar de naam Kannenburg vandaan komt.
Het is niet bekend waar de naam Kannenburg vandaan komt.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: 11-5-2004
De Kannenburg is gelegen in een park van 24 hectare groot. Het gebouw is geheel omgracht en uit rode baksteen opgetrokken. De muren zijn ongeveer 1 meter dik. Het huis heeft een schilddak. Het is langwerpig met op elke hoek een uitspringende vierkante toren. Aan de oostzijde is het drie verdiepingen hoog; aan de westijde twee. De noordwestelijke hoektoren is twee bouwlagen hoog, de oostelijke drie lagen. De overige torens zijn beide drie verdiepingen hoog; de noordoostelijke toren heeft een uivormige spits.Aan de voorzijde, naast de zuidoostelijke hoektoren, heeft het kasteel een uitbouw van vier verdiepingen hoog, de oorspronkelijke ingangstoren, met een vooruitspringende toren met een uivormige spits. Bovenin deze ingangstoren bevindt zich een gebeeldhouwde figuur, mogelijk Maarten van Rossem, met de kwartierwapens van Van Rossem. De tegenwoordige ingang ligt hiernaast en is in Lodewijk XIV-stijl aangelegd. Boven de ingang zijn de wapens van Frederik Johan van Isendoorn à Blois en zijn echtgenote te zien. Voor de ingang ligt een bordes, waartoe een op vier bogen gemetselde brug leidt. De oostelijke gevel van het kasteel vertoont resten van de 15e-eeuwse ramen met natuursteen kozijnen en middenkalven. Door banden van zwart verglaasde bakstenen is deze muur, evenals de noord- en zuidwestelijke toren, in ruiten verdeeld. Het kasteel zelf is opengesteld ter bezichtiging. Het oostelijke bouwhuis is ingericht als restaurant-theehuis.
Laatst bijgewerkt: 11-5-2004
De Kannenburg is gelegen in een park van 24 hectare groot. Het gebouw is geheel omgracht en uit rode baksteen opgetrokken. De muren zijn ongeveer 1 meter dik. Het huis heeft een schilddak. Het is langwerpig met op elke hoek een uitspringende vierkante toren. Aan de oostzijde is het drie verdiepingen hoog; aan de westijde twee. De noordwestelijke hoektoren is twee bouwlagen hoog, de oostelijke drie lagen. De overige torens zijn beide drie verdiepingen hoog; de noordoostelijke toren heeft een uivormige spits.Aan de voorzijde, naast de zuidoostelijke hoektoren, heeft het kasteel een uitbouw van vier verdiepingen hoog, de oorspronkelijke ingangstoren, met een vooruitspringende toren met een uivormige spits. Bovenin deze ingangstoren bevindt zich een gebeeldhouwde figuur, mogelijk Maarten van Rossem, met de kwartierwapens van Van Rossem. De tegenwoordige ingang ligt hiernaast en is in Lodewijk XIV-stijl aangelegd. Boven de ingang zijn de wapens van Frederik Johan van Isendoorn à Blois en zijn echtgenote te zien. Voor de ingang ligt een bordes, waartoe een op vier bogen gemetselde brug leidt. De oostelijke gevel van het kasteel vertoont resten van de 15e-eeuwse ramen met natuursteen kozijnen en middenkalven. Door banden van zwart verglaasde bakstenen is deze muur, evenals de noord- en zuidwestelijke toren, in ruiten verdeeld. Het kasteel zelf is opengesteld ter bezichtiging. Het oostelijke bouwhuis is ingericht als restaurant-theehuis.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Van het 14e-eeuwse kasteel zijn geen resten aangetroffen. De oudste resten die zijn aangetroffen dateren uit de 15e eeuw en zijn opgenomen in het latere muurwerk. Het bestemmingsplan voor het gebouw zelf is 'landhuizen klasse A'; het omliggende landgoed heeft de bestemming 'agrarisch gebied met landschapswaarde' en natuurgebied.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Van het 14e-eeuwse kasteel zijn geen resten aangetroffen. De oudste resten die zijn aangetroffen dateren uit de 15e eeuw en zijn opgenomen in het latere muurwerk. Het bestemmingsplan voor het gebouw zelf is 'landhuizen klasse A'; het omliggende landgoed heeft de bestemming 'agrarisch gebied met landschapswaarde' en natuurgebied.
Afmetingen
Oudste vermelding
Datum: 1387
Bron: P. N. van Doorninck, 1901, Leenacten van Gelre en Zutphen 1377-1397, p. 27, Haarlem
"'Wy Willem etc. doin kont etc, dat voir ons ende onse manne van leene hir na bescreven comen is Aleit van Steenbergen Peters dochter, mit haren gekaren momber Deric van Hoemen, die hoer voir ons mit ordel onser manne tot enen momber gegeven wart end heeft ons gebeden dat wy Gadert van Hoemen hoeren echten man, tuchtigen wolden an dat huys, hof, mollen end guet ter Cannenborgh mit allen synen toebehoren, gelegen in den kirspel van Vaessen, gelyck sy dat van ons lene helt end ontfangen heeft.'"
In 1387 werd het kasteel door Aleit van Steenbergen opgedragen aan de hertog van Gelre, die haar man Godert van Hoemen ermee beleende.
Datum: 1387
Bron: P. N. van Doorninck, 1901, Leenacten van Gelre en Zutphen 1377-1397, p. 27, Haarlem
"'Wy Willem etc. doin kont etc, dat voir ons ende onse manne van leene hir na bescreven comen is Aleit van Steenbergen Peters dochter, mit haren gekaren momber Deric van Hoemen, die hoer voir ons mit ordel onser manne tot enen momber gegeven wart end heeft ons gebeden dat wy Gadert van Hoemen hoeren echten man, tuchtigen wolden an dat huys, hof, mollen end guet ter Cannenborgh mit allen synen toebehoren, gelegen in den kirspel van Vaessen, gelyck sy dat van ons lene helt end ontfangen heeft.'"
In 1387 werd het kasteel door Aleit van Steenbergen opgedragen aan de hertog van Gelre, die haar man Godert van Hoemen ermee beleende.
Bezitsgeschiedenis
In de 14e eeuw was de Kannenburg eigendom van Peter van Steenbergen, een bastaardneef van hertog Eduard van Gelre. In 1372 werd het kasteel door de Heeckerens veroverd, aanhangers van Eduards broer Reinald III, in de persoon van Jan van Blois. De Steenbergens kregen het echter na zes jaar weer terug. Peters dochter Alijt erfde de Kannenburg. In 1387 werd het kasteel door Aleit van Steenbergen opgedragen aan de hertog van Gelre, die haar man Godert van Hoemen ermee beleende. Haar tweede huwelijk sloot Aleit met Claes van Herwen, zodat haar zoon Reinier van Herwen de Kannenburg erfde. Diens dochter Alijt erfde het kasteel. Zij was gehuwd met Dirk van Keppel, zodat de Kannenburg aan het geslacht Van Keppel kwam, dat het tot 1535 bezat. Karel van Gelre ruilde in 1535 zijn huis de Cloese in Lochem voor de Kannenburg, dat in bezit was van Dirk van Keppel, een kleinzoon van de eerder genoemde Dirk. De Kannenburg was toen waarschijnlijk niet meer dan een ruïne. Karel schonk het na de dood van Dirk in 1538 aan zijn ruitermeester Steven van Ruitenburch, die het in 1540 verkocht aan de jachtmeester van de hertog, Zeger van Arnhem. Die verkocht het in 1543 aan Maarten van Rossem. Hij woonde er van 1543 tot zijn dood in 1555 en liet het verbouwen. Zijn broer Johan en zuster Margaretha erfden het kasteel. In 1558 werd het bij magescheid toegewezen aan Margaretha. Zij liet het in 1563 na aan haar zoon Johan van Isendoorn, maar hij stierf snel en liet het na aan zijn broer Hendrik van Isendoorn à Blois, wiens familie het 300 jaar lang bezat. In 1865 overleed de laatste Van Isendoorn, Frederik Carel Theodoor. Zijn weduwe Charlotte woonde tot haar dood in 1881 op de Kannenburg. Haar erfgenaam, F. C. J von Venningen, had zijn rechten verkocht aan de speculant F. J. Hallo, die dus eigenaar van de Kannenburg werd. Hij verkocht het direct aan de firma Cohen, Wolf & Co. Het huis werd in 1882 geveild en aan Edward baron van Lynden verkocht. In 1905 verkocht diens zoon D. R. B. van Lynden het aan Frida A. F. Cleve-Mollard en haar echtgenoot Richard Cleve uit Berlijn. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het huis Duits bezit en dienden de kelders als bewaarplaats van de Rijksarchieven. Na de oorlog nam het Nederlands Beheersinstituut het huis in beslag. Het werd overgedragen aan de Stichting Vrienden van de Gelderse Kastelen, die het in 1951 aankocht.
In de 14e eeuw was de Kannenburg eigendom van Peter van Steenbergen, een bastaardneef van hertog Eduard van Gelre. In 1372 werd het kasteel door de Heeckerens veroverd, aanhangers van Eduards broer Reinald III, in de persoon van Jan van Blois. De Steenbergens kregen het echter na zes jaar weer terug. Peters dochter Alijt erfde de Kannenburg. In 1387 werd het kasteel door Aleit van Steenbergen opgedragen aan de hertog van Gelre, die haar man Godert van Hoemen ermee beleende. Haar tweede huwelijk sloot Aleit met Claes van Herwen, zodat haar zoon Reinier van Herwen de Kannenburg erfde. Diens dochter Alijt erfde het kasteel. Zij was gehuwd met Dirk van Keppel, zodat de Kannenburg aan het geslacht Van Keppel kwam, dat het tot 1535 bezat. Karel van Gelre ruilde in 1535 zijn huis de Cloese in Lochem voor de Kannenburg, dat in bezit was van Dirk van Keppel, een kleinzoon van de eerder genoemde Dirk. De Kannenburg was toen waarschijnlijk niet meer dan een ruïne. Karel schonk het na de dood van Dirk in 1538 aan zijn ruitermeester Steven van Ruitenburch, die het in 1540 verkocht aan de jachtmeester van de hertog, Zeger van Arnhem. Die verkocht het in 1543 aan Maarten van Rossem. Hij woonde er van 1543 tot zijn dood in 1555 en liet het verbouwen. Zijn broer Johan en zuster Margaretha erfden het kasteel. In 1558 werd het bij magescheid toegewezen aan Margaretha. Zij liet het in 1563 na aan haar zoon Johan van Isendoorn, maar hij stierf snel en liet het na aan zijn broer Hendrik van Isendoorn à Blois, wiens familie het 300 jaar lang bezat. In 1865 overleed de laatste Van Isendoorn, Frederik Carel Theodoor. Zijn weduwe Charlotte woonde tot haar dood in 1881 op de Kannenburg. Haar erfgenaam, F. C. J von Venningen, had zijn rechten verkocht aan de speculant F. J. Hallo, die dus eigenaar van de Kannenburg werd. Hij verkocht het direct aan de firma Cohen, Wolf & Co. Het huis werd in 1882 geveild en aan Edward baron van Lynden verkocht. In 1905 verkocht diens zoon D. R. B. van Lynden het aan Frida A. F. Cleve-Mollard en haar echtgenoot Richard Cleve uit Berlijn. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het huis Duits bezit en dienden de kelders als bewaarplaats van de Rijksarchieven. Na de oorlog nam het Nederlands Beheersinstituut het huis in beslag. Het werd overgedragen aan de Stichting Vrienden van de Gelderse Kastelen, die het in 1951 aankocht.
Historische betekenis
De Kannenburg speelde een belangrijke rol in de strijd tussen de Heeckerens en de Bronkhorsten in de 14e eeuw.
De Kannenburg speelde een belangrijke rol in de strijd tussen de Heeckerens en de Bronkhorsten in de 14e eeuw.
Bouwgeschiedenis
Het is onbekend hoe het 14e-eeuwse kasteel eruit zag. Waarschijnlijk is het kasteel aan het einde van de 15e eeuw herbouwd. Het werd toen een rechthoekig gebouw met op iedere hoek een toren. Deze torens waren echter vrijstaand of met een houten verbinding aan het kasteel verbonden. Toen Maarten van Rossem het kasteel in bezit kreeg was het waarschijnlijk nog slechts een ruïne, aangezien er wordt gesproken over een 'pol', een verhoogd liggend stuk bouwgrond. Het is waarschijnlijk dat het kasteel in 1505 vernield was in de strijd die ontstond toen Karel van Gelre land probeerde terug te veroveren dat hij was kwijtgeraakt aan Filips de Schone.Het kasteel werd opnieuw opgebouwd in renaissancestijl. Hierbij werden de resten van het 15e-eeuwse kasteel gebruikt. In het oostelijke deel van de muur zijn deze resten te herkennen aan de ruitvormige versiering van zwart verglaasde bakstenen. Ook de zuidoostelijke vloeren dateren uit de 15e eeuw. De in de 16e eeuw gebouwde delen van het huis hebben deze versiering niet. Er werd een uitspringende ingangstoren gebouwd. Aan weerszijden werd deze geflankeerd door hoekpaviljoens, waarvan het rechter deel werd opgetrokken op de onderbouw van de middeleeuwse zuidoostelijke hoektoren. Een deel van de overwelfde kelders dateert uit de middeleeuwen; de nieuw aangelegde kelders zijn eveneens overwelfd. Ten westen van het nieuwe huis lag nog een ruïne, die niet opnieuw opgebouwd werd. Er werden verschillende sierelementen aan de gevels aangebracht, zoals schelpmotieven in de driehoekige frontons boven de kruisvensters. Hendrik van Isendoorn maakte de verbouwing af. Hij liet een uivormige spits op de ingangstoren zetten en bracht zijn wapen en dat van zijn vrouw aan in de toren. Waarschijnlijk dateert de derde bouwlaag aan de oostzijde van het gebouw uit de tijd van Hendrik. Het is echter moeilijk te onderscheiden welke delen precies door Maarten van Rossem en welke door Hendrik gebouwd zijn.Door Elbert van Isendoorn werd van 1661-1664 ook het westelijke deel van de Kannenburg weer opgebouwd, op de ruïnes van de middeleeuwse westelijke hoektorens. In plaats van het linker hoekpaviljoen kwam er een iets terugwijkende linker voorgevel tot stand. Er werden nieuwe kelders aangelegd. Ook werden een huiskapel en een met vogels beschilderd balkenplafond aangebracht. Rond 1700 werd de houten ophaalbrug vervangen door een stenen brug.Door Frederik Johan van Isendoorn werd de Kannenburg rond 1751 ingrijpend verbouwd. Er werden twee bouwhuizen gebouwd met erop aansluitende smeedijzeren hekken aan het voorplein. Er werden stallen gebouwd en vijvers aangelegd. De toegangsbrug werd van de voortoren naar de huidige plaats verlegd. Daar werden een zandstenen ingangspartij in Lodewijk XIV-stijl en een bordes aangelegd. De oudere kruisvensters werden vervangen door schuiframen en het interieur werd geheel vernieuwd. Zo werd een eiken wandbetimmering aangebracht met portretten uit de geslachten Isendoorn en Renesse. Er werden twee bouwhuizen op het voorplein gebouwd; het westelijke dateert uit 1742 en het oostelijke uit 1752. Er werd om het kasteel een parktuin aangelegd met daarin drie grote visvijvers.In het tweede kwart van de 19e eeuw werd het dak van de ingangstoren vervangen door een koepel. De schuiframen werden vervangen door stolpramen. Het park werd aangelegd in landschapsstijl. Na het overlijden van de laatste Isendoorn in 1881 dreigde het kasteel te worden afgebroken, maar Edward baron van Lynden voorkwam dit. Hij verving de koepel op de voortoren door een trans met kantelen en schietgaten, waarna Cleve de oorspronkelijke staat, dus met uivormige spits, weer trachtte te herstellen.In de Tweede Wereldoorlog werden de kelders gerestaureerd om te dienen als archief. Nadat het kasteel eigendom geworden was van de Stichting Vrienden van de Geldersche Kasteelen begon men een uitgebreide restauratie. Aanvankelijk werden twee bruggen, de noordoostelijke hoektoren, een bijgebouw en de vertrekken in het hoofdgebouw hersteld. Van 1976-1979 werd de rest van het kasteel gerestaureerd en ingericht, naar ontwerp van architecten C. L. Temminck Groll en E. M. van Thienen. Hierbij werd geprobeerd zoveel mogelijk van de bouwgeschiedenis te laten zien, en het kasteel dus niet één bepaalde stijl te herbouwen.
Het is onbekend hoe het 14e-eeuwse kasteel eruit zag. Waarschijnlijk is het kasteel aan het einde van de 15e eeuw herbouwd. Het werd toen een rechthoekig gebouw met op iedere hoek een toren. Deze torens waren echter vrijstaand of met een houten verbinding aan het kasteel verbonden. Toen Maarten van Rossem het kasteel in bezit kreeg was het waarschijnlijk nog slechts een ruïne, aangezien er wordt gesproken over een 'pol', een verhoogd liggend stuk bouwgrond. Het is waarschijnlijk dat het kasteel in 1505 vernield was in de strijd die ontstond toen Karel van Gelre land probeerde terug te veroveren dat hij was kwijtgeraakt aan Filips de Schone.Het kasteel werd opnieuw opgebouwd in renaissancestijl. Hierbij werden de resten van het 15e-eeuwse kasteel gebruikt. In het oostelijke deel van de muur zijn deze resten te herkennen aan de ruitvormige versiering van zwart verglaasde bakstenen. Ook de zuidoostelijke vloeren dateren uit de 15e eeuw. De in de 16e eeuw gebouwde delen van het huis hebben deze versiering niet. Er werd een uitspringende ingangstoren gebouwd. Aan weerszijden werd deze geflankeerd door hoekpaviljoens, waarvan het rechter deel werd opgetrokken op de onderbouw van de middeleeuwse zuidoostelijke hoektoren. Een deel van de overwelfde kelders dateert uit de middeleeuwen; de nieuw aangelegde kelders zijn eveneens overwelfd. Ten westen van het nieuwe huis lag nog een ruïne, die niet opnieuw opgebouwd werd. Er werden verschillende sierelementen aan de gevels aangebracht, zoals schelpmotieven in de driehoekige frontons boven de kruisvensters. Hendrik van Isendoorn maakte de verbouwing af. Hij liet een uivormige spits op de ingangstoren zetten en bracht zijn wapen en dat van zijn vrouw aan in de toren. Waarschijnlijk dateert de derde bouwlaag aan de oostzijde van het gebouw uit de tijd van Hendrik. Het is echter moeilijk te onderscheiden welke delen precies door Maarten van Rossem en welke door Hendrik gebouwd zijn.Door Elbert van Isendoorn werd van 1661-1664 ook het westelijke deel van de Kannenburg weer opgebouwd, op de ruïnes van de middeleeuwse westelijke hoektorens. In plaats van het linker hoekpaviljoen kwam er een iets terugwijkende linker voorgevel tot stand. Er werden nieuwe kelders aangelegd. Ook werden een huiskapel en een met vogels beschilderd balkenplafond aangebracht. Rond 1700 werd de houten ophaalbrug vervangen door een stenen brug.Door Frederik Johan van Isendoorn werd de Kannenburg rond 1751 ingrijpend verbouwd. Er werden twee bouwhuizen gebouwd met erop aansluitende smeedijzeren hekken aan het voorplein. Er werden stallen gebouwd en vijvers aangelegd. De toegangsbrug werd van de voortoren naar de huidige plaats verlegd. Daar werden een zandstenen ingangspartij in Lodewijk XIV-stijl en een bordes aangelegd. De oudere kruisvensters werden vervangen door schuiframen en het interieur werd geheel vernieuwd. Zo werd een eiken wandbetimmering aangebracht met portretten uit de geslachten Isendoorn en Renesse. Er werden twee bouwhuizen op het voorplein gebouwd; het westelijke dateert uit 1742 en het oostelijke uit 1752. Er werd om het kasteel een parktuin aangelegd met daarin drie grote visvijvers.In het tweede kwart van de 19e eeuw werd het dak van de ingangstoren vervangen door een koepel. De schuiframen werden vervangen door stolpramen. Het park werd aangelegd in landschapsstijl. Na het overlijden van de laatste Isendoorn in 1881 dreigde het kasteel te worden afgebroken, maar Edward baron van Lynden voorkwam dit. Hij verving de koepel op de voortoren door een trans met kantelen en schietgaten, waarna Cleve de oorspronkelijke staat, dus met uivormige spits, weer trachtte te herstellen.In de Tweede Wereldoorlog werden de kelders gerestaureerd om te dienen als archief. Nadat het kasteel eigendom geworden was van de Stichting Vrienden van de Geldersche Kasteelen begon men een uitgebreide restauratie. Aanvankelijk werden twee bruggen, de noordoostelijke hoektoren, een bijgebouw en de vertrekken in het hoofdgebouw hersteld. Van 1976-1979 werd de rest van het kasteel gerestaureerd en ingericht, naar ontwerp van architecten C. L. Temminck Groll en E. M. van Thienen. Hierbij werd geprobeerd zoveel mogelijk van de bouwgeschiedenis te laten zien, en het kasteel dus niet één bepaalde stijl te herbouwen.
Afbeeldingen
-Afbedelding van de Kannenburg op een kaart uit ca. 1570, door Christiaan sGrooten. Afgebeeld in Buurman, p. 52.-Schilderij van de Kannenburg in 1645. Afgebeeld in Buurman, p. 58.-Kasteel van de voorzijde, 1730, tekening door Cornelis Pronk. Eigendom van de Stichting Vrienden van de Geldersche Kasteelen. Afgebeeld in Buurman, p. 79.-Kasteel van de achterzijde, 1730, gewassen tekening door Cornelis Pronk. Afgebeeld in Buurman, p. 79.-Kasteel en voorplein in 1744, tekening door Jan de Beyer. Afgebeeld in Buurman, p. 80.-Kasteel vanuit het zuidoosten, 1744, tekening door Jan de Beyer. Afgebeeld in Buurman, p. 80.-Park van het kasteel in 1761, kaart door Fred. Beyerinck. Afgebeeld in Buurman, p. 272-273.-Topografische kaart van de Veluwe en Veluwe-zoom, 1805, door M. J. de Man. Afgebeeld in Buurman, p. 265.-Kasteel vanuit het zuidwesten, kort voor 1820, tekening door G. Hulseboom. Afgebeeld in Buurman, p. 158.-Kasteel uit het zuidoosten, ca. 1820, tekening toegeschreven aan R. A. L. Baron van Isendoorn à Blois. Afgebeeld in Buurman, p. 85.-Kasteel van de achterzijde, ca. 1820, tekening toegeschreven aan R. A. L. Baron van Isendoorn à Blois. Afgebeeld in Buurman, p. 85.-De oostelijke zijgevel van het kasteel, ca. 1820. tekening toegeschreven aan R. A. L. Baron van Isendoorn à Blois. Afgebeeld in Buurman, p. 161.-Kasteel en voorplein in het midden van de 19e eeuw, tekening door D. v. d. Burg (?). Afgebeeld in Buurman, p. 170.-Oostelijke zijgevel in het midden van de 19e eeuw, tekening door D. v. d. Burg (?). Afgebeeld in Buurman, p. 173.-Het kasteel vanuit het oosten. 3e kwart 19e eeuw, schilderij door Jacob Jan van der Maaten, Afgebeeld in Buurman, p. 215.-De Kannenburg van de voorzijde, schilderij door G. Hulseboom. Eigendom van de Stichting Vrienden van de Geldersche Kasteelen. -Foto van de voorgevel van voren in 1906. Afgebeeld in Buurman, p. 88.-Plattegrond van de begane grond en de verdieping van de Kannenburg, afgebeeld in F. Hoefer, 1908.-Opmetingstekeningen door R. Royaards-ten Holt, 1970-1972. Afgebeeld in Buurman, p. 96-99.
-Afbedelding van de Kannenburg op een kaart uit ca. 1570, door Christiaan sGrooten. Afgebeeld in Buurman, p. 52.-Schilderij van de Kannenburg in 1645. Afgebeeld in Buurman, p. 58.-Kasteel van de voorzijde, 1730, tekening door Cornelis Pronk. Eigendom van de Stichting Vrienden van de Geldersche Kasteelen. Afgebeeld in Buurman, p. 79.-Kasteel van de achterzijde, 1730, gewassen tekening door Cornelis Pronk. Afgebeeld in Buurman, p. 79.-Kasteel en voorplein in 1744, tekening door Jan de Beyer. Afgebeeld in Buurman, p. 80.-Kasteel vanuit het zuidoosten, 1744, tekening door Jan de Beyer. Afgebeeld in Buurman, p. 80.-Park van het kasteel in 1761, kaart door Fred. Beyerinck. Afgebeeld in Buurman, p. 272-273.-Topografische kaart van de Veluwe en Veluwe-zoom, 1805, door M. J. de Man. Afgebeeld in Buurman, p. 265.-Kasteel vanuit het zuidwesten, kort voor 1820, tekening door G. Hulseboom. Afgebeeld in Buurman, p. 158.-Kasteel uit het zuidoosten, ca. 1820, tekening toegeschreven aan R. A. L. Baron van Isendoorn à Blois. Afgebeeld in Buurman, p. 85.-Kasteel van de achterzijde, ca. 1820, tekening toegeschreven aan R. A. L. Baron van Isendoorn à Blois. Afgebeeld in Buurman, p. 85.-De oostelijke zijgevel van het kasteel, ca. 1820. tekening toegeschreven aan R. A. L. Baron van Isendoorn à Blois. Afgebeeld in Buurman, p. 161.-Kasteel en voorplein in het midden van de 19e eeuw, tekening door D. v. d. Burg (?). Afgebeeld in Buurman, p. 170.-Oostelijke zijgevel in het midden van de 19e eeuw, tekening door D. v. d. Burg (?). Afgebeeld in Buurman, p. 173.-Het kasteel vanuit het oosten. 3e kwart 19e eeuw, schilderij door Jacob Jan van der Maaten, Afgebeeld in Buurman, p. 215.-De Kannenburg van de voorzijde, schilderij door G. Hulseboom. Eigendom van de Stichting Vrienden van de Geldersche Kasteelen. -Foto van de voorgevel van voren in 1906. Afgebeeld in Buurman, p. 88.-Plattegrond van de begane grond en de verdieping van de Kannenburg, afgebeeld in F. Hoefer, 1908.-Opmetingstekeningen door R. Royaards-ten Holt, 1970-1972. Afgebeeld in Buurman, p. 96-99.
Bronnen
Literatuur
-Anoniem, 1745, Het verheerlijkt Nederland of kabinet van hedendaagsche gezichten nr. 51, Amsterdam -De Cannenburch, Gids (Verschillende drukken)-Collectie Bijleveld, no. 22-23.-Stichting Vrienden van de Gelderse kastelen, 1948, Kasteelen in Gelderland p. 73-77, Arnhem-Stichting Vrienden van de Gelderse kastelen, 1965, 25 jaar Stichting Vrienden van de Gelderse kastelen (1949-1965) p. 66-70, 83-87, Arnhem -Stichting Vrienden van de Gelderse kastelen 1965-1975, 1976, p. 129-148, Arnhem -Aa, A. J. van der, 1841, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden III, p. 18, Gorinchem-Bierens de Haan, J. C., 1982, Het kasteel Cannenburch gerestaureerd en heropend, De woonstede door de eeuwen heen, no. 53, p. 72-83 -Bierens de Haan, J. C. en J. R. Jas, 2000, Geldersche kasteelen, tot defensie en eene plaissante wooninge p. 36-37, 48, 53-54, 80-81, 163, Zwolle -Buurman, D. J. G. (red), 1990, De Cannenburch, Zutphen-Diessen, H. R. van, 1980, Buitenplaatsen op de Oost-Veluwe II, p. 44-Eliëns, F. M. & J. Harenberg, 1984, Middeleeuwse kastelen van Gelderland p. 347-355, Den Haag -Entrop, P.J., Geographische beschryving van de provintie Gelderland, p. 258-259-Gulick, F. W. van, 1960, Nederlandse kastelen en landhuizen p. 127-132-Hardonk, R., 1978-1979, De invasie van het huis Cannenburch in 1590, Bijdragen en Mededeelingen van Gelre 70-Harenberg, J., 1965, Twintig jaar 'Cannenburg' in de Zutphense Courant-Hoefer, F. A., 1908, Mededeelingen omtrent het Oude Loo en de Cannenburch, Arnhem-Hoefer, F. A., De Cannenburch, Buiten 1910, p. 4-5, 16-17, 28-30-Janssen, H. L., J. M. M. Kylstra-Wielinga & B. Olde Meierink (red), 1996, 1000 jaar kastelen in Nederland p. 121, 127, 135, 161, 174, 186, 192, 232, 236, 239, 248, Utrecht -Jong, J. A. B. M., 1964, Holland in vroeger tijd VII, p. 313, Zaltbommel -Kalkwiek, K. A., 1976, De hertog en zijn burchten p. 131, Zaltbommel-Klooster, L. J. van den, 1974, Een kabinet van gezichten in Gelderland afb. 25, Bussum-Kuile, E. H. ter, 1954, Kastelen en adellijke huizen. De schoonheid van ons land p. 59, 62-63, Amsterdam-Moes, E. W. & K. Sluyterman, 1912, Nederlandsche kasteelen en hun historie II, p. 49-68, Amsterdam -Robidé van de Aa, C. P. E., 1841, Oud Nederland in de uit vroegere dagen overgebleven burgen en kasteelen no. 18, Nijmegen -Römers, H., 1969, Oeuvre catalogus J. De Beyer no. 82-83, Den Haag -Schulte, A. G., 1975, Nederlandse monumenten in beeld: Overijssel / Gelderland / Utrecht p. 149, Baarn-Stenvert, R., C. Kolman, S. Broekhoven & B. Olde Meierink, Monumenten in Nederland: Gelderland, p. 306-307, Zwolle-Temminck Groll, C. L., 1979, De Cannenburch en de intree van de Renaissance in Gelderland, Bulletin KNOB, p. 123-130-Temminck Groll, C. L., 1981, Wat kocht Maarten van Rossem? Een hypothese over de Cannenburch, in: T.J. Hoekstra, H.L. Janssen en I.W.L. Moerman (red), Liber Castellorum. 40 variaties op het thema kasteel, Zutphen, p. 240-247-Vermeulen, F. A. J., 19431, Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse bouwkunst II p. 308, Den Haag-Verstegen, S. W., 1987, The castle Cannenburg as a centre of noble power in the 16th century: properties or privileges? in: Chateau Gaillard XIII, p. 253-262, Caen-Vries, Th. De, 1955, De Cannenburgh, De vriend des huizes, no. 9, p. 404-407-Werner, H. M., 1881, De Cannenborch (Volks-almanak voor het jaar 1881), Arnhem -Werner, H. M., 1905, Geldersche Kasteelen I, p. 265-300, Arnhem-Zandstra, E., 1962, Kastelen en huizen op de Veluwe p. 52-53, 83, Den Haag-Cobouw, 13-12-1957-Drentse en Asser Courant, 15-1-1980-Zutphens Dagblad, 13-9-1981-Deventer Dagblad, 7-3-1992
-Anoniem, 1745, Het verheerlijkt Nederland of kabinet van hedendaagsche gezichten nr. 51, Amsterdam -De Cannenburch, Gids (Verschillende drukken)-Collectie Bijleveld, no. 22-23.-Stichting Vrienden van de Gelderse kastelen, 1948, Kasteelen in Gelderland p. 73-77, Arnhem-Stichting Vrienden van de Gelderse kastelen, 1965, 25 jaar Stichting Vrienden van de Gelderse kastelen (1949-1965) p. 66-70, 83-87, Arnhem -Stichting Vrienden van de Gelderse kastelen 1965-1975, 1976, p. 129-148, Arnhem -Aa, A. J. van der, 1841, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden III, p. 18, Gorinchem-Bierens de Haan, J. C., 1982, Het kasteel Cannenburch gerestaureerd en heropend, De woonstede door de eeuwen heen, no. 53, p. 72-83 -Bierens de Haan, J. C. en J. R. Jas, 2000, Geldersche kasteelen, tot defensie en eene plaissante wooninge p. 36-37, 48, 53-54, 80-81, 163, Zwolle -Buurman, D. J. G. (red), 1990, De Cannenburch, Zutphen-Diessen, H. R. van, 1980, Buitenplaatsen op de Oost-Veluwe II, p. 44-Eliëns, F. M. & J. Harenberg, 1984, Middeleeuwse kastelen van Gelderland p. 347-355, Den Haag -Entrop, P.J., Geographische beschryving van de provintie Gelderland, p. 258-259-Gulick, F. W. van, 1960, Nederlandse kastelen en landhuizen p. 127-132-Hardonk, R., 1978-1979, De invasie van het huis Cannenburch in 1590, Bijdragen en Mededeelingen van Gelre 70-Harenberg, J., 1965, Twintig jaar 'Cannenburg' in de Zutphense Courant-Hoefer, F. A., 1908, Mededeelingen omtrent het Oude Loo en de Cannenburch, Arnhem-Hoefer, F. A., De Cannenburch, Buiten 1910, p. 4-5, 16-17, 28-30-Janssen, H. L., J. M. M. Kylstra-Wielinga & B. Olde Meierink (red), 1996, 1000 jaar kastelen in Nederland p. 121, 127, 135, 161, 174, 186, 192, 232, 236, 239, 248, Utrecht -Jong, J. A. B. M., 1964, Holland in vroeger tijd VII, p. 313, Zaltbommel -Kalkwiek, K. A., 1976, De hertog en zijn burchten p. 131, Zaltbommel-Klooster, L. J. van den, 1974, Een kabinet van gezichten in Gelderland afb. 25, Bussum-Kuile, E. H. ter, 1954, Kastelen en adellijke huizen. De schoonheid van ons land p. 59, 62-63, Amsterdam-Moes, E. W. & K. Sluyterman, 1912, Nederlandsche kasteelen en hun historie II, p. 49-68, Amsterdam -Robidé van de Aa, C. P. E., 1841, Oud Nederland in de uit vroegere dagen overgebleven burgen en kasteelen no. 18, Nijmegen -Römers, H., 1969, Oeuvre catalogus J. De Beyer no. 82-83, Den Haag -Schulte, A. G., 1975, Nederlandse monumenten in beeld: Overijssel / Gelderland / Utrecht p. 149, Baarn-Stenvert, R., C. Kolman, S. Broekhoven & B. Olde Meierink, Monumenten in Nederland: Gelderland, p. 306-307, Zwolle-Temminck Groll, C. L., 1979, De Cannenburch en de intree van de Renaissance in Gelderland, Bulletin KNOB, p. 123-130-Temminck Groll, C. L., 1981, Wat kocht Maarten van Rossem? Een hypothese over de Cannenburch, in: T.J. Hoekstra, H.L. Janssen en I.W.L. Moerman (red), Liber Castellorum. 40 variaties op het thema kasteel, Zutphen, p. 240-247-Vermeulen, F. A. J., 19431, Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse bouwkunst II p. 308, Den Haag-Verstegen, S. W., 1987, The castle Cannenburg as a centre of noble power in the 16th century: properties or privileges? in: Chateau Gaillard XIII, p. 253-262, Caen-Vries, Th. De, 1955, De Cannenburgh, De vriend des huizes, no. 9, p. 404-407-Werner, H. M., 1881, De Cannenborch (Volks-almanak voor het jaar 1881), Arnhem -Werner, H. M., 1905, Geldersche Kasteelen I, p. 265-300, Arnhem-Zandstra, E., 1962, Kastelen en huizen op de Veluwe p. 52-53, 83, Den Haag-Cobouw, 13-12-1957-Drentse en Asser Courant, 15-1-1980-Zutphens Dagblad, 13-9-1981-Deventer Dagblad, 7-3-1992
Documentatie
Bescherming gebouw
Status:
Status:
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: J
Bestemming:
Bestemmingsplan: J
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: Saskia Roselaar
Beschrijving gemaakt: 11-5-2004
Auteur: Saskia Roselaar
Beschrijving gemaakt: 11-5-2004
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Archeologisch onderzoek RCE
Overig onderzoek
Onderzoek naar de bouwgeschiedenis tijdens de restauratie van 1976-1979 door C. L. Temminck Groll.
Onderzoek naar de bouwgeschiedenis tijdens de restauratie van 1976-1979 door C. L. Temminck Groll.
Geomorfologische codering
Bodemkundige codering
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.