Soelen, Kasteel
IN BEWERKING [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Soelen, Kasteel
Soelen, Kasteel
Locatie
Adres: Achterstraat 7, 4011 EN Zoelen
Zoelen
Gemeente Gemeente Buren
Provincie Gelderland
Adres: Achterstraat 7, 4011 EN Zoelen
Zoelen
Gemeente Gemeente Buren
Provincie Gelderland
Typologie
Kasteel Soelen is een zaaltorenkasteel.
Kasteel Soelen is een zaaltorenkasteel.
Etymologie
Huidige situatie
Kasteel Soelen staat op een klein rond eiland, dat nog steeds omringd wordt door een gracht. Rond het kasteel ligt een park in Engelse landschapsstijl. Het kasteel dateert veertiende en vijftiende eeuw, maar is in de zestiende en zeventiende eeuw her- en verbouwd. Van het kasteel maakt nog een poortgebouw ten westen van het kasteel en een lage walmuur uit de Middeleeuwen deel uit. Op de voorburcht staat nog een achtzijdige toren uit de zestiende eeuw. Waarschijnlijk heeft deze toren dienst gedaan als duiventoren. Tegen de toren aangebouwd staat een koetshuis, dat mogelijk dateert uit de vroege zeventiende eeuw.
Kasteel Soelen staat op een klein rond eiland, dat nog steeds omringd wordt door een gracht. Rond het kasteel ligt een park in Engelse landschapsstijl. Het kasteel dateert veertiende en vijftiende eeuw, maar is in de zestiende en zeventiende eeuw her- en verbouwd. Van het kasteel maakt nog een poortgebouw ten westen van het kasteel en een lage walmuur uit de Middeleeuwen deel uit. Op de voorburcht staat nog een achtzijdige toren uit de zestiende eeuw. Waarschijnlijk heeft deze toren dienst gedaan als duiventoren. Tegen de toren aangebouwd staat een koetshuis, dat mogelijk dateert uit de vroege zeventiende eeuw.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Van Soelen dateert een groot deel van het muurwerk ondanks de brand uit 1574 nog uit de veertiende en vijftiende eeuw. Het kasteel staat nog steeds op een omgracht eiland. Verder dateert de verbouwde toegangspoort tot de voorburcht deels uit de Middeleeuwen. Ten noorden van de gracht staat nog een deel van een lage middeleeuwse walmuur.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Van Soelen dateert een groot deel van het muurwerk ondanks de brand uit 1574 nog uit de veertiende en vijftiende eeuw. Het kasteel staat nog steeds op een omgracht eiland. Verder dateert de verbouwde toegangspoort tot de voorburcht deels uit de Middeleeuwen. Ten noorden van de gracht staat nog een deel van een lage middeleeuwse walmuur.
Afmetingen
De hoofburcht meet exclusief de grachten ongeveer 17 bij 24 meter.
De hoofburcht meet exclusief de grachten ongeveer 17 bij 24 meter.
Oudste vermelding
Datum: 1298
Bron:
In 1298 wordt Arndt van Arkel beleend met huis Soelen door de graaf van Gelre (Eliëns en Harenberg, 1984, p. 244).
Datum: 1298
Bron:
In 1298 wordt Arndt van Arkel beleend met huis Soelen door de graaf van Gelre (Eliëns en Harenberg, 1984, p. 244).
Bezitsgeschiedenis
In 1263 wordt Otto van Soelen genoemd bij de stadsrechtverlening van Wageningen. Bij zijn overlijden laat hij een minderjarige dochter achter. Tussen 1290 en 1296 werden Soelen en Aldenhaag door volgelingen van de graaf van Vlaanderen ingenomen. In 1298 wordt Arndt van Arkel beleend met huis Soelen door de graaf van Gelre. De kleinzoon van deze Arndt, die ook Arndt genaamd was, wordt in 1349 vermeld als heer van Soelen en Avezaath. In 1355 werden beide huizen door hertog Eduard van Gelre vernield. Nadat Arnold van Soelen kasteel Soelen weer had opgebouwd, kwam hij in conflict met hertog Eduard. De hertog bepaalde dat Soelen op afroep afgebroken kon worden en dat Arnold in dat geval geen aanspraak mocht maken op de stenen die bij de sloop vrij kwamen. Op de een of andere manier kwam Soelen na een splitsing van het goed in Avezaath en Soelen in bezit van Walraven van Benthem. Vervolgens ging Soelen over in de handen van de familie van Rossum. In 1506 werd kasteel Soelen tot heerlijkheid verheven. In 1569 kwam het huis in bezit van Heilwich van Rossum, die getrouwd was met Dirck Vijgh. Deze Dirck werd in 1572 ook met Aldenhaag beleend, zodat Soelen en Aldenhaag weer in één hand kwamen en bleven. Dirck stak kasteel Soelen in 1547 zelf in brand, toen hij bij vergissing meende dat toevallig langstrekkende Spaanse troepen gekomen waren om hem uit zijn kasteel te verjagen. De Gelderse overheid had in datzelfde jaar besloten om de heerlijkheid Soelen in bezit over te dragen aan Reinier van Gelre, die het in naam van zijn vrouw zou bezitten. Dirck Vijgh betrok zijn kasteel op 6 mei 1577 echter weer met geweld. Het huis was toen al gedeeltelijk hersteld. Met het overlijden van Karel Vijgh in 1682 stierf deze tak van de familie uit. Soelen kwam via de familie van Renesse in 1702 in handen van Karel Pieck. Aert Johan Verstolk kocht de heerlijkheid Soelen in 1775. Deze Aert was schepen van Rotterdam. De laatste bezitter van Soelen uit deze familiewas Johan Gijsbert Verstolk, die door koning Willem I in 1823 de titel baron kreeg aangemeten vanwege zijn verdiensten voor ons land als internationale onderhandelaar. In 1833 werd Johan Gijsbert Verstolk benoemd tot minister van Binnenlandse Zaken. Na zijn dood kwam Soelen door vererving in het bezit van het geslacht Völcker.
In 1263 wordt Otto van Soelen genoemd bij de stadsrechtverlening van Wageningen. Bij zijn overlijden laat hij een minderjarige dochter achter. Tussen 1290 en 1296 werden Soelen en Aldenhaag door volgelingen van de graaf van Vlaanderen ingenomen. In 1298 wordt Arndt van Arkel beleend met huis Soelen door de graaf van Gelre. De kleinzoon van deze Arndt, die ook Arndt genaamd was, wordt in 1349 vermeld als heer van Soelen en Avezaath. In 1355 werden beide huizen door hertog Eduard van Gelre vernield. Nadat Arnold van Soelen kasteel Soelen weer had opgebouwd, kwam hij in conflict met hertog Eduard. De hertog bepaalde dat Soelen op afroep afgebroken kon worden en dat Arnold in dat geval geen aanspraak mocht maken op de stenen die bij de sloop vrij kwamen. Op de een of andere manier kwam Soelen na een splitsing van het goed in Avezaath en Soelen in bezit van Walraven van Benthem. Vervolgens ging Soelen over in de handen van de familie van Rossum. In 1506 werd kasteel Soelen tot heerlijkheid verheven. In 1569 kwam het huis in bezit van Heilwich van Rossum, die getrouwd was met Dirck Vijgh. Deze Dirck werd in 1572 ook met Aldenhaag beleend, zodat Soelen en Aldenhaag weer in één hand kwamen en bleven. Dirck stak kasteel Soelen in 1547 zelf in brand, toen hij bij vergissing meende dat toevallig langstrekkende Spaanse troepen gekomen waren om hem uit zijn kasteel te verjagen. De Gelderse overheid had in datzelfde jaar besloten om de heerlijkheid Soelen in bezit over te dragen aan Reinier van Gelre, die het in naam van zijn vrouw zou bezitten. Dirck Vijgh betrok zijn kasteel op 6 mei 1577 echter weer met geweld. Het huis was toen al gedeeltelijk hersteld. Met het overlijden van Karel Vijgh in 1682 stierf deze tak van de familie uit. Soelen kwam via de familie van Renesse in 1702 in handen van Karel Pieck. Aert Johan Verstolk kocht de heerlijkheid Soelen in 1775. Deze Aert was schepen van Rotterdam. De laatste bezitter van Soelen uit deze familiewas Johan Gijsbert Verstolk, die door koning Willem I in 1823 de titel baron kreeg aangemeten vanwege zijn verdiensten voor ons land als internationale onderhandelaar. In 1833 werd Johan Gijsbert Verstolk benoemd tot minister van Binnenlandse Zaken. Na zijn dood kwam Soelen door vererving in het bezit van het geslacht Völcker.
Bouwgeschiedenis
Kasteel Soelen is waarschijnlijk gebouwd in de veertiende of vijftiende eeuw. Men bouwde toen een rechthoekig complex van ongeveer 18 bij 17 meter. De muren van dat rechthoekige gebouw zijn ongeveer anderhalve meter dik en gebouwd van afbraaksteen. In 1574 werd het huis door de eigenaar zelf in brand gestoken. Van de hoofdburcht stonden toen alleen de muren nog, terwijl op de voorburcht alle gebouwen in vlammen op waren gegaan. In 1577 was het kasteel echter al weer deels hersteld. Waarschijnlijk is de herbouw in 1643 voltooid. De smalle rechthoekige aanbouwen aan de westzijde en de oostzijde van het kasteel dateren uit het midden van de zeventiende eeuw. In de aanbouw aan de westzijde van het kasteel bevindt zich het trappenhuis. Waarschijnlijk waren de verschillende verdiepingen voor het midden van de zeventiende eeuw met elkaar verbonden door middel van een spiltrap binnen het oorspronkelijke gebouw. Nu is het gebouw voorzien van twee schilddaken, die evenwijdig lopen met de voorgevel van het kasteel aan de noordzijde. De twee uitbouwen uit het midden van de zeventiende eeuw hebben elke een eigen zadeldak. De voorgevel van het kasteel laat een toren zien. Het muurwerk van deze toren is vanaf de dakaanzet van het zadeldak aanzienlijk dunner dan het overige muurwerk van het kasteel. De toren springt niet uit en heeft waarschijnlijk dan ook in de Middeleeuwen geen militaire functie gehad. In een latere bouwfase heeft men de ingangspartij aan de noordzijde verhoogd, zodat deze toren ontstond. Deze toren steekt daardoor uit boven het eerste zadeldak en heef dan ook een eigen dak, namelijk een lage ingesnoerde spits. De ingang van het kasteel bestaat uit een hoge dubbele deur met bovenlicht in een omlijsting uit de vroege negentiende eeuw. De kelders onder het zuidelijke deel van het huis zijn waarschijnlijk bij verbouwingen uit de zeventiende eeuw ontstaan. Het kasteel staat op een klein rond eiland, dat omgeven is door een deel van de oorspronkelijke gracht. Het is mogelijk dat er bij de hoofdburcht vroeger twee voorburchten hebben gehoord. De hoofdburcht is verbonden door een brug met de voorburcht aan de noordzijde van het kasteel. De voorburcht is toegankelijk via een poort, die ten westen van het kasteel staat. Dit bakstenen poortgebouw heeft men in de negentiende eeuw verbouwd tot een blokvormig gebouw, met een laag schilddak. De nok van dat dak staat haaks op de poortdoorgang. Boven de gootlijst heeft men kantelen aangebracht. Vanaf de poorttoren loopt een lage walmuur langs de noordelijke kasteelgracht tot aan een deel van een waltorentje aan de oostzijde.
Kasteel Soelen is waarschijnlijk gebouwd in de veertiende of vijftiende eeuw. Men bouwde toen een rechthoekig complex van ongeveer 18 bij 17 meter. De muren van dat rechthoekige gebouw zijn ongeveer anderhalve meter dik en gebouwd van afbraaksteen. In 1574 werd het huis door de eigenaar zelf in brand gestoken. Van de hoofdburcht stonden toen alleen de muren nog, terwijl op de voorburcht alle gebouwen in vlammen op waren gegaan. In 1577 was het kasteel echter al weer deels hersteld. Waarschijnlijk is de herbouw in 1643 voltooid. De smalle rechthoekige aanbouwen aan de westzijde en de oostzijde van het kasteel dateren uit het midden van de zeventiende eeuw. In de aanbouw aan de westzijde van het kasteel bevindt zich het trappenhuis. Waarschijnlijk waren de verschillende verdiepingen voor het midden van de zeventiende eeuw met elkaar verbonden door middel van een spiltrap binnen het oorspronkelijke gebouw. Nu is het gebouw voorzien van twee schilddaken, die evenwijdig lopen met de voorgevel van het kasteel aan de noordzijde. De twee uitbouwen uit het midden van de zeventiende eeuw hebben elke een eigen zadeldak. De voorgevel van het kasteel laat een toren zien. Het muurwerk van deze toren is vanaf de dakaanzet van het zadeldak aanzienlijk dunner dan het overige muurwerk van het kasteel. De toren springt niet uit en heeft waarschijnlijk dan ook in de Middeleeuwen geen militaire functie gehad. In een latere bouwfase heeft men de ingangspartij aan de noordzijde verhoogd, zodat deze toren ontstond. Deze toren steekt daardoor uit boven het eerste zadeldak en heef dan ook een eigen dak, namelijk een lage ingesnoerde spits. De ingang van het kasteel bestaat uit een hoge dubbele deur met bovenlicht in een omlijsting uit de vroege negentiende eeuw. De kelders onder het zuidelijke deel van het huis zijn waarschijnlijk bij verbouwingen uit de zeventiende eeuw ontstaan. Het kasteel staat op een klein rond eiland, dat omgeven is door een deel van de oorspronkelijke gracht. Het is mogelijk dat er bij de hoofdburcht vroeger twee voorburchten hebben gehoord. De hoofdburcht is verbonden door een brug met de voorburcht aan de noordzijde van het kasteel. De voorburcht is toegankelijk via een poort, die ten westen van het kasteel staat. Dit bakstenen poortgebouw heeft men in de negentiende eeuw verbouwd tot een blokvormig gebouw, met een laag schilddak. De nok van dat dak staat haaks op de poortdoorgang. Boven de gootlijst heeft men kantelen aangebracht. Vanaf de poorttoren loopt een lage walmuur langs de noordelijke kasteelgracht tot aan een deel van een waltorentje aan de oostzijde.
Afbeeldingen
-Vooraanzocht van kasteel Soelen. Tekening door Cornelis Pronk uit 1728. RPK (De Beaufort, 1968, p. 407).-Kasteel Soelen gezien vanuit het zuidoosten. Tekening door Cornelis Pronk uit 1728. Collectie kasteel Soelen (De Beaufort, 1968, p. 407).-Voorzijde kasteel Soelen met duiventoren. Tekening door R. van Eynden uit 1792 (De Beaufort, 1968, p. 407).-Plattegrond van de kelderverdieping. RDMZ (Eliëns en Harenberg, 1984, p. 245).
-Vooraanzocht van kasteel Soelen. Tekening door Cornelis Pronk uit 1728. RPK (De Beaufort, 1968, p. 407).-Kasteel Soelen gezien vanuit het zuidoosten. Tekening door Cornelis Pronk uit 1728. Collectie kasteel Soelen (De Beaufort, 1968, p. 407).-Voorzijde kasteel Soelen met duiventoren. Tekening door R. van Eynden uit 1792 (De Beaufort, 1968, p. 407).-Plattegrond van de kelderverdieping. RDMZ (Eliëns en Harenberg, 1984, p. 245).
Bronnen
Literatuur
De Beaufort, R.F.P. en H.M. van den Berg, 1968, De Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst. Dl. III. Provincie Gelderland. Eerste stuk: de Betuwe. 's-Gravenhage, p. 407-411.Eliëns, F.M. en J. Harenberg, 1984, Middeleeuwse kastelen van Gelderland. Rijswijk, p. 243-248.Stenvert, R, C. Kolman, S. Broekhoven en B. Olde Meierink, 2000, Monumenten in Nederland. Gelderland. Zwolle, p. 351.
De Beaufort, R.F.P. en H.M. van den Berg, 1968, De Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst. Dl. III. Provincie Gelderland. Eerste stuk: de Betuwe. 's-Gravenhage, p. 407-411.Eliëns, F.M. en J. Harenberg, 1984, Middeleeuwse kastelen van Gelderland. Rijswijk, p. 243-248.Stenvert, R, C. Kolman, S. Broekhoven en B. Olde Meierink, 2000, Monumenten in Nederland. Gelderland. Zwolle, p. 351.
Documentatie
?
?
Coördinaten
Coordinaten: ,
Kaartblad: 39D , x: 155.976, y: 435.736, precisie 3
Coordinaten: ,
Kaartblad: 39D , x: 155.976, y: 435.736, precisie 3
Bescherming gebouw
Status:
Status:
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: ?
Bestemming:
Bestemmingsplan: ?
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: W. Landewé
Beschrijving gemaakt: 23-10-2000
Auteur: W. Landewé
Beschrijving gemaakt: 23-10-2000
Bouwhistorisch onderzoek RCE
?
?
Archeologisch onderzoek RCE
?
?
Overig onderzoek
?
?
Geomorfologische codering
Bodemkundige codering
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.