Schoonbroek
IN BEWERKING [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Schoonbroek
Schoonbroek
Locatie
Adres: Schoonbroeksweg
Apeldoorn
Gemeente Gemeente Apeldoorn
Provincie Gelderland
In de nabije omgeving is een bedrijventerrein in aanleg; de locatie zelf komt wellicht onder bebouwing te liggen; de tot 1993 nog aanwezige ondergrondse restanten van Schoonbroek lagen in een weiland ten noorden van Apeldoorn, op 800 m afstand van de voormalige boerderij Schoonbroek (2:91).
Adres: Schoonbroeksweg
Apeldoorn
Gemeente Gemeente Apeldoorn
Provincie Gelderland
In de nabije omgeving is een bedrijventerrein in aanleg; de locatie zelf komt wellicht onder bebouwing te liggen; de tot 1993 nog aanwezige ondergrondse restanten van Schoonbroek lagen in een weiland ten noorden van Apeldoorn, op 800 m afstand van de voormalige boerderij Schoonbroek (2:91).
Typologie
Jansen (4) beschouwt Schoonbroek als een zeer lang en smal zaalgebouw; de breedte van de fundering vormt de onderste grens van de funderingsbreedte behorende bij een verdedigbaar object; de bouwperiode (omstreeks 1350) zou, uitgaande van de teruggevonden fundering, inderdaad op een zaaltoren kunnen wijzen; Schoonbroek wordt ook wel anders geïnterpreteerd: wellicht een 'spieker' of tiendschuur, maar dan wel van een belangrijk heer, klooster of kerk (6); 'huis' (8), 'omgracht huis' (10); 'bouwsel (klooster, kasteel of groot stenen huis) (11), 'belangrijk huis' (12) en 'versterkt stenen huis met gracht en brug' (13);
Jansen (4) beschouwt Schoonbroek als een zeer lang en smal zaalgebouw; de breedte van de fundering vormt de onderste grens van de funderingsbreedte behorende bij een verdedigbaar object; de bouwperiode (omstreeks 1350) zou, uitgaande van de teruggevonden fundering, inderdaad op een zaaltoren kunnen wijzen; Schoonbroek wordt ook wel anders geïnterpreteerd: wellicht een 'spieker' of tiendschuur, maar dan wel van een belangrijk heer, klooster of kerk (6); 'huis' (8), 'omgracht huis' (10); 'bouwsel (klooster, kasteel of groot stenen huis) (11), 'belangrijk huis' (12) en 'versterkt stenen huis met gracht en brug' (13);
Etymologie
'Schoon' betekent mooi of fraai; 'broek' betekent beek of moerasland; de naam Schoonbroek kan dus verwijzen naar een mooie beek of een mooi gelegen stuk moerasland (3); ten noorden van ten noorden van Apeldoorn ligt het buurschap Broekland, waarvan de naam waarschijnlijk op hetzelfde 'broek' betrekking heeft; een paar kilometer ten noordoosten van de locatie ligt de boerderij Jachthoeve Broekland.
'Schoon' betekent mooi of fraai; 'broek' betekent beek of moerasland; de naam Schoonbroek kan dus verwijzen naar een mooie beek of een mooi gelegen stuk moerasland (3); ten noorden van ten noorden van Apeldoorn ligt het buurschap Broekland, waarvan de naam waarschijnlijk op hetzelfde 'broek' betrekking heeft; een paar kilometer ten noordoosten van de locatie ligt de boerderij Jachthoeve Broekland.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: 8-4-1996
De locatie ligt ca. 100 meter buiten een in aanleg zijnde bedrijventerrein.
Laatst bijgewerkt: 8-4-1996
De locatie ligt ca. 100 meter buiten een in aanleg zijnde bedrijventerrein.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Het kasteel is geheel verdwenen, ook ondergronds; er zijn, afgezien van wat gruis- en steenrestjes, waarschijnlijk geen sporen meer aanwezig op de locatie; omstreeks 1980 werd bij diepploegen een open plek aangetroffen omgeven door grote hoeveelheden puin (1); na deze ontdekking werd, in een proefputje, zich nog in verband bevindende muurresten en fragmenten van steengoed aangetroffen (1,12); in het voorjaar van 1991 is er een tweede proefopgraving uitgevoerd, waarbij geen stukken muur maar wel grote aantallen kloostermoppen en leistenen zijn gevonden en scherven van drinkgerei, waaronder een Siegburg-drinkkan (11); de toen gevonden puinlaag, liggend op een laagje van fragmenten leisteen, lag op een schone of uitgeloogde bodem waarin zich veel kienhout bevond (1); tijdens de opgraving in 1993 zijn de laatste restanten van het object geheel verwijderd (de stenen, formaat 28x14x7 cm, zijn hergebruikt in het 'Archeon' met name voor typisch uit de 14e eeuw stammende bouw (7)).
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Het kasteel is geheel verdwenen, ook ondergronds; er zijn, afgezien van wat gruis- en steenrestjes, waarschijnlijk geen sporen meer aanwezig op de locatie; omstreeks 1980 werd bij diepploegen een open plek aangetroffen omgeven door grote hoeveelheden puin (1); na deze ontdekking werd, in een proefputje, zich nog in verband bevindende muurresten en fragmenten van steengoed aangetroffen (1,12); in het voorjaar van 1991 is er een tweede proefopgraving uitgevoerd, waarbij geen stukken muur maar wel grote aantallen kloostermoppen en leistenen zijn gevonden en scherven van drinkgerei, waaronder een Siegburg-drinkkan (11); de toen gevonden puinlaag, liggend op een laagje van fragmenten leisteen, lag op een schone of uitgeloogde bodem waarin zich veel kienhout bevond (1); tijdens de opgraving in 1993 zijn de laatste restanten van het object geheel verwijderd (de stenen, formaat 28x14x7 cm, zijn hergebruikt in het 'Archeon' met name voor typisch uit de 14e eeuw stammende bouw (7)).
Afmetingen
Uit de informatie van RAAP (8) is af te leiden dat het grachtensysteem waarschijnlijk deel uitmaakte van een meanderende beek; een stuw in deze beek, aan de noordkant - dus benedenstrooms ten opzichte van het huis - heeft wellicht gediend om het water in de gracht bij gevaar op te zetten; de aanvaller kon niet bij deze stuw of sluis komen vanwege de lagere ligging en de daarmee gepaard gaande natheid van dit terreindeel (7).
Uit de informatie van RAAP (8) is af te leiden dat het grachtensysteem waarschijnlijk deel uitmaakte van een meanderende beek; een stuw in deze beek, aan de noordkant - dus benedenstrooms ten opzichte van het huis - heeft wellicht gediend om het water in de gracht bij gevaar op te zetten; de aanvaller kon niet bij deze stuw of sluis komen vanwege de lagere ligging en de daarmee gepaard gaande natheid van dit terreindeel (7).
Oudste vermelding
Datum: 1357
Bron: De Cameraars-Rekeningen van Deventer (14)
": Item eodem die Petro dicto Top currenti cum littera Sconenbroke Arnhem et Nouimagium post dominum Theodericum de Keppel xij s., en enkele regels verder, [Item] feria secunda sequenti Johanni currenti Sconenbroec et Wagheninghen post dominum Theodericum de Keppel cum littera x s. viij d. (14:468)"
De beide vermeldingen komen voor in de rekening uit 1357 van Lambert Arnold Philipszoon, zoals opgenomen in de Cameraars-Rekeningen van Deventer (14:443-78); de link tussen deze vermeldingen en het object loopt via boerderij Huis Schoonbroek, uit de 16e eeuw stammend en in 1977 afgebroken; Huis Schoonbroek had dikke muren, een piramide-vormig hoog dak en gedurende eeuwen jonkers als bewoners (7); het is jammer dat er in 1977 geen bouwhistorisch onderzoek is uitgevoerd toen Huis Schoonbroek werd gesloopt; 'Op grond van de schriftelijke overlevering is het aannemelijk dat het huis Schoonbroek ('Sconenbroke') in de 1335-1342 of kort daarna is ontstaan' (9); de jaren 1335 (13) en 1339 (3,11) zijn als (stichtings)jaren misschien wat aan de vroege kant, gezien de RING-datering 1347 (zie onder: 12a).
Datum: 1357
Bron: De Cameraars-Rekeningen van Deventer (14)
": Item eodem die Petro dicto Top currenti cum littera Sconenbroke Arnhem et Nouimagium post dominum Theodericum de Keppel xij s., en enkele regels verder, [Item] feria secunda sequenti Johanni currenti Sconenbroec et Wagheninghen post dominum Theodericum de Keppel cum littera x s. viij d. (14:468)"
De beide vermeldingen komen voor in de rekening uit 1357 van Lambert Arnold Philipszoon, zoals opgenomen in de Cameraars-Rekeningen van Deventer (14:443-78); de link tussen deze vermeldingen en het object loopt via boerderij Huis Schoonbroek, uit de 16e eeuw stammend en in 1977 afgebroken; Huis Schoonbroek had dikke muren, een piramide-vormig hoog dak en gedurende eeuwen jonkers als bewoners (7); het is jammer dat er in 1977 geen bouwhistorisch onderzoek is uitgevoerd toen Huis Schoonbroek werd gesloopt; 'Op grond van de schriftelijke overlevering is het aannemelijk dat het huis Schoonbroek ('Sconenbroke') in de 1335-1342 of kort daarna is ontstaan' (9); de jaren 1335 (13) en 1339 (3,11) zijn als (stichtings)jaren misschien wat aan de vroege kant, gezien de RING-datering 1347 (zie onder: 12a).
Bezitsgeschiedenis
Afgezien van de vermelding van Schoonbroek in de Cameraars-Rekeningen van Deventer, zijn er geen gegevens omtrent de bezitsgeschiedenis gevonden; als vroegere bezitters van de gronden in deze omgeving, zouden de, onder 9b genoemde jonkers in aanmerking kunnen komen
Afgezien van de vermelding van Schoonbroek in de Cameraars-Rekeningen van Deventer, zijn er geen gegevens omtrent de bezitsgeschiedenis gevonden; als vroegere bezitters van de gronden in deze omgeving, zouden de, onder 9b genoemde jonkers in aanmerking kunnen komen
Historische betekenis
In de 14e eeuw is er in deze omgeving sprake van ontginningen in de IJsselvallei, o.a. wordt Nijbroek genoemd, een dorp ten noordoosten van Apeldoorn (2: o.a. 25,30); in het kader van deze ontginningen of direct erna zou ook Schoonbroek gesticht kunnen zijn (10); uit het archief van het klooster Monnikhuizen bij Arnhem zou af te leiden zijn dat Fransenburg bij Nijbroek een met Schoonbroek vergelijkbare ontstaansgeschiedenis heeft gehad (7, vgl. 15). (1): Het gebouw moet van een aanzienlijke wereldlijke of geestelijke eigenaar geweest zijn, gezien het gebruik van natuur-, maar vooral baksteen, in deze periode en in dit gebied een uitzonderlijk gegeven. Het zou dan ook geenszins verbazing wekken wanneer het gebouw een uithof is geweest van genoemd klooster. In de mondelinge overlevering is vaak sprake van een klooster in dit gebied, uit schriftelijke bronnen is hierover echter niets bekend. Zoete vermoedde dat het huis toebehoorde aan de bisschop van Utrecht, die het had laten bouwen om zijn bezittingen op de Veluwe tegen Gelderse ridders te beschermen (3). Dit lijkt onwaarschijnlijk, aangezien de hertogen van Gelre in de 14e eeuw al een grote controle over de Veluwe hadden. Zij zouden het niet toegestaan hebben dat een vreemde leenheer midden op hun grondgebied een kasteel liet bouwen (3).
In de 14e eeuw is er in deze omgeving sprake van ontginningen in de IJsselvallei, o.a. wordt Nijbroek genoemd, een dorp ten noordoosten van Apeldoorn (2: o.a. 25,30); in het kader van deze ontginningen of direct erna zou ook Schoonbroek gesticht kunnen zijn (10); uit het archief van het klooster Monnikhuizen bij Arnhem zou af te leiden zijn dat Fransenburg bij Nijbroek een met Schoonbroek vergelijkbare ontstaansgeschiedenis heeft gehad (7, vgl. 15). (1): Het gebouw moet van een aanzienlijke wereldlijke of geestelijke eigenaar geweest zijn, gezien het gebruik van natuur-, maar vooral baksteen, in deze periode en in dit gebied een uitzonderlijk gegeven. Het zou dan ook geenszins verbazing wekken wanneer het gebouw een uithof is geweest van genoemd klooster. In de mondelinge overlevering is vaak sprake van een klooster in dit gebied, uit schriftelijke bronnen is hierover echter niets bekend. Zoete vermoedde dat het huis toebehoorde aan de bisschop van Utrecht, die het had laten bouwen om zijn bezittingen op de Veluwe tegen Gelderse ridders te beschermen (3). Dit lijkt onwaarschijnlijk, aangezien de hertogen van Gelre in de 14e eeuw al een grote controle over de Veluwe hadden. Zij zouden het niet toegestaan hebben dat een vreemde leenheer midden op hun grondgebied een kasteel liet bouwen (3).
Bouwgeschiedenis
Het belang van dit object voor de kennis van zaaltorens ligt vooral in de scherpe datering (4); 'In 1335 gebouwd, na een jaar of zeven afgebrand en niet herbouwd; gezien de vondsten van restanten van aardewerk die van later datum zijn dan het huis, bleef de omgeving wel bewoond. Het object is vermoedelijk vrij snel na de bouw verwoest' (13); (1): 'Het gebouw kan pas na 1335 gebouwd zijn, aangezien het gebied tot aan dat jaar deel uitmaakte van het grafelijke wildernis-regaal. Omstreeks 1335 geeft Reinald II van Gelre de gronden in dit gebied ter ontginning uit en vanaf dat moment kan er ontginning plaatsvinden. De ontginning van dit gebied wordt vanaf 1342 uitgevoerd vanuit het Karthuizer klooster Monnikhuizen uit Arnhem. Het gebouw moet van een aanzienlijke wereldlijke of geestelijke eigenaar geweest zijn, gezien het gebruik van natuur-, maar vooral baksteen; in deze periode en in dit gebied een uitzonderlijk gegeven. Het zou dan ook geenszins verbazing wekken wanneer het gebouw een uithof is geweest van genoemd klooster. In de mondelinge overlevering is vaak sprake van een klooster in dit gebied, uit schriftelijke bronnen is echter niets bekend. Vanwege de grote hoeveelheid verbrand materiaal lijkt het gebouw in een catastrofale brand zijn einde gevonden te hebben, waarschijnlijk ergens in het eerste kwart van de 15e eeuw. Gezien het ontbreken van jongere vondsten lijkt er van herbouw of hergebruik op deze plaats geen sprake te zijn.'(9,10): het middenterrein was omgeven door een binnen- en een buitengracht, waarover een brug en met ertussen een twee meter brede berm; de brug had in de binnengracht een houten fundering; in de buitengracht zijn overblijfselen gevonden van wat een bakstenen pijler kan zijn geweest; op het middenterrein lagen de resten van de buitenmuren van een rechthoekig zaalgebouw, 24,6x8 m groot, zonder binnenmuren of een onderkeldering; de fundering bestond aan de basis, 1,10 m onder het huidige maaiveld, 0,95-1,00 m breed met 3-4(-5) dwars naast elkaar liggende, niet-gemetselde stenen; uit de spreiding van de resten van leien dakbedekking in het terrein valt op te maken dat de zuidelijke zijde van het gebouw een puntgevel bezat, de daken aan de overige zijden waren hellend; tussen de resten daklei bevond zich een grote hoeveelheid daklood, waarvan een aantal fragmenten brandsporen vertoont; in de gracht zijn de restanten van een houten brugfundering gevonden; de brug is van het type Rigold IIB dat in Nederland nog slechts bij de kastelen van Rhoon en Schipluiden is aangetroffen; uit het opgravingskaartje (zie onder: 14) valt op te maken dat buiten de fundering langs de westelijke, lange gevel zich twee rechthoekige uitbouwen bevonden van 3 m breed en 8 m, resp. 8,8 m lang, mogelijk ter ondersteuning van plankieren of een uitkragende verdieping (4,6)1; de gevonden (restanten van) aardewerk - voornamelijk bekers en enkele kannen, goeddeels steengoed [Jacobakannetjes (6); steengoed uit Siegburg en blauwgrijs aardewerk (1)] - zijn kenmerkend voor het tijdvak rond het midden van de 14e eeuw (4,9,10)/tweede helft 14e - begin 15e eeuw (1); uit de concentratie van vondsten blijkt dat de woonvertrekken zich in de zuidelijke helft bevonden (4); het gebouw is waarschijnlijk door brand verwoest, mogelijk zelfs opzettelijk en met geweld gepaard gaande (9); er zijn aanknopingspunten voor plunderingen en andere rampen in de 13e-15e eeuw in deze regio (2:27,42-4);tussen de aangetroffen etensresten zijn ook de botten van edelherten gevonden (6); de jacht op edelherten gold toen als een adellijk prerogatief; de vondst van deze botten kan duiden op bewoning of aanwezigheid van personen die in aanzien stonden; andere interessante vondsten zijn de onderdelen van het hang- en sluitwerk; meest opmerkelijk daarbij is het vrijwel complete en goed geconserveerde ijzeren slot van de poort mèt sleutel (6)! RING geeft als veldatum van het hout van de brug èn van enkele houten bouwsels op het middenterrein 1347 (10), op zijn laatst het stichtingsjaar van het huis.
Het belang van dit object voor de kennis van zaaltorens ligt vooral in de scherpe datering (4); 'In 1335 gebouwd, na een jaar of zeven afgebrand en niet herbouwd; gezien de vondsten van restanten van aardewerk die van later datum zijn dan het huis, bleef de omgeving wel bewoond. Het object is vermoedelijk vrij snel na de bouw verwoest' (13); (1): 'Het gebouw kan pas na 1335 gebouwd zijn, aangezien het gebied tot aan dat jaar deel uitmaakte van het grafelijke wildernis-regaal. Omstreeks 1335 geeft Reinald II van Gelre de gronden in dit gebied ter ontginning uit en vanaf dat moment kan er ontginning plaatsvinden. De ontginning van dit gebied wordt vanaf 1342 uitgevoerd vanuit het Karthuizer klooster Monnikhuizen uit Arnhem. Het gebouw moet van een aanzienlijke wereldlijke of geestelijke eigenaar geweest zijn, gezien het gebruik van natuur-, maar vooral baksteen; in deze periode en in dit gebied een uitzonderlijk gegeven. Het zou dan ook geenszins verbazing wekken wanneer het gebouw een uithof is geweest van genoemd klooster. In de mondelinge overlevering is vaak sprake van een klooster in dit gebied, uit schriftelijke bronnen is echter niets bekend. Vanwege de grote hoeveelheid verbrand materiaal lijkt het gebouw in een catastrofale brand zijn einde gevonden te hebben, waarschijnlijk ergens in het eerste kwart van de 15e eeuw. Gezien het ontbreken van jongere vondsten lijkt er van herbouw of hergebruik op deze plaats geen sprake te zijn.'(9,10): het middenterrein was omgeven door een binnen- en een buitengracht, waarover een brug en met ertussen een twee meter brede berm; de brug had in de binnengracht een houten fundering; in de buitengracht zijn overblijfselen gevonden van wat een bakstenen pijler kan zijn geweest; op het middenterrein lagen de resten van de buitenmuren van een rechthoekig zaalgebouw, 24,6x8 m groot, zonder binnenmuren of een onderkeldering; de fundering bestond aan de basis, 1,10 m onder het huidige maaiveld, 0,95-1,00 m breed met 3-4(-5) dwars naast elkaar liggende, niet-gemetselde stenen; uit de spreiding van de resten van leien dakbedekking in het terrein valt op te maken dat de zuidelijke zijde van het gebouw een puntgevel bezat, de daken aan de overige zijden waren hellend; tussen de resten daklei bevond zich een grote hoeveelheid daklood, waarvan een aantal fragmenten brandsporen vertoont; in de gracht zijn de restanten van een houten brugfundering gevonden; de brug is van het type Rigold IIB dat in Nederland nog slechts bij de kastelen van Rhoon en Schipluiden is aangetroffen; uit het opgravingskaartje (zie onder: 14) valt op te maken dat buiten de fundering langs de westelijke, lange gevel zich twee rechthoekige uitbouwen bevonden van 3 m breed en 8 m, resp. 8,8 m lang, mogelijk ter ondersteuning van plankieren of een uitkragende verdieping (4,6)1; de gevonden (restanten van) aardewerk - voornamelijk bekers en enkele kannen, goeddeels steengoed [Jacobakannetjes (6); steengoed uit Siegburg en blauwgrijs aardewerk (1)] - zijn kenmerkend voor het tijdvak rond het midden van de 14e eeuw (4,9,10)/tweede helft 14e - begin 15e eeuw (1); uit de concentratie van vondsten blijkt dat de woonvertrekken zich in de zuidelijke helft bevonden (4); het gebouw is waarschijnlijk door brand verwoest, mogelijk zelfs opzettelijk en met geweld gepaard gaande (9); er zijn aanknopingspunten voor plunderingen en andere rampen in de 13e-15e eeuw in deze regio (2:27,42-4);tussen de aangetroffen etensresten zijn ook de botten van edelherten gevonden (6); de jacht op edelherten gold toen als een adellijk prerogatief; de vondst van deze botten kan duiden op bewoning of aanwezigheid van personen die in aanzien stonden; andere interessante vondsten zijn de onderdelen van het hang- en sluitwerk; meest opmerkelijk daarbij is het vrijwel complete en goed geconserveerde ijzeren slot van de poort mèt sleutel (6)! RING geeft als veldatum van het hout van de brug èn van enkele houten bouwsels op het middenterrein 1347 (10), op zijn laatst het stichtingsjaar van het huis.
Afbeeldingen
- omschrijving: opgravingskaartje ROB (resultaat van opgravingen in 1992 en 1993) (cf. 6)- plaats origineel: ROB
- omschrijving: opgravingskaartje ROB (resultaat van opgravingen in 1992 en 1993) (cf. 6)- plaats origineel: ROB
Bronnen
Literatuur
(1) Dierendonck RM van en Ummels H 1991. Onderzoek Schoonbroeksweg Huis Schoonbroek. - De Hunnepers (dec.): 22-3.(2) Kemperink RM, Arnold CJCWH, Franken MAM en Mol J de (red) 1993. De geschiedenis van Apeldoorn. Walburg Pers, Zutphen. 320 p.(3) Jager JJ 1993. Lijst van kastelen op de Veluwe. Onderdeel van doctoraalscriptie bij HL Janssen - RUU: 'Kastelen op de Veluwe, inventarisatie en vergelijking': 47-201.(4) Janssen HL mmv T Hermans 1996. Tussen woning en versterking. Het kasteel in de middeleeuwen. In: Janssen HL, Kylstra-Wielinga JMM en Olde Meierink B (red), 1000 jaar kastelen in Nederland, 15-111. Matrijs, Utrecht. 1-280.(5) [vervallen](6) Anonymus 1995. Resten middeleeuws gebouw in weiland. Nieuwsbrief 'Nieuws over oud', september 1996; monumentenzorg in Apeldoorn. Dienst Onderwijs en Cultuur, afdeling Culturele Zaken, gemeente Apeldoorn, Apeldoorn.(7) Dhr HAM Ummels is een plaatselijk te goeder naam en faam bekend staand amateur-historicus die ook beroepshalve (t.w. bij de afdeling Culturele Zaken van de dienst Onderwijs en Cultuur van gemeente Apeldoorn) betrokken is bij (lokale) geschiedenis en geschiedschrijving, archeologie, oudheidkunde en soortgelijke onderwerpen; op 3 januari 1996 gesproken over o.a. Schoonbroek.(8) RAAP (ongepubliceerd). Kaart 'HUIS SCHOONBROEK, weerstandsonderzoek, januari 1992, A Verpoorte en T Jansen', 'grijswaardenkaart 'Huis Schoonbroek'' en kaart met 'interpretatie van de weerstandsmetingen'.(9) Hulst RS, Buisman A en Doesburg J van 1993. Late Middeleeuwen, omgracht huis Schoonbroek. In: 'Jaarverslag 1992 van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek'. ROB, Amersfoort: 68-9.(10) Hulst RS en Buisman A 1994. Apeldoorn - omgracht huis Schoonbroek Late Middeleeuwen. In: 'Jaarverslag 1993 van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek'. ROB, Amersfoort: 71-2.(11) Anonymus 1991. Onderzoek naar resten kasteel; ligging van muren en grachten bepaald met stroom. - Noord Veluws Dagblad, 11 oktober.(12) Anonymus 1991. Resten 'kasteel' in weiland. - Nieuwe Apeldoornse Courant, 17 april [met foto van opgraving, Siegburg-kan en omringend landschap](13) volgens tekst bij vitrine met vondsten van opgraving van Schoonbroek op tentoonstelling '1000 jaar platteland' (Historisch Museum Apeldoorn, zomer/herfst 1995)(14) Doorninck JI van, Hullu J de en Acquoy J (red) 1888-1914. De Cameraars-Rekeningen van Deventer. 2e deel: 1348-1360. De Lange, Deventer. 793 p.(15) Hermsen H 1991. Kloostermoppen en resten muur in Nijbroekse 'Bult'. - Deventer Dagblad(?), 20 februari.(16) mond.med. dhr Hulst, ROB, 270995: contactpersonen HAM Ummels en R van Dierendonck, beiden te Apeldoorn woonachtig. 1 Overigens zijn de details uit bovenstaande beschrijving lastig met de weerstands- en de grijswaardenkaart van RAAP (8) in overeenstemming te brengen, bij voorbeeld geen dubbel grachtensysteem zichtbaar. Aan de buitenkant van de gracht, aan de noordoostzijde, zijn hoge weerstanden en grijswaarden gemeten - puin?; opvallend is dat op de grijswaardenkaart, in een dwars op het eigenlijke terrein onderzochte, 10 m brede sleuf - aan de oostkant van het object-terrein - ook hoge (grijs)waarden zijn gemeten; deze waarden duiden wellicht ook op puin.
(1) Dierendonck RM van en Ummels H 1991. Onderzoek Schoonbroeksweg Huis Schoonbroek. - De Hunnepers (dec.): 22-3.(2) Kemperink RM, Arnold CJCWH, Franken MAM en Mol J de (red) 1993. De geschiedenis van Apeldoorn. Walburg Pers, Zutphen. 320 p.(3) Jager JJ 1993. Lijst van kastelen op de Veluwe. Onderdeel van doctoraalscriptie bij HL Janssen - RUU: 'Kastelen op de Veluwe, inventarisatie en vergelijking': 47-201.(4) Janssen HL mmv T Hermans 1996. Tussen woning en versterking. Het kasteel in de middeleeuwen. In: Janssen HL, Kylstra-Wielinga JMM en Olde Meierink B (red), 1000 jaar kastelen in Nederland, 15-111. Matrijs, Utrecht. 1-280.(5) [vervallen](6) Anonymus 1995. Resten middeleeuws gebouw in weiland. Nieuwsbrief 'Nieuws over oud', september 1996; monumentenzorg in Apeldoorn. Dienst Onderwijs en Cultuur, afdeling Culturele Zaken, gemeente Apeldoorn, Apeldoorn.(7) Dhr HAM Ummels is een plaatselijk te goeder naam en faam bekend staand amateur-historicus die ook beroepshalve (t.w. bij de afdeling Culturele Zaken van de dienst Onderwijs en Cultuur van gemeente Apeldoorn) betrokken is bij (lokale) geschiedenis en geschiedschrijving, archeologie, oudheidkunde en soortgelijke onderwerpen; op 3 januari 1996 gesproken over o.a. Schoonbroek.(8) RAAP (ongepubliceerd). Kaart 'HUIS SCHOONBROEK, weerstandsonderzoek, januari 1992, A Verpoorte en T Jansen', 'grijswaardenkaart 'Huis Schoonbroek'' en kaart met 'interpretatie van de weerstandsmetingen'.(9) Hulst RS, Buisman A en Doesburg J van 1993. Late Middeleeuwen, omgracht huis Schoonbroek. In: 'Jaarverslag 1992 van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek'. ROB, Amersfoort: 68-9.(10) Hulst RS en Buisman A 1994. Apeldoorn - omgracht huis Schoonbroek Late Middeleeuwen. In: 'Jaarverslag 1993 van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek'. ROB, Amersfoort: 71-2.(11) Anonymus 1991. Onderzoek naar resten kasteel; ligging van muren en grachten bepaald met stroom. - Noord Veluws Dagblad, 11 oktober.(12) Anonymus 1991. Resten 'kasteel' in weiland. - Nieuwe Apeldoornse Courant, 17 april [met foto van opgraving, Siegburg-kan en omringend landschap](13) volgens tekst bij vitrine met vondsten van opgraving van Schoonbroek op tentoonstelling '1000 jaar platteland' (Historisch Museum Apeldoorn, zomer/herfst 1995)(14) Doorninck JI van, Hullu J de en Acquoy J (red) 1888-1914. De Cameraars-Rekeningen van Deventer. 2e deel: 1348-1360. De Lange, Deventer. 793 p.(15) Hermsen H 1991. Kloostermoppen en resten muur in Nijbroekse 'Bult'. - Deventer Dagblad(?), 20 februari.(16) mond.med. dhr Hulst, ROB, 270995: contactpersonen HAM Ummels en R van Dierendonck, beiden te Apeldoorn woonachtig. 1 Overigens zijn de details uit bovenstaande beschrijving lastig met de weerstands- en de grijswaardenkaart van RAAP (8) in overeenstemming te brengen, bij voorbeeld geen dubbel grachtensysteem zichtbaar. Aan de buitenkant van de gracht, aan de noordoostzijde, zijn hoge weerstanden en grijswaarden gemeten - puin?; opvallend is dat op de grijswaardenkaart, in een dwars op het eigenlijke terrein onderzochte, 10 m brede sleuf - aan de oostkant van het object-terrein - ook hoge (grijs)waarden zijn gemeten; deze waarden duiden wellicht ook op puin.
Documentatie
Bescherming gebouw
Status:
Status:
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: ?
Bestemming:
Bestemmingsplan: ?
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: K.J. Canters
Beschrijving gemaakt: 31-1-1999
Auteur: K.J. Canters
Beschrijving gemaakt: 31-1-1999
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Archeologisch onderzoek RCE
Verkennend bodemonderzoek, 25 november - 2 december 1992 (9) en definitief onderzoek (10); (kopie van) onderzoeksgegevens uit 1991 aanwezig bij werkgroep Apeldoorn van de afdeling Zuid-Salland/IJsselstreek/Oost-Veluwezoom van de Archeologische Werkgemeenschap Nederland (16).
Verkennend bodemonderzoek, 25 november - 2 december 1992 (9) en definitief onderzoek (10); (kopie van) onderzoeksgegevens uit 1991 aanwezig bij werkgroep Apeldoorn van de afdeling Zuid-Salland/IJsselstreek/Oost-Veluwezoom van de Archeologische Werkgemeenschap Nederland (16).
Overig onderzoek
1. onderzoek uit 1980 door de heren JD Zoete en F Bouwmeester, toen het object voor het eerst was aangetroffen: proefputje en prikstokonderzoek (1,3);2. onderzoek, door de AWN (werkgroep Apeldoorn van de afdeling Zuid-Salland/IJsselstreek/Oost-Veluwezoom) o.l.v. RM van Dierendonck, in het voorjaar van 1991, in overleg met de eigenaar van het terrein, dhr Kroeze, en de provinciaal archeoloog van Gelderland, drs RS Hulst: een viertal proefsleufjes (1 m breed en max. 6 m lang) (1,11,3);3. onderzoek, in opdracht van de gemeente Apeldoorn, door RAAP in november 1991 (11), gevolgd door weerstandsonderzoek in januari 1992 (8), waarbij de ligging en de globale kenmerken van het terrein definitief werden vastgelegd;
1. onderzoek uit 1980 door de heren JD Zoete en F Bouwmeester, toen het object voor het eerst was aangetroffen: proefputje en prikstokonderzoek (1,3);2. onderzoek, door de AWN (werkgroep Apeldoorn van de afdeling Zuid-Salland/IJsselstreek/Oost-Veluwezoom) o.l.v. RM van Dierendonck, in het voorjaar van 1991, in overleg met de eigenaar van het terrein, dhr Kroeze, en de provinciaal archeoloog van Gelderland, drs RS Hulst: een viertal proefsleufjes (1 m breed en max. 6 m lang) (1,11,3);3. onderzoek, in opdracht van de gemeente Apeldoorn, door RAAP in november 1991 (11), gevolgd door weerstandsonderzoek in januari 1992 (8), waarbij de ligging en de globale kenmerken van het terrein definitief werden vastgelegd;
Geomorfologische codering
Bodemkundige codering
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.