Ooij
IN BEWERKING [?]
algemeen |
omschrijving |
bezits- en bouwgeschiedenis |
afbeeldingen, literatuur en documentatie |
verdere informatie |
terug naar de lijst
Object
Ooij
Locatie
Adres: Hezelstraat 24, 6576 JN Ooij
Ooij
Gemeente Gemeente Ubbergen
Provincie Gelderland
Kasteel Ooij ligt ten zuidwesten van het dorp Ooij, ten zuiden van de Hezelstraat, iets ten westen van de kruising met de Spruitenkamp.
Typologie
Op grond van het achttiende-eeuwse beeldmateriaal kan worden verondersteld dat dit kasteel een motte is geweest.
Etymologie
Het kasteel is genoemd naar het dorp Ooij.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: 17-10-2000
De hoofdburcht van kasteel Ooij is al in 1799 gesloopt. Er staan nog slechts delen van de voorburcht. Nog zichtbaar is het gehalveerde knechtenhuis, een duiventorentje, een deel van de verdedigingsmuur en het stalgebouw, dat in 1950 tot boerderij verbouwd is. Van het oorspronkelijke zeventiende-eeuwse stalgebouw is na een brand in 1961 alleen nog de stalpoort bewaard gebleven. De gracht bestaat niet meer. Wel staan op het voorburchtterrein nog resten van de westelijke en zuidelijke kademuur en een zware bakstenen schildmuur van 30 meter loopt links van het poortgebouw.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Grondgebruik:
Van het middeleeuwse huis is niets meer aanwezig, op een deels omgrachte voorburcht na.
Afmetingen
De oorspronkelijke vierkante donjon uit de twaalfde of vroege dertiende eeuw mat 11,25 bij 11,25 meter.
Oudste vermelding
Datum: 1148
Bron:
In 1148 bevestigt paus Lucius III door middel van een akte dat aartsbisschop Philips van Heinsberg het 'allodium Stephani de Oya cum ipsius loci castro' heeft verworven bij uitbreiding van het aartsbisdom Keulen (Eliëns en Harenberg, 1984, p. 270).
Bezitsgeschiedenis
De heren van Ooij komen al voor in de bronnen vanaf 1088. In 1148 worden de heren van Ooij voor het eerst in een adem genoemd met hun kasteel Ooij. De heren van Ooij waren tot 1254 rechtstreeks leenman van de keizer. Vanaf 1254 ging het direct heerschap over aan graaf Otto van Gelre. Hiertegen hebben de heren van Ooij en de graaf van Kleef zich lang verzet. Het kasteel blijft lange tijd in de familie. Tussen 1321 en 1336 verzoenden de heren van Ooij en de Gelderse Graaf zich. In 1395 wordt Gerard van Ooij door hertog Willem van Gelre met kasteel Ooij beleend. Uit dat jaar stamt de eerste leenbrief. In 1502 werd Ooij veroverd en verwoest door de Kleefsen. Nadat Nijmegen toegetreden was tot de Unie van Utrecht, werd kasteel Ooij net als de andere burchten in de omgeving van de stad ontmanteld. Op 24 augustus 1582 werd het kasteel in brand gestoken. In 1617 moet het huis alweer zijn hersteld. Dit jaartal hebben Pronk en Lienders op de muurankers in een vleugel naast de donjon op hun tekeningen afgebeeld. In 1622 kwam Gerard Herman van Ooij in het bezit van kasteel Ooij.Deze Herman sterft in 1633 als laatste mannelijk erfgenaam uit het geslacht Ooij. Via Judith van Ooij komt het kasteel vervolgens in handen van het geslacht van Bylandt. In 1794 en 1795 beschadigden de Franse troepen kasteel Ooij aanzienlijk. De schade was kennelijk zo groot dat graaf van Bylandt in 1798 besloot de hoofdburcht voor afbraak te verkopen. In 1803 verkocht graaf van Bylandt de gebouwen op de voorburcht aan zijn oom Godert Adriaan van Randwijck. In de negentiende eeuw en twintigste eeuw was het kasteel in handen van de families Van Balveren en Van Verschuer. Een kleindochter van de baron Van Randwijck verkocht in 1904 de heerlijkheid aan A.W.F. van Voërst baron van Lynden. Deze verkocht het aan de Nederlandsche Maatschappij voor Grondbezit te Amsterdam. Door deze maatschappij werd Ooij verkocht aan de Steenfabrieken v/h Firma Robert Janssen N.V. te Nijmegen. De gebouwen raakten in verval. In 1947 stortte het stalgebouw voor tweederde deel in. In 1950 lukte het de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen het stalgebouw en het duiventorentje voor fl. 1,- te kopen van de toenmalige eigenares. Het knechtenhuis is sinds de jaren 50 in het bezit van de familie Arns.
Bouwgeschiedenis
Kasteel Ooij is gebouwd in de eerste helft van de 12de eeuw en wordt als zodanig genoemd in 1148. Hoe het kasteel er toen uit zag is niet bekend. Wellicht was het de motte met daarop de vierkante toren die we kennen van topografische afbeeldingen. Bij een beperkt onderzoek in 1981 is vermoedelijk een muur van deze toren aangetroffen met een dikte van 1,82 meter en bestaande uit ‘behouwen blokken tufsteen, kwarsiet [sic] brokken en Romeins bouwpuin’. De motte had een doorsnede aan de voet van circa 66 meter, de toren had een maat van circa 11,25 x 11,25 meter. De toren telde vier bouwlagen onder een tentdak achter een gekanteelde weergang. De bebouwing is op het hoofdburchterrein is daarna uitgebreid met een tweede vierkant toren aan de zijde van de voorburcht, die met een in twee fasen tot stand gekomen vleugel met de grote toren is verbonden. Afgaande op de jaartalankers dateert de vleugel tegen de grote toren uit 1617. Ter weerszijden verschenen nog enkele aanbouwen, waaronder een kapel aan de westzijde. Vermoedelijk telde het kasteel in oorsprong twee voorburchten, die in de loop der tijd tot een terrein zijn samengevoegd.Op de eerste voorburcht van circa 90 x 50 meter stond aan de oostzijde het knechtenhuis uit 1514, waarvan nu nog de helft aanwezig is. Op de tweede voorburcht van circa 170 x 170 meter stond aan de oostzijde een stallencomplex met op beide uiteinden een toren. Deze voorburcht was aan de noordzijde, de zijde van de huidige Hezelstraat, afgesloten met een hoge muur. Alleen het stallencomplex en de noordelijke toren, een duiventoren, en een klein deel van de muur zijn bewaard gebleven.
Afbeeldingen
-Het huis te Ooij gezien vanuit het zuiden. Tekening door Cornelis Pronk uit 1731. RPK, schetsboek II, p. 21 (Schulte, 1983, p. 237).-Het huis te Ooij gezien vanaf de Hezelstraat. Tekening door Cornelis Pronk uit 1731. RPK, schetsboek II, p. 20 (Schulte, 1983, p. 237).- Kasteel Ooij. Tekening door Paul van Liender uit 1752. Particuliere collectie (Eliëns en Harenberg, 1984, p. 210).
Bronnen
Literatuur
Eliëns, F.M. en J. Harenberg, 1984, Middeleeuwse kastelen van Gelderland. Rijswijk, p. 270-273. Schulte, A.G., 1983, Het Rijk van Nijmegen. Oostelijk gedeelte en de Duffelt. De Monumenten van Geschiedenis en Kunst. 's-Gravenhage, p. 235-247.
Documentatie
Bescherming gebouw
Status:
Bescherming terrein
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: W. Landewé
Beschrijving gemaakt: 17-10-2000
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Archeologisch onderzoek RCE
Overig onderzoek
Geomorfologische codering
Bodemkundige codering
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.