Doddendaal, Huis of Hof te Ewijk
IN BEWERKING [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Doddendaal, Huis of Hof te Ewijk
Doddendaal, Huis of Hof te Ewijk
Locatie
Adres: Binnenweg 2, 6644 KD Beuningen
Ewijk
Gemeente Gemeente Beuningen
Provincie Gelderland
Huis Doddendaal ligt ten noordoosten van de dorpskom te Beuningen.
Adres: Binnenweg 2, 6644 KD Beuningen
Ewijk
Gemeente Gemeente Beuningen
Provincie Gelderland
Huis Doddendaal ligt ten noordoosten van de dorpskom te Beuningen.
Typologie
(?)
Het is moeilijk te bepalen welke typologie van toepassing is op kasteel Doddendaal.
(?)
Het is moeilijk te bepalen welke typologie van toepassing is op kasteel Doddendaal.
Etymologie
De naam van huis Doddendaal is waarschijnlijk afkomstig van het woord 'dodde', dat riet betekent. Doddendaal lag strategisch erg gunstig in een rietrijke en moerassige omgeving.
De naam van huis Doddendaal is waarschijnlijk afkomstig van het woord 'dodde', dat riet betekent. Doddendaal lag strategisch erg gunstig in een rietrijke en moerassige omgeving.
Huidige situatie
Van huis Doddendaal staan nog het veertiende-eeuwse hoofdgebouw met de aanbouw en de traptoren uit de vijftiende eeuw. Het terrein is nog gedeeltelijk ommuurd en van de drie hoektorens zijn nog overblijfselen aan wijsbaar. De resten van de voorburcht zijn niet meer zichtbaar en liggen begraven in het terrein voor de brug naar de omgrachte hoofdburcht. De brug stamt uit de negentiende eeuw. Aan weerszijden van de toegangspoort staan nog het bouwhuis en het koetshuis uit de negentiende eeuw.
Van huis Doddendaal staan nog het veertiende-eeuwse hoofdgebouw met de aanbouw en de traptoren uit de vijftiende eeuw. Het terrein is nog gedeeltelijk ommuurd en van de drie hoektorens zijn nog overblijfselen aan wijsbaar. De resten van de voorburcht zijn niet meer zichtbaar en liggen begraven in het terrein voor de brug naar de omgrachte hoofdburcht. De brug stamt uit de negentiende eeuw. Aan weerszijden van de toegangspoort staan nog het bouwhuis en het koetshuis uit de negentiende eeuw.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Van huis Doddendaal staan nog het veertiende-eeuwse hoofdgebouw met de aanbouw en de traptoren uit de vijftiende eeuw. Het terrein is nog gedeeltelijk ommuurd en van de drie hoektorens zijn nog overblijfselen aan wijsbaar. De resten van de voorburcht zijn niet meer zichtbaar en liggen begraven in het terrein voor de brug naar de omgrachte hoofdburcht.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Van huis Doddendaal staan nog het veertiende-eeuwse hoofdgebouw met de aanbouw en de traptoren uit de vijftiende eeuw. Het terrein is nog gedeeltelijk ommuurd en van de drie hoektorens zijn nog overblijfselen aan wijsbaar. De resten van de voorburcht zijn niet meer zichtbaar en liggen begraven in het terrein voor de brug naar de omgrachte hoofdburcht.
Afmetingen
De hoofdburcht exclusief de grachten mat circa 20 bij 25 meter.
De hoofdburcht exclusief de grachten mat circa 20 bij 25 meter.
Oudste vermelding
Datum: 27 december 1332
Bron: een akte
"'Ende in verlichteniss des pachs soe heeft mijn heer die greve voers. toe(ge)geven siin huys, hoffstat, bogaer unde roesmale tot Ewiic gelegen die totten voers. landen behoren,'"
De oudste vermelding stamt uit 1332 en maakt melding van een 'huys, hoffstat, bogaer unde roesmale tot Ewiic gelegen', dat de graaf van Gelre op dat moment in erfpacht gaf (In: P.N. van Doorninck en J.S. van Veen, 1908, 89-91).
Datum: 27 december 1332
Bron: een akte
"'Ende in verlichteniss des pachs soe heeft mijn heer die greve voers. toe(ge)geven siin huys, hoffstat, bogaer unde roesmale tot Ewiic gelegen die totten voers. landen behoren,'"
De oudste vermelding stamt uit 1332 en maakt melding van een 'huys, hoffstat, bogaer unde roesmale tot Ewiic gelegen', dat de graaf van Gelre op dat moment in erfpacht gaf (In: P.N. van Doorninck en J.S. van Veen, 1908, 89-91).
Bezitsgeschiedenis
In 1332 kocht graaf Reinald van Gelre Doddendaal van de heer van Meurs, de broers van de heer van Meurs en van Diederik van Gronauwen. In hetzelfde jaar gaf graaf Reinald II van Gelre zijn bezittingen in Ewijk in erfpacht aan Robert van Appeltern. In 1373 krijgt Diederik van Appeltern het goed in leen. Op dat moment blijkt Hendrik Vulllingh Doddendaal in bewaring te houden voor de graaf van Gelre. Otto en Elisabeth van Buren kochten Doddendaal in 1409 van de van Appelterns. Via Elisabeth van Buren kwam Doddendaal vervolgens voor korte tijd in bezit van de familie van Culemburg. Johann Boll kocht het huis in 1484 en hij droeg het in 1489 over aan Godert van Stepraedt. In 1526 was Doddendaal door koop weer twee jaar lang in handen van de hertog van Gelre. Toen een aantal inwoners van Nijmegen in 1528 Doddendaal geplunderd en zwaar beschadigd hadden, besloot de hertog het huis te verkopen aan Dirc van Stepraedt en zijn vrouw Agnes van Doornick. Als strategisch belangrijk punt was Doddendaal tusen 1580 en 1590 zowel interessant voor de Spanjaarden als voor de prinsgezinden. In 1590 en 1591 werd Nijmegen door Prins Maurits belegerd en bij die gelegenheid is Doddendaal in brand gestoken. Hierna verkeerde het huis waarschijnlijk een aantal jaren in ruïneuze toestand. Van enige tijd na de Reformatie tot 1745 fungeerde Doddendaal als schuilkerk. In 1743 ging Doddendaal via vererving in de vrouwelijke lijn over in de handen van de familie Doornick. In 1771 en 1782 probeerde de familie Doddendaal te verkopen, wat niet lukte. Het huis bleef in de familie, maar raakte steeds verder in verval. In 1972 verkocht Freiherr von Nagel-Doornick Vornholz huis Doddendaal aan de heer H.W. van Vliet. Van Vliet liet het kasteel restaureren met het doel er een horecagelegenheid van te maken.
In 1332 kocht graaf Reinald van Gelre Doddendaal van de heer van Meurs, de broers van de heer van Meurs en van Diederik van Gronauwen. In hetzelfde jaar gaf graaf Reinald II van Gelre zijn bezittingen in Ewijk in erfpacht aan Robert van Appeltern. In 1373 krijgt Diederik van Appeltern het goed in leen. Op dat moment blijkt Hendrik Vulllingh Doddendaal in bewaring te houden voor de graaf van Gelre. Otto en Elisabeth van Buren kochten Doddendaal in 1409 van de van Appelterns. Via Elisabeth van Buren kwam Doddendaal vervolgens voor korte tijd in bezit van de familie van Culemburg. Johann Boll kocht het huis in 1484 en hij droeg het in 1489 over aan Godert van Stepraedt. In 1526 was Doddendaal door koop weer twee jaar lang in handen van de hertog van Gelre. Toen een aantal inwoners van Nijmegen in 1528 Doddendaal geplunderd en zwaar beschadigd hadden, besloot de hertog het huis te verkopen aan Dirc van Stepraedt en zijn vrouw Agnes van Doornick. Als strategisch belangrijk punt was Doddendaal tusen 1580 en 1590 zowel interessant voor de Spanjaarden als voor de prinsgezinden. In 1590 en 1591 werd Nijmegen door Prins Maurits belegerd en bij die gelegenheid is Doddendaal in brand gestoken. Hierna verkeerde het huis waarschijnlijk een aantal jaren in ruïneuze toestand. Van enige tijd na de Reformatie tot 1745 fungeerde Doddendaal als schuilkerk. In 1743 ging Doddendaal via vererving in de vrouwelijke lijn over in de handen van de familie Doornick. In 1771 en 1782 probeerde de familie Doddendaal te verkopen, wat niet lukte. Het huis bleef in de familie, maar raakte steeds verder in verval. In 1972 verkocht Freiherr von Nagel-Doornick Vornholz huis Doddendaal aan de heer H.W. van Vliet. Van Vliet liet het kasteel restaureren met het doel er een horecagelegenheid van te maken.
Bouwgeschiedenis
Wie Doddendaal gebouwd heeft, is onbekend. De heren van Meurs en Diederik van Gronauwen worden genoemd als eerste eigenaars van Doddendaal. De Graaf van Gelre kocht het huis van hun in 1332 en gaf het in hetzelfde in erfpacht aan Robert van Appeltern. In 1332 moet er dus al een huis op die grond hebben gestaan. Het oudste deel van het kasteel is een rechthoekig gebouw uit de veertiende eeuw, dat op de zuidoosthoek een inspringing vertoont. De toegang tot dit gebouw bevond en bevindt zich nog steeds aan de oostkant ervan. Oorspronkelijk bestond dit rechthoekige gebouw uit een onderkelderde grote en kleine zaal met daarboven een zolderverdieping. In de oudste vorm was de kelder verdeeld in twee vertrekken met een zoldering van houten balken. Later in de Middeleeuwen heeft men in plaats daarvan op de as van de kelderruimte kolommen geplaatst en twee halve tongewelven aangebracht, die in het midden overgingen in kruisgewelven. Vermoedelijk in de zeventiende eeuw richtte men de kelder in als schuilkerk en hakte men de scheidingswand weg. De bel-etage Bestond oorspronkelijk uit een kleine en een grote zaal, die gescheiden waren door een tussenmuur waartegen ruggelings schouwen stonden. In 1590 ging bij een brand de middeleeuwse kap verloren. Bij het gedeeltelijk herstel van Doddendaal in het beging van de zeventiende eeuw heeft men de grote zaal onderverdeeld. In de noordelijke helft, die aansluit tegen de kleine zaal, bracht men woon- en werkvertrekken onder. Daarboven plaatste men een woonverdieping met een eigen kap. Pas in het begin van de negentiende eeuw, waarschijnlijk in 1825, is het geheel onder de huidige kap gebracht. De kleine zaal werd in de negentiende eeuw onderverdeeld in twee kleine kamers aan de noordkant en een grote kamer. Bij de laatste restauratie is deze onderverdeling weer ongedaan gemaakt. Het rechthoekige gebouw uit de veertiende eeuw is in de negentiende eeuw ongeveer vier meter verlaagd. In de vijftiende eeuw bouwde men een aan het veertiende-eeuwse rechthoekige gebouw een traptoren tegen de noordkant van de oostmuur. Een plattegrond van Doddendaal en omgeving, die bij een proces uit 1599 hoort, laat die aanbouw en traptoren al zien. Aan de zuidkant van de oostmuur heeft men in de vijftiende of zestiende eeuw nog een vleugel aangebouwd. Hoe die vleugel er precies uit heeft gezien is onbekend, maar men heeft er sporen van teruggevonden. Zo heeft De Haen bij het tekenen van Doddendaal vanaf de binnenplaats duidelijk bouwsporen weergegeven die wijzen op het bestaan van die vleugel. De aanbouw was dus in 1731 al helemaal verdwenen. Op zijn tekening zijn nog een rookkanaal, balkgaten en een keldergewelf te herkennen. De plattegrond van Doddendaal op de proceskaart uit 1599 laat deze tweede aanbouw niet zien. Bij opgravingen onder supervisie van Renaud in 1973 heeft men funderingen van de verdwenen aanbouw aangetroffen. De kaart uit 1599 laat wel zien dat het kasteelterrein aan de oostzijde door een brug verbonden was met een voorburcht. Zowel de hoofdburcht als de voorburcht waren omgeven door een brede gracht. In 1825 was een groot deel van de gracht gedempt. De bebouwing van de voorburcht was in de achttiende eeuw verdwenen en van het terrein had men een tuin gemaakt. De hoofdburcht was ommuurd met een veertiende-eeuwse muur en kende die ommuring drie hoektorens. De torens stonden op de nooordwest-, zuidwest- en zuidoosthoek. In de negentiende eeuw legde men een nieuwe brug aan naar de hoofdburcht. In 1858 bouwde men aan de ene kant van de brug op het hoofdburchtterrein een bouwhuis en aan de andere kant bouwde men in 1864 een koetshuis. Tussen 1973 en 1976 vond er onder leiding van D. Wijma een restauratie plaats.
Wie Doddendaal gebouwd heeft, is onbekend. De heren van Meurs en Diederik van Gronauwen worden genoemd als eerste eigenaars van Doddendaal. De Graaf van Gelre kocht het huis van hun in 1332 en gaf het in hetzelfde in erfpacht aan Robert van Appeltern. In 1332 moet er dus al een huis op die grond hebben gestaan. Het oudste deel van het kasteel is een rechthoekig gebouw uit de veertiende eeuw, dat op de zuidoosthoek een inspringing vertoont. De toegang tot dit gebouw bevond en bevindt zich nog steeds aan de oostkant ervan. Oorspronkelijk bestond dit rechthoekige gebouw uit een onderkelderde grote en kleine zaal met daarboven een zolderverdieping. In de oudste vorm was de kelder verdeeld in twee vertrekken met een zoldering van houten balken. Later in de Middeleeuwen heeft men in plaats daarvan op de as van de kelderruimte kolommen geplaatst en twee halve tongewelven aangebracht, die in het midden overgingen in kruisgewelven. Vermoedelijk in de zeventiende eeuw richtte men de kelder in als schuilkerk en hakte men de scheidingswand weg. De bel-etage Bestond oorspronkelijk uit een kleine en een grote zaal, die gescheiden waren door een tussenmuur waartegen ruggelings schouwen stonden. In 1590 ging bij een brand de middeleeuwse kap verloren. Bij het gedeeltelijk herstel van Doddendaal in het beging van de zeventiende eeuw heeft men de grote zaal onderverdeeld. In de noordelijke helft, die aansluit tegen de kleine zaal, bracht men woon- en werkvertrekken onder. Daarboven plaatste men een woonverdieping met een eigen kap. Pas in het begin van de negentiende eeuw, waarschijnlijk in 1825, is het geheel onder de huidige kap gebracht. De kleine zaal werd in de negentiende eeuw onderverdeeld in twee kleine kamers aan de noordkant en een grote kamer. Bij de laatste restauratie is deze onderverdeling weer ongedaan gemaakt. Het rechthoekige gebouw uit de veertiende eeuw is in de negentiende eeuw ongeveer vier meter verlaagd. In de vijftiende eeuw bouwde men een aan het veertiende-eeuwse rechthoekige gebouw een traptoren tegen de noordkant van de oostmuur. Een plattegrond van Doddendaal en omgeving, die bij een proces uit 1599 hoort, laat die aanbouw en traptoren al zien. Aan de zuidkant van de oostmuur heeft men in de vijftiende of zestiende eeuw nog een vleugel aangebouwd. Hoe die vleugel er precies uit heeft gezien is onbekend, maar men heeft er sporen van teruggevonden. Zo heeft De Haen bij het tekenen van Doddendaal vanaf de binnenplaats duidelijk bouwsporen weergegeven die wijzen op het bestaan van die vleugel. De aanbouw was dus in 1731 al helemaal verdwenen. Op zijn tekening zijn nog een rookkanaal, balkgaten en een keldergewelf te herkennen. De plattegrond van Doddendaal op de proceskaart uit 1599 laat deze tweede aanbouw niet zien. Bij opgravingen onder supervisie van Renaud in 1973 heeft men funderingen van de verdwenen aanbouw aangetroffen. De kaart uit 1599 laat wel zien dat het kasteelterrein aan de oostzijde door een brug verbonden was met een voorburcht. Zowel de hoofdburcht als de voorburcht waren omgeven door een brede gracht. In 1825 was een groot deel van de gracht gedempt. De bebouwing van de voorburcht was in de achttiende eeuw verdwenen en van het terrein had men een tuin gemaakt. De hoofdburcht was ommuurd met een veertiende-eeuwse muur en kende die ommuring drie hoektorens. De torens stonden op de nooordwest-, zuidwest- en zuidoosthoek. In de negentiende eeuw legde men een nieuwe brug aan naar de hoofdburcht. In 1858 bouwde men aan de ene kant van de brug op het hoofdburchtterrein een bouwhuis en aan de andere kant bouwde men in 1864 een koetshuis. Tussen 1973 en 1976 vond er onder leiding van D. Wijma een restauratie plaats.
Afbeeldingen
-Kaart van de hoofdburcht van Doddendaal met de kelderplattegrond van het hoofdgebouw. Tekening door architectenbureau D. Wijma (Eliëns en Harenberg 1984, 173).-Doddendaal vanuit het zuiden. Tekening door A. de Haen uit 1731. GMA 9338 (Eliëns en Harenberg 1984, 174).-Hoektorens en ommuring van Doddendaal gezien vanuit het noordwesten. Tekening door A. de Haen uit 1731. GMA 9339 (Schulte, 1982, 98).-Kaart van Huis Doddendaal en omgeving uit 1599 behorend bij een proces. RAG Arnhem, algemene kaartenverzameling nr 42 uit Archief Vornholz te Warendorf . inv. nr 1553 (Schulte, 1982, 88).-Opmeting van het burchtterrein en de kelderplattegrond van het hoofdgebouw. Tekening door architectenbureau D. Wijma (Eliëns en Harenberg, 1984, 173).
-Kaart van de hoofdburcht van Doddendaal met de kelderplattegrond van het hoofdgebouw. Tekening door architectenbureau D. Wijma (Eliëns en Harenberg 1984, 173).-Doddendaal vanuit het zuiden. Tekening door A. de Haen uit 1731. GMA 9338 (Eliëns en Harenberg 1984, 174).-Hoektorens en ommuring van Doddendaal gezien vanuit het noordwesten. Tekening door A. de Haen uit 1731. GMA 9339 (Schulte, 1982, 98).-Kaart van Huis Doddendaal en omgeving uit 1599 behorend bij een proces. RAG Arnhem, algemene kaartenverzameling nr 42 uit Archief Vornholz te Warendorf . inv. nr 1553 (Schulte, 1982, 88).-Opmeting van het burchtterrein en de kelderplattegrond van het hoofdgebouw. Tekening door architectenbureau D. Wijma (Eliëns en Harenberg, 1984, 173).
Bronnen
Literatuur
A. archivaliaB. Gedrukte bronnen en literatuurEliëns, F.M. en J. Harenberg, 1984, Middeleeuwse kastelen van Gelderland. Rijswijk, 172-178.Schulte, A.G., Het rijk van Nijmegen. Westelijk gedeelte. De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Provincie Gelderland. 's-Gravenhage, 87-114.Van Doorninck, P.N. en J.S. van Veen, 1908, Acten betreffende Gelre en Zutphen 1107-1415 naar de drie handschriften A dat Alste register en I dat Oldste register te Arnhem, zoomede B no. 22 te Dusseldorp. Haarlem, 89-91.Stenvert, R, C. Kolman, S. Broekhoven en B. Olde Meierink, 2000, Monumenten in Nederland. Gelderland. Zwolle, 173.Gedrukte (opgravings-)rapporten en documentatie:
A. archivaliaB. Gedrukte bronnen en literatuurEliëns, F.M. en J. Harenberg, 1984, Middeleeuwse kastelen van Gelderland. Rijswijk, 172-178.Schulte, A.G., Het rijk van Nijmegen. Westelijk gedeelte. De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Provincie Gelderland. 's-Gravenhage, 87-114.Van Doorninck, P.N. en J.S. van Veen, 1908, Acten betreffende Gelre en Zutphen 1107-1415 naar de drie handschriften A dat Alste register en I dat Oldste register te Arnhem, zoomede B no. 22 te Dusseldorp. Haarlem, 89-91.Stenvert, R, C. Kolman, S. Broekhoven en B. Olde Meierink, 2000, Monumenten in Nederland. Gelderland. Zwolle, 173.Gedrukte (opgravings-)rapporten en documentatie:
Documentatie
Coördinaten
Coordinaten: ,
Kaartblad: 39H , x: 179,80, y: 431,75, precisie 2
Coordinaten: ,
Kaartblad: 39H , x: 179,80, y: 431,75, precisie 2
Bescherming gebouw
Status:
Status:
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: ?
Bestemming:
Bestemmingsplan: ?
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: Wendy Landewé
Beschrijving gemaakt: 13-10-2000
Auteur: Wendy Landewé
Beschrijving gemaakt: 13-10-2000
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Archeologisch onderzoek RCE
Overig onderzoek
E.J. Nusselder en W.F. Weve verichtten bouwkundig onderzoek in 1974. Het rapport van de T.H. Delft bij de afdeling Bouwkunde, werkgroep restauratie, dat daaruit voortkwam is niet verspreid.
E.J. Nusselder en W.F. Weve verichtten bouwkundig onderzoek in 1974. Het rapport van de T.H. Delft bij de afdeling Bouwkunde, werkgroep restauratie, dat daaruit voortkwam is niet verspreid.
Geomorfologische codering
Bodemkundige codering
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.