Broekhuizen, Oud-
VOLLEDIG [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Broekhuizen, Oud-
Broekhuizen, Oud-
Locatie
Adres: Darthuizerweg, ong.
Leersum
Gemeente Utrechtse Heuvelrug
Provincie Utrecht
Oud-Broekhuizen is gelegen ten westen van Leersum, en ten noordwesten van kasteel Broekhuizen.
Adres: Darthuizerweg, ong.
Leersum
Gemeente Utrechtse Heuvelrug
Provincie Utrecht
Oud-Broekhuizen is gelegen ten westen van Leersum, en ten noordwesten van kasteel Broekhuizen.
Typologie
Oud-Broekhuizen was vermoedelijk een woontoren.
Oud-Broekhuizen was vermoedelijk een woontoren.
Etymologie
Waarschijnlijk is de naam Broekhuizen afgeleid van een 'huse' gelegen in het lagere 'broek', het drassige deel van het kerspel Leersum. De aanduiding 'Oud-' in de naam duidt erop dat dit kasteel (nl. Oud-Broekhuizen) er eerder was dan het kasteel Broekhuizen.
Waarschijnlijk is de naam Broekhuizen afgeleid van een 'huse' gelegen in het lagere 'broek', het drassige deel van het kerspel Leersum. De aanduiding 'Oud-' in de naam duidt erop dat dit kasteel (nl. Oud-Broekhuizen) er eerder was dan het kasteel Broekhuizen.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: 19 februari 2009
De woontoren is verdwenen. De locatie waar huis Oud-Broekhuizen gestaan heeft, is nu in gebruik als weiland.
Laatst bijgewerkt: 19 februari 2009
De woontoren is verdwenen. De locatie waar huis Oud-Broekhuizen gestaan heeft, is nu in gebruik als weiland.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Het middeleeuwse huis Oud-Broekhuizen is afgebroken. Van het huis zijn bovengronds geen resten bewaard gebleven. Het terrein is sterk geaccidenteerd. In het landschap zijn nog de sporen van de omgrachting herkenbaar. De fundering zou nog in de grond aanwezig zijn.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Het middeleeuwse huis Oud-Broekhuizen is afgebroken. Van het huis zijn bovengronds geen resten bewaard gebleven. Het terrein is sterk geaccidenteerd. In het landschap zijn nog de sporen van de omgrachting herkenbaar. De fundering zou nog in de grond aanwezig zijn.
Afmetingen
Alleen de afmetingen van de hoofdburcht kunnen met enige zekerheid vastgesteld worden. Op basis van tekeningen zijn die te schatten op ca. 10 x 10 m.
Alleen de afmetingen van de hoofdburcht kunnen met enige zekerheid vastgesteld worden. Op basis van tekeningen zijn die te schatten op ca. 10 x 10 m.
Fysisch-geografische situering
Het kasteel was gelegen op een dekzandrug in de dekzandvoetvlakte. Mogelijk heeft in de tijd van de bouw van het kasteel meegespeeld dat door een kwel vanuit de Utrechtse Heuvelrug de locatie weerbaar gemaakt kon worden door graven van grachten en de aanwezigheid van drassige vlaktes om de locatie. De kwel zorgde zeker voor een hoge grondwaterstand (Coppelmans 2005, nr. 15).
Het kasteel was gelegen op een dekzandrug in de dekzandvoetvlakte. Mogelijk heeft in de tijd van de bouw van het kasteel meegespeeld dat door een kwel vanuit de Utrechtse Heuvelrug de locatie weerbaar gemaakt kon worden door graven van grachten en de aanwezigheid van drassige vlaktes om de locatie. De kwel zorgde zeker voor een hoge grondwaterstand (Coppelmans 2005, nr. 15).
Oudste vermelding
Datum:
Bron:
Er is een vermelding van het goed: in 1397 wordt het genoemd in een leenbrief, waarin gesproken wordt over 'dat goed tot Darthuysen, dat geheeten is Oud-Broeckhuysen ende Schevichoven met den tiende van Valkenenghe met sijnen coorntiende, smalen tiende, bossche, heyde, water, weyde, med al sijn toebehoeren, alsoo als 't gelegen is in den gerechte van Darthuysen in den kerspel van Doorn, neffens de Capelle.' HUA, Dom, inv. r. 2369-1, f. 16-18 (Huiting 1995, 151).
Een vermelding van het huis is op dit moment niet bekend.
Datum:
Bron:
Er is een vermelding van het goed: in 1397 wordt het genoemd in een leenbrief, waarin gesproken wordt over 'dat goed tot Darthuysen, dat geheeten is Oud-Broeckhuysen ende Schevichoven met den tiende van Valkenenghe met sijnen coorntiende, smalen tiende, bossche, heyde, water, weyde, med al sijn toebehoeren, alsoo als 't gelegen is in den gerechte van Darthuysen in den kerspel van Doorn, neffens de Capelle.' HUA, Dom, inv. r. 2369-1, f. 16-18 (Huiting 1995, 151).
Een vermelding van het huis is op dit moment niet bekend.
Bezitsgeschiedenis
De bezitsgeschiedenis van Oud-Broekhuizen is niet altijd even helder. De eerste keer dat de naam Broekhuizen voorkomt is 1368. Floris van Broekhuizen zegelde toen voor zijn broer Elyas van Broekhuizen. De oudste vermelding van het goed Oud-Broekhuizen dateert uit 1397. Het is onduidelijk of er toen ook al sprake was van een verdedigbaar huis. Dat komt uit de oudste vermelding niet duidelijk naar voren.
In 1400 werd Johan van Broekhuizen beleend met het goed Oud-Broekhuizen, dat hij in leen hield van de Domproosdij. Jan van Broekhuizen gaf Oud-Broekhuizen op zijn beurt in 1408 weer in leen aan de heer van Wayenstein, Dirk Wijnant Heereman. Zijn dochter Mechteld trouwde met Peter Ruysch en zo kwam Oud-Broekhuizen in 1468 in handen van het geslacht Ruysch. Zij behielden het tot 1632, toen Dirk Ruysch het verkocht aan Dirk van Eck van Panthaleon. Deze probeerde Oud-Broekhuizen erkend te krijgen als ridderhofstad, maar dat lukte hem niet. Zijn kleinzoon verkocht het vervolgens aan Samuel de Marez, heer van Maasbergen. Oud-Broekhuizen raakte in de loop van de tijd in verval, doordat het na 1763 amper nog werd bewoond. In 1786 verkocht Anthonie Gustaaf baron de Geer, achterkleinzoon van Samuel de Marez de overblijfselen van het goed. Oud-Broekhuizen kwam vervolgens in handen van de familie D'Ablaing van Giessenburg en raakte hierna door verkoop in 1796 in het bezit van C.J. van Nellestein, eigenaar van Nieuw-Broekhuizen. Oud-Broekhuizen was op dat moment een leen van Zuilenburg. De kleinkinderen van C.J. van Nellestein verkochten Oud-Broekhuizen in 1873 aan Jan Legemaet, die het weer doorverkocht aan Carel Antonie Godin de Beaufort en Rynhard de Beaufort. Zij zijn de laatste bekende eigenaars van het goed. Vermoedelijk is de woontoren in deze tijd gesloopt.
Het voormalige kasteelterrein maakt tegenwoordig deel uit van (Nieuw-)Broekhuizen, dat eigendom is van verzekeraar Delta Lloyd.
De bezitsgeschiedenis van Oud-Broekhuizen is niet altijd even helder. De eerste keer dat de naam Broekhuizen voorkomt is 1368. Floris van Broekhuizen zegelde toen voor zijn broer Elyas van Broekhuizen. De oudste vermelding van het goed Oud-Broekhuizen dateert uit 1397. Het is onduidelijk of er toen ook al sprake was van een verdedigbaar huis. Dat komt uit de oudste vermelding niet duidelijk naar voren.
In 1400 werd Johan van Broekhuizen beleend met het goed Oud-Broekhuizen, dat hij in leen hield van de Domproosdij. Jan van Broekhuizen gaf Oud-Broekhuizen op zijn beurt in 1408 weer in leen aan de heer van Wayenstein, Dirk Wijnant Heereman. Zijn dochter Mechteld trouwde met Peter Ruysch en zo kwam Oud-Broekhuizen in 1468 in handen van het geslacht Ruysch. Zij behielden het tot 1632, toen Dirk Ruysch het verkocht aan Dirk van Eck van Panthaleon. Deze probeerde Oud-Broekhuizen erkend te krijgen als ridderhofstad, maar dat lukte hem niet. Zijn kleinzoon verkocht het vervolgens aan Samuel de Marez, heer van Maasbergen. Oud-Broekhuizen raakte in de loop van de tijd in verval, doordat het na 1763 amper nog werd bewoond. In 1786 verkocht Anthonie Gustaaf baron de Geer, achterkleinzoon van Samuel de Marez de overblijfselen van het goed. Oud-Broekhuizen kwam vervolgens in handen van de familie D'Ablaing van Giessenburg en raakte hierna door verkoop in 1796 in het bezit van C.J. van Nellestein, eigenaar van Nieuw-Broekhuizen. Oud-Broekhuizen was op dat moment een leen van Zuilenburg. De kleinkinderen van C.J. van Nellestein verkochten Oud-Broekhuizen in 1873 aan Jan Legemaet, die het weer doorverkocht aan Carel Antonie Godin de Beaufort en Rynhard de Beaufort. Zij zijn de laatste bekende eigenaars van het goed. Vermoedelijk is de woontoren in deze tijd gesloopt.
Het voormalige kasteelterrein maakt tegenwoordig deel uit van (Nieuw-)Broekhuizen, dat eigendom is van verzekeraar Delta Lloyd.
Historische betekenis
Oud-Broekhuizen was een eenvoudige edelmanswoning.
Oud-Broekhuizen was een eenvoudige edelmanswoning.
Bouwgeschiedenis
De oudste vermelding van het goed Oud-Broekhuizen dateert uit 1397, maar er lijkt op dat moment nog geen sprake te zijn van een verdedigbaar huis. Het is niet bekend wanneer of door wie het huis Oud-Broekhuizen gebouwd is. Wel wordt in 1400 al een Johan van Broekhuizen genoemd als eigenaar van het goed. Het is ook niet bekend of er ooit iets anders heeft gestaan dan een woontoren. Een tekening van Serrurier naar C. Pronk uit 1731 laat namelijk een eenvoudige vierkante woontoren zien, die aan alle kanten door water omgeven is. De toren was drie verdiepingen hoog en was voorzien van een tentdak, belegd met pannen.
In de loop van de achttiende eeuw raakte deze woontoren in verval. Het is onduidelijk wanneer het huis precies werd afgebroken. In 1772 wordt nog een vierkante toren beschreven, niet ver van (Nieuw-)Broekhuizen (Olde Meierink e.a. 1996, 151 en noot 2). Een schaapskooi, die van oudsher tot het huis behoorde, werd in 1905 afgebroken.
Bij de gebouwen die nog op de kadastrale minuut van 1821 te zien zijn is het niet duidelijk of deze restanten zijn van de toren, of wellicht voorburcht/bouwhuizen. Wel zeker is dat ze buiten het AMK-terrein vallen dat in Archis wordt aangegeven. Mogelijk zou dit terrein dus vergroot moeten worden.
De oudste vermelding van het goed Oud-Broekhuizen dateert uit 1397, maar er lijkt op dat moment nog geen sprake te zijn van een verdedigbaar huis. Het is niet bekend wanneer of door wie het huis Oud-Broekhuizen gebouwd is. Wel wordt in 1400 al een Johan van Broekhuizen genoemd als eigenaar van het goed. Het is ook niet bekend of er ooit iets anders heeft gestaan dan een woontoren. Een tekening van Serrurier naar C. Pronk uit 1731 laat namelijk een eenvoudige vierkante woontoren zien, die aan alle kanten door water omgeven is. De toren was drie verdiepingen hoog en was voorzien van een tentdak, belegd met pannen.
In de loop van de achttiende eeuw raakte deze woontoren in verval. Het is onduidelijk wanneer het huis precies werd afgebroken. In 1772 wordt nog een vierkante toren beschreven, niet ver van (Nieuw-)Broekhuizen (Olde Meierink e.a. 1996, 151 en noot 2). Een schaapskooi, die van oudsher tot het huis behoorde, werd in 1905 afgebroken.
Bij de gebouwen die nog op de kadastrale minuut van 1821 te zien zijn is het niet duidelijk of deze restanten zijn van de toren, of wellicht voorburcht/bouwhuizen. Wel zeker is dat ze buiten het AMK-terrein vallen dat in Archis wordt aangegeven. Mogelijk zou dit terrein dus vergroot moeten worden.
Afbeeldingen
- Tekening van L.P. Serrurier naar een tekening van C. Pronk, uit 1731. HUA TA 1233 (zie ook: Dekker 1983, 274).
- Kadastrale minuut, kadastrale gemeente Darthuizen 1821, Utrecht, sectie A, blad 01. (http://watwaswaar.nl/#YK-TA-6-ed-1v-1-3Rbs-1yvg---25L, geraadpleegd op 04-03-2010)
- Tekening van L.P. Serrurier naar een tekening van C. Pronk, uit 1731. HUA TA 1233 (zie ook: Dekker 1983, 274).
- Kadastrale minuut, kadastrale gemeente Darthuizen 1821, Utrecht, sectie A, blad 01. (http://watwaswaar.nl/#YK-TA-6-ed-1v-1-3Rbs-1yvg---25L, geraadpleegd op 04-03-2010)
Bronnen
...
...
Literatuur
- Dekker, C., 1983, Het Kromme Rijngebied in de Middeleeuwen, 274. Stichtse Historische Reeks 9, passim.
- Drie, R. van, 1995, 'Het begrip ridderhofstad in de 16de en 17de eeuw', in: B. Olde Meierink e.a., 1995, Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht, 41-50.
- Graaf, K. van der, R. Datema en K. Anderson, 1990, Landschapsplan en archeologie in de provincie Utrecht, Amsterdam, 222-227. RAAP-rapport 43.
- Huiting, J, 1995, Oud-Broekhuizen, in Olde Meierink e.a. red., Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, 151.
- Wittert van Hoogland, E.B.F.F., 1912, Bijdragen tot de geschiedenis der Utrechtse ridderhofsteden en heerlijkheden, 's-Gravenhage, II 275-291.
- Dekker, C., 1983, Het Kromme Rijngebied in de Middeleeuwen, 274. Stichtse Historische Reeks 9, passim.
- Drie, R. van, 1995, 'Het begrip ridderhofstad in de 16de en 17de eeuw', in: B. Olde Meierink e.a., 1995, Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht, 41-50.
- Graaf, K. van der, R. Datema en K. Anderson, 1990, Landschapsplan en archeologie in de provincie Utrecht, Amsterdam, 222-227. RAAP-rapport 43.
- Huiting, J, 1995, Oud-Broekhuizen, in Olde Meierink e.a. red., Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, 151.
- Wittert van Hoogland, E.B.F.F., 1912, Bijdragen tot de geschiedenis der Utrechtse ridderhofsteden en heerlijkheden, 's-Gravenhage, II 275-291.
Documentatie
Brief van dhr. J.D.M. Bardet aan Schellart, 30 januari 1966.
Coppelmans, J.W.M., 2005, Overzicht van de fysisch-geografische situering van de kastelen in de provincie Utrecht voor de SKLN, Amsterdam, no. 15. Documentatiecentrum Nederlandse Kastelenstichting.
Brief van dhr. J.D.M. Bardet aan Schellart, 30 januari 1966.
Coppelmans, J.W.M., 2005, Overzicht van de fysisch-geografische situering van de kastelen in de provincie Utrecht voor de SKLN, Amsterdam, no. 15. Documentatiecentrum Nederlandse Kastelenstichting.
Bescherming gebouw
Status:
Status:
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: J (Bestemmingplan algemeen, voorschriften Leersum buitengebied)
Bestemming: (Dubbelbestemming: Wonen en Landgoed. )
Bestemmingsplan: J (Bestemmingplan algemeen, voorschriften Leersum buitengebied)
Bestemming: (Dubbelbestemming: Wonen en Landgoed. )
Auteur en datum
Auteur: M.D. Saan
Beschrijving gemaakt: 16-4-1999
Auteur: M.D. Saan
Beschrijving gemaakt: 16-4-1999
Bouwhistorisch onderzoek RCE
...
...
Archeologisch onderzoek RCE
...
...
Overig onderzoek
Geomorfologische codering
3K14, Dekzandrug (+/- oud bouwlanddek)
3K14, Dekzandrug (+/- oud bouwlanddek)
Bodemkundige codering
zEZ21, Hoge zwarte enkeergronden; laamarm en zwak lemig fijn zand.
zEZ21, Hoge zwarte enkeergronden; laamarm en zwak lemig fijn zand.
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.