Liessel, Blokhuis bij
BASISREGISTRATIE [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Liessel, Blokhuis bij
Liessel, Blokhuis bij
Locatie
Adres: hoek Blokhuisweg-Hoofdstraat
Liessel
Gemeente Deurne
Provincie Noord-Brabant
Met de bovenstaande coördinaten is het erf beschreven dat voortkwam uit het Liesselse Blokhuis (of haar neerhuizing). Het blokhuis kan onder dit erf gelegen hebben, of verder noordwestelijk, onder tegenwoordige akkers. Met een vergelijkende kaartenstudie (zie 15B3) is wel de locatie van de vermoedelijke grachten gelocaliseerd. [gebaseerd op Archis waarneming 426865].
Adres: hoek Blokhuisweg-Hoofdstraat
Liessel
Gemeente Deurne
Provincie Noord-Brabant
Met de bovenstaande coördinaten is het erf beschreven dat voortkwam uit het Liesselse Blokhuis (of haar neerhuizing). Het blokhuis kan onder dit erf gelegen hebben, of verder noordwestelijk, onder tegenwoordige akkers. Met een vergelijkende kaartenstudie (zie 15B3) is wel de locatie van de vermoedelijke grachten gelocaliseerd. [gebaseerd op Archis waarneming 426865].
Typologie
Er is een afbeelding van het Liesselse Blokhuis bekend. Deze is getekend door de Deurnes-Liesselse onderwijzer en journalist Hendrik Nicolaas Ouwerling (1861-1932). Of de tekening op enige waarheid berust, is onbekend.
Er is een afbeelding van het Liesselse Blokhuis bekend. Deze is getekend door de Deurnes-Liesselse onderwijzer en journalist Hendrik Nicolaas Ouwerling (1861-1932). Of de tekening op enige waarheid berust, is onbekend.
Etymologie
Een blokhuis is een versterkte woning.
Een blokhuis is een versterkte woning.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: 06-04-2003
Huidige functie:
Op het terrein van de neerhuizing, en wellicht ook op de plek waar het Blokhuis stond, staat nu een loonwerkersbedrijf met een moderne woning en enkele grote bedrijfshallen. Daarnaast zijn akkers gelegen.
Laatst bijgewerkt: 06-04-2003
Huidige functie:
Op het terrein van de neerhuizing, en wellicht ook op de plek waar het Blokhuis stond, staat nu een loonwerkersbedrijf met een moderne woning en enkele grote bedrijfshallen. Daarnaast zijn akkers gelegen.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar: (of 8 aangezien de locatie niet met zekerheid bekend is)
Zichtbaar: (of 7 aangezien de locatie niet met zekerheid bekend is)
Grondgebruik: (indien zichtbaar=7)
Op het terrein van de neerhuizing, en wellicht ook op de plek waar het Blokhuis stond, staat nu een loonwerkersbedrijf met een moderne woning en enkele grote bedrijfshallen. Daarnaast zijn akkers gelegen. De toestand van de archeologische resten is onbekend en hierdoor zijn de resten van het blokhuis in zekere mate bedreigd.
Zichtbaar: (of 8 aangezien de locatie niet met zekerheid bekend is)
Zichtbaar: (of 7 aangezien de locatie niet met zekerheid bekend is)
Grondgebruik: (indien zichtbaar=7)
Op het terrein van de neerhuizing, en wellicht ook op de plek waar het Blokhuis stond, staat nu een loonwerkersbedrijf met een moderne woning en enkele grote bedrijfshallen. Daarnaast zijn akkers gelegen. De toestand van de archeologische resten is onbekend en hierdoor zijn de resten van het blokhuis in zekere mate bedreigd.
Afmetingen
De afmetingen van het middeleeuwse blokhuis zijn onbekend.
De afmetingen van het middeleeuwse blokhuis zijn onbekend.
Oudste vermelding
Datum: 1516
Bron: Spamer, A.P.G. Toponiemen Deurne 1300-1900. Manuscript.
'een blockhuys te maecken ende die te setten tot Liessell'
Datum: 1516
Bron: Spamer, A.P.G. Toponiemen Deurne 1300-1900. Manuscript.
'een blockhuys te maecken ende die te setten tot Liessell'
Bezitsgeschiedenis
De stichter van het Blokhuis zal de toenmalige heer van Deurne zijn, de man die over Liessel "regeerde". Bij de voltooiing (of renovatie) in 1527 vinden we immers "Jan Sanders heeft geloeft (...) te volmaken en te voldoen den Heer van Doerne zyn werck aen 't Blockhuijs tot Liessel". Het was Everard van Doerne, gehuwd met Margareta van Vladeracken. Bij opmaking van hun testament in 1524 vermaakten zijn aan hun vierde zoon Hendrick "dat Blockhuijs tot Liecel". Toen er na enige jaren een ruzie uitbrak over de eigendomsrechten van de heerlijkheid Deurne tussen de zonen van Everard, bepaalde diens zoon Jan, die uiteindelijk de nieuwe heer van Deurne zou worden, dat zijn jongste broer Hendrick bepaalde rechten (zoals het jachtrecht en het fretteerrecht) te Liessel kreeg, zonder zich "heer van Liessel" te mogen noemen. Zo kreeg men geen bestuurlijke rechten. Toch heeft men zich, vermoedelijk uit prestige en uit oogpunt van bepaalde rechten die men wèl had, vaak "heer van Liessel" genoemd. Hendrick overleed in 1604 op het Blokhuis. Hij werd opgevolgd als bewoner en bezitter van het Blokhuis door zijn zoon Everard van Doerne, die kort na 1617 op het Blokhuis te Liessel overleed. Zijn weduwe nam de jaren erna voor hem waar, tot haar zoon Cornelis Everard van Doerne volwassen was. Hij werd in 1606 op het Blokhuis te Liessel geboren, en in datzelfde jaar te Deurne gedoopt. Hij overleed al jong, rond 1640. Zijn zoon Everard van Doerne was de meest illustere telg uit deze tak van het geslacht Van Doerne. Hij studeerde aan de universiteit van Leuven, en hij erfde in 1656 van zijn tante Agnes Wilhelmina van Merode de heerlijkheid Asten, met het kasteel aldaar. Spoedig daarna, in 1657, verkocht Everard van Doerne het Liesselse Blokhuis aan jhr. Idzard J. d'Albada. In dezelfde periode, in 1660, kwam de heerlijkheid Deurne met de daar gelegen kastelen toe aan Rogier van Leeffdael, en tussen beide heren brak al snel een ruzie uit. D'Albada wilde Liessel kerkelijk en juridisch van Deurne afscheiden, maar Van Leeffdael was absoluut niet van plan daar aan mee te werken. Omstreeks 1665 overleed D'Albada. In 1678 werd Liessel alsnog door de Staten Generaal tot aparte heerlijkheid verheven. Als laathof werd de Hof ten Velde te Deurne erbij gevoegd. In de praktijk betekende dit alles echter niets; Rogier van Leeffdael behield bepaalde rechten over Liessel en oefende die ook uit, waardoor voor 't oog beide heerlijkheden altijd verenigd hebben geleken. Kerkelijk werd Liessel pas in 1851 tot aparte parochie verheven. De kinderen van d'Albada verkochten het in 1690 aan Johan van Campen uit 's-Hertogenbosch. Hij deed dat ten behoeve van Arnold Costerius, die er door de Leenhove van Brabant mee werd beleend. In 1722 ging de belening over op zijn weduwe, en na haar op haar dochter Isabella L. Costerius. Na de dood van haar man verkocht zij het in 1768 aan Joannes Norbertus van Cuijlenburg (1721-1782), die afkomstig was uit Mierlo. Hij liet het spoedig daarna afbreken.
De stichter van het Blokhuis zal de toenmalige heer van Deurne zijn, de man die over Liessel "regeerde". Bij de voltooiing (of renovatie) in 1527 vinden we immers "Jan Sanders heeft geloeft (...) te volmaken en te voldoen den Heer van Doerne zyn werck aen 't Blockhuijs tot Liessel". Het was Everard van Doerne, gehuwd met Margareta van Vladeracken. Bij opmaking van hun testament in 1524 vermaakten zijn aan hun vierde zoon Hendrick "dat Blockhuijs tot Liecel". Toen er na enige jaren een ruzie uitbrak over de eigendomsrechten van de heerlijkheid Deurne tussen de zonen van Everard, bepaalde diens zoon Jan, die uiteindelijk de nieuwe heer van Deurne zou worden, dat zijn jongste broer Hendrick bepaalde rechten (zoals het jachtrecht en het fretteerrecht) te Liessel kreeg, zonder zich "heer van Liessel" te mogen noemen. Zo kreeg men geen bestuurlijke rechten. Toch heeft men zich, vermoedelijk uit prestige en uit oogpunt van bepaalde rechten die men wèl had, vaak "heer van Liessel" genoemd. Hendrick overleed in 1604 op het Blokhuis. Hij werd opgevolgd als bewoner en bezitter van het Blokhuis door zijn zoon Everard van Doerne, die kort na 1617 op het Blokhuis te Liessel overleed. Zijn weduwe nam de jaren erna voor hem waar, tot haar zoon Cornelis Everard van Doerne volwassen was. Hij werd in 1606 op het Blokhuis te Liessel geboren, en in datzelfde jaar te Deurne gedoopt. Hij overleed al jong, rond 1640. Zijn zoon Everard van Doerne was de meest illustere telg uit deze tak van het geslacht Van Doerne. Hij studeerde aan de universiteit van Leuven, en hij erfde in 1656 van zijn tante Agnes Wilhelmina van Merode de heerlijkheid Asten, met het kasteel aldaar. Spoedig daarna, in 1657, verkocht Everard van Doerne het Liesselse Blokhuis aan jhr. Idzard J. d'Albada. In dezelfde periode, in 1660, kwam de heerlijkheid Deurne met de daar gelegen kastelen toe aan Rogier van Leeffdael, en tussen beide heren brak al snel een ruzie uit. D'Albada wilde Liessel kerkelijk en juridisch van Deurne afscheiden, maar Van Leeffdael was absoluut niet van plan daar aan mee te werken. Omstreeks 1665 overleed D'Albada. In 1678 werd Liessel alsnog door de Staten Generaal tot aparte heerlijkheid verheven. Als laathof werd de Hof ten Velde te Deurne erbij gevoegd. In de praktijk betekende dit alles echter niets; Rogier van Leeffdael behield bepaalde rechten over Liessel en oefende die ook uit, waardoor voor 't oog beide heerlijkheden altijd verenigd hebben geleken. Kerkelijk werd Liessel pas in 1851 tot aparte parochie verheven. De kinderen van d'Albada verkochten het in 1690 aan Johan van Campen uit 's-Hertogenbosch. Hij deed dat ten behoeve van Arnold Costerius, die er door de Leenhove van Brabant mee werd beleend. In 1722 ging de belening over op zijn weduwe, en na haar op haar dochter Isabella L. Costerius. Na de dood van haar man verkocht zij het in 1768 aan Joannes Norbertus van Cuijlenburg (1721-1782), die afkomstig was uit Mierlo. Hij liet het spoedig daarna afbreken.
Historische betekenis
Het Blokhuis te Liessel werd in 1516 gebouwd, vermoedelijk als vervanging van een vervallen Blokhuis in het nabij gelegen gehucht Leensel. Het was bedoeld om aanvallen van de Geldersen te weren, die over de smalle zandrug van Meijel via Moosdijk en Heitrak Liessel en daarna Deurne konden bereiken. In de Bossche stadsrekeningen vinden we dat inderdaad nog terug: 'inden jaeren van 1536, sterckende dat blockhuys tot Liessel tegen die Gelderschen ende dat besunder tot bewaernisse des quartiers van Pedelant'. Later werd het een "betekenisloze" adellijke woning, waarvan de bezitters herhaaldelijk hebben geprobeerd zich als 'heerlijkheid Liessel' van Deurne af te scheiden.
Het Blokhuis te Liessel werd in 1516 gebouwd, vermoedelijk als vervanging van een vervallen Blokhuis in het nabij gelegen gehucht Leensel. Het was bedoeld om aanvallen van de Geldersen te weren, die over de smalle zandrug van Meijel via Moosdijk en Heitrak Liessel en daarna Deurne konden bereiken. In de Bossche stadsrekeningen vinden we dat inderdaad nog terug: 'inden jaeren van 1536, sterckende dat blockhuys tot Liessel tegen die Gelderschen ende dat besunder tot bewaernisse des quartiers van Pedelant'. Later werd het een "betekenisloze" adellijke woning, waarvan de bezitters herhaaldelijk hebben geprobeerd zich als 'heerlijkheid Liessel' van Deurne af te scheiden.
Bouwgeschiedenis
Het Blokhuis werd duidelijk ter verdediging gebouwd. Het wordt in 1516 genoemd een "legher redoutte, daer garnisoen op gelecht wierde ende oock de boueren by beurten op quamen waecken", kortom een "boueren wacht-huys". In de loop van de twee-en-een-halve eeuw dat het Blokhuis bestond, werd het steeds meer een adellijke woning, en minder een verdedigingswerk. Ook kwam er een boerenhofstede bij te leggen, die als neerhof werd gebouwd. In 1634 wordt het geheel genoemd "het huijs te Liessel metten nederhoff met sijne wallen, watergrachten ende optreckende twee bruggen, mette warande daer voor ende elders gelegen, met noch de plantage voor het voors. huys staende.". In 1657 werd het geheel door Van Doerne voor 27.000 Carolusguldens verkocht aan jhr. d'Albada, en werd het omschreven als "het huys met den neederhoff, watergrachten en optreckende bruggen, mitsgaders de plantagie voor het huys staende." Op het Blokhuis was ook een kapel aanwezig. De kelk die daar werd gebruikt, is nog aanwezig in de kerk van Liessel. De laatste vermelding van het huis in welstand dateert uit 1768: "het Blokhuys rondsom in zyne wateren, staende tot Liessel; item den neerhof des huyses van Liessel, huys, koestal, paardestal en schuure; item de wyde en groese enz., zynde het huys met de geweese en nu omgedaane plantage en alles wat binnen de omwatering of gragten van het Blokhuys gelegen is, leenroerig aan den Raad en Leenhove van Brabant en Lande van Overmase in de Hage". Een gevelsteen uit het Blokhuis (met 3 flankerende halfronde gevelstenen), gedateerd 1574 en bevattend de kwartieren van Hendrick van Doerne en zijn vrouw Maria van Eijck, was in 1893 nog ingemetseld in de muur van een hoeve, die stond op de plek van het Blokhuis. Nog tijdens het leven van historicus H.N. Ouwerling (1861-1933) werd deze steen ingemetseld in een pand aan de Ameidestraat te Helmond. De neerhof, die er in al dan niet oorspronkelijke vorm aan het einde van de 19e eeuw nog stond, is tegenwoordig ook verdwenen; er staat een na-oorlogs woonhuis met bedrijfshallen. De bouwmaterialen, afkomstig uit het Blokhuis, werden onder meer door de laatste eigenaar Van Cuijlenburg gebruikt voor de bouw van vier boerderijen. Drie daarvan zijn afgebroken; de vierde, Hoofdstraat 3, is sterk verbouwd, en de hoeveelheid aanwezig oorspronkelijk bouwmateriaal is onbekend.Hanewinckel beschreef in 1798 nog: "Aan het einde van hetzelve zag ik de ruïnen van een Kasteel, het geen weleer zeer sterk, met geschut, enz. voorzien was, het is bekend onder den naam van het Blokhuis". Toen Van Beurden het in 1893 beschreef waren er nog zichtbaar "eenige aardheuveltjes, waaronder zich muurwerk verschuilt, hier en daar eene met riet en lisplanten dun bezette diepte, als laatste sporen van de vroegere grachten". Ouwerling kende alleen nog maar de oude waterput als restant van het Blokhuis; de restanten die Van Beurden zag, had hij echter ook wel kunnen zien. Tegenwoordig is er in het veld niets meer van te zien.
Het Blokhuis werd duidelijk ter verdediging gebouwd. Het wordt in 1516 genoemd een "legher redoutte, daer garnisoen op gelecht wierde ende oock de boueren by beurten op quamen waecken", kortom een "boueren wacht-huys". In de loop van de twee-en-een-halve eeuw dat het Blokhuis bestond, werd het steeds meer een adellijke woning, en minder een verdedigingswerk. Ook kwam er een boerenhofstede bij te leggen, die als neerhof werd gebouwd. In 1634 wordt het geheel genoemd "het huijs te Liessel metten nederhoff met sijne wallen, watergrachten ende optreckende twee bruggen, mette warande daer voor ende elders gelegen, met noch de plantage voor het voors. huys staende.". In 1657 werd het geheel door Van Doerne voor 27.000 Carolusguldens verkocht aan jhr. d'Albada, en werd het omschreven als "het huys met den neederhoff, watergrachten en optreckende bruggen, mitsgaders de plantagie voor het huys staende." Op het Blokhuis was ook een kapel aanwezig. De kelk die daar werd gebruikt, is nog aanwezig in de kerk van Liessel. De laatste vermelding van het huis in welstand dateert uit 1768: "het Blokhuys rondsom in zyne wateren, staende tot Liessel; item den neerhof des huyses van Liessel, huys, koestal, paardestal en schuure; item de wyde en groese enz., zynde het huys met de geweese en nu omgedaane plantage en alles wat binnen de omwatering of gragten van het Blokhuys gelegen is, leenroerig aan den Raad en Leenhove van Brabant en Lande van Overmase in de Hage". Een gevelsteen uit het Blokhuis (met 3 flankerende halfronde gevelstenen), gedateerd 1574 en bevattend de kwartieren van Hendrick van Doerne en zijn vrouw Maria van Eijck, was in 1893 nog ingemetseld in de muur van een hoeve, die stond op de plek van het Blokhuis. Nog tijdens het leven van historicus H.N. Ouwerling (1861-1933) werd deze steen ingemetseld in een pand aan de Ameidestraat te Helmond. De neerhof, die er in al dan niet oorspronkelijke vorm aan het einde van de 19e eeuw nog stond, is tegenwoordig ook verdwenen; er staat een na-oorlogs woonhuis met bedrijfshallen. De bouwmaterialen, afkomstig uit het Blokhuis, werden onder meer door de laatste eigenaar Van Cuijlenburg gebruikt voor de bouw van vier boerderijen. Drie daarvan zijn afgebroken; de vierde, Hoofdstraat 3, is sterk verbouwd, en de hoeveelheid aanwezig oorspronkelijk bouwmateriaal is onbekend.Hanewinckel beschreef in 1798 nog: "Aan het einde van hetzelve zag ik de ruïnen van een Kasteel, het geen weleer zeer sterk, met geschut, enz. voorzien was, het is bekend onder den naam van het Blokhuis". Toen Van Beurden het in 1893 beschreef waren er nog zichtbaar "eenige aardheuveltjes, waaronder zich muurwerk verschuilt, hier en daar eene met riet en lisplanten dun bezette diepte, als laatste sporen van de vroegere grachten". Ouwerling kende alleen nog maar de oude waterput als restant van het Blokhuis; de restanten die Van Beurden zag, had hij echter ook wel kunnen zien. Tegenwoordig is er in het veld niets meer van te zien.
Afbeeldingen
- Kadastrale minuut, 1811-1832, Deurne en Liessel, Noord Brabant. Sectie G, blad 2, nabij 557(http://watwaswaar.nl/#cC-Ey-6-ed-1v-1-3raK-11gu---3SJ, geraadpleegd op 20-10-2011).- Google Earth foto, 2011, locatie Blokhuis te Liessel (Documentatiecentrum NKS, digitale documentatie).
- Kadastrale minuut, 1811-1832, Deurne en Liessel, Noord Brabant. Sectie G, blad 2, nabij 557(http://watwaswaar.nl/#cC-Ey-6-ed-1v-1-3raK-11gu---3SJ, geraadpleegd op 20-10-2011).- Google Earth foto, 2011, locatie Blokhuis te Liessel (Documentatiecentrum NKS, digitale documentatie).
Bronnen
N.v.t.
N.v.t.
Literatuur
* Beurden, ... van, 1896. Het laatste overblijfsel van het Liesselsche 'Blockhuijs', Taxandria, tijdschrift voor Noordbrabantsche Geschiedenis en Volkskunde, 3e jaargang. Bergen op Zoom.* Hanewinkel, S., .... Reizen door de Majorij.* Ouwerling, H.N., 1933. Geschiedenis der dorpen en heerlijkheden Deurne, Liessel en Vlierden. Helmond.
* Beurden, ... van, 1896. Het laatste overblijfsel van het Liesselsche 'Blockhuijs', Taxandria, tijdschrift voor Noordbrabantsche Geschiedenis en Volkskunde, 3e jaargang. Bergen op Zoom.* Hanewinkel, S., .... Reizen door de Majorij.* Ouwerling, H.N., 1933. Geschiedenis der dorpen en heerlijkheden Deurne, Liessel en Vlierden. Helmond.
Documentatie
N.v.t.
N.v.t.
Bescherming gebouw
Status:
Status:
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: onbekend
Bestemming:
Bestemmingsplan: onbekend
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: L.J. Keunen
Beschrijving gemaakt: 06-04-2003
Auteur: L.J. Keunen
Beschrijving gemaakt: 06-04-2003
Bouwhistorisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Archeologisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Overig onderzoek
* vergelijkende kaartenstudie, L.J. Keunen; * toponiemenstudie, A.P.G. Spamer
* vergelijkende kaartenstudie, L.J. Keunen; * toponiemenstudie, A.P.G. Spamer
Geomorfologische codering
3K14 en 3L5
3K14 en 3L5
Bodemkundige codering
TW4
TW4
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.